Ik ga het hebben over wij-zij in de zorg: ‘wij patiënten – zij hulpverleners’ en ‘wij hulpverleners – zij patiënten’. De ‘hype’ van dit moment gaat over dit eeuwenoude puur menselijke probleem. Zij, de verwarden op straat die onberekenbaar en onvoorspelbaar kunnen zijn.
Zelf ben ik in vroegere jaren zo’n verwarde schreeuwende dakloze man geweest. Tevens werk ik nu jaren in de psychiatrie. Wij patiënten – wij hulpverleners: ik behoor tot beiden en dus tot geen van beiden. Ik zou mezelf meer willen omschrijven als een soort ‘hybride’, een (ervaringsdeskundige) bruggenbouwer.
Wij hulpverleners, hebben (soms uit angst) geleerd dat professionele afstand moet worden betracht, want als je in ‘het systeem’ van een verwarde terechtkomt, kan dat zeer dreigende vormen aannemen voor jezelf en je naasten.
Deze afstand komt dus voort uit de gedachte dat de patiënt ook je vijand kan zijn of worden. Dat is niet te voorkomen.
De patiënt wordt dus ook als een potentiële vijand op enige afstand gehouden
Als het merendeel van de communicatie niet alleen uit de gesproken woorden bestaat , maar ook uit wat daar onder zit, bepaalt dit vijandsbeeld vanaf het begin mede het contact tussen hulpverlener en patiënt en zet de ondertoon van het contact. Iemand die als potentiële vijand benaderd wordt, kan/zal zich waarschijnlijk ook zo gedragen.
Daartegenover: wij patiënten, van wie het denken en handelen wordt onderdrukt door ‘het systeem’. Die door opsluiting in een ziekenhuis, door medicijnen worden vervreemd van onze geest en lichaam en vervolgens als dikke kwijlende zombies naar buiten mogen.
Het merendeel van de bevolking is tevreden over de behandeling van de psychische klachten door de psychiatrie, en het merendeel van de hulpverleners denkt niet (bewust) dat de patiënt de vijand is.
Wat ik hier boven beschrijf zijn de extremen, de uitersten die ik in de praktijk gezien heb, maar zij zetten wel de toon. Zie hier het probleem, de kloof en de twee kanten van de loopgraaf. Beide kampen worden geregeerd door basale emoties als angst en boosheid, wat vervolgens niet altijd getemperd wordt door reflectievermogen over het eigen aandeel in deze (mis)communicatie. Voor ‘hybriden’ zoals ik is hier de dankbare taak weggelegd als een soort ‘VN troepen van de geest’ een brug te slaan over deze kloof.
Wat hiervoor nodig is, is vertrouwen van beide partijen waarbij beiden zich gezien, gehoord en begrepen voelen
Dan kunnen wij, – ervaringsdeskundigen – in beide(!) richtingen over deze brug bewegen: van hulpverlener naar patiënt en van patiënt naar hulpverlener. Als ware autodidactische mediators.
Er zijn ook mensen met patiënten-ervaring die nog zeer kwaad zijn over de eigen behandeling, die vervolgens als een soort pseudo Patiënten Vertrouwens Persoon (PVP) samen met de patiënt ten strijden trekken tegen ‘de ggz’. Zelf beschouw ik hen nog niet als deskundig omdat het hen nog ontbreekt aan het bijbehorende relativerende persoonlijke proces wat betreft het verwerken van de eigen ervaringen en het inzien en accepteren van het eigen aandeel, voor zover mogelijk. Ieder zijn proces, maar het mag de patiënt geen schade berokkenen.
Voor de patiënt is gehoord en gezien worden belangrijk, om zo ook niet langer als een soort Don Quichote gezien te worden, maar een medestander te hebben.
Al met al is er geen vijand, als er een gezamenlijk doel is, namelijk het samen optrekken met als doel verbetering.
Geef een reactie