Al enige jaren loopt Geeske mee in de wereld van de GGZ als cliënt. Ze schrijft in deze blog over de samenwerking met hulpverleners en hoe ze daarna een nieuwe start kon maken.
Wat was ik blij toen ik na jaren zoeken eindelijk hulpverleners vond die kundig en te vertrouwen waren. Hulpverleners met menselijkheid. Ze leidden me naar diagnoses waarin ik mij herkende. Het was de start voor het hervinden van mijn rust en de start van een lang herstel.
Ik kon met het vinden van deze hulpverleners een onzekere periode afsluiten
Toch kon ik mijn boosheid, die ik in mijn zwervende jaren in alle hevigheid had opgebouwd tegen ‘de GGZ’ niet direct afsluiten. Ik had (en heb) nogal de neiging om mezelf als klant te zien binnen de GGZ.
Ik neem ten slotte zorg af en die zorg wordt ook keurig betaald. De klantgerichtheid is een erfenis uit de commerciële wereld, de wereld waar ik altijd werkzaam ben geweest in allerhande functies. Het is een wereld waar alles draait om de customer journey, de klanttevredenheid en het nakomen van servicebeloftes.
Waar ik vandaan kom staan ‘tijdigheid’ en ‘volledigheid’ van de klantbediening hoog in het vaandel. Een hele andere wereld. Voor mij is die benadering nog altijd mijn ‘normaal’. De wereld van de GGZ bleek de afgelopen jaren heel anders te zijn.
Ik heb hulpverleners gehad die volgens mij beter aan mijn kant van de tafel hadden kunnen zitten
Ik zag vele processen die niet ‘in-control’ waren. En de overschrijding van de wachttijden is enorm. Ik sta inmiddels al anderhalf jaar op een hele lange wachtlijst. Die wachtlijst gaat de twee jaar, volgens de algemene verwachting, ruimschoots overschrijden.
Ik heb zelf gelukkig een andere plek gevonden waar ik terecht kan. Ik heb daar veel geluk mee gehad. Er worden in Nederland noodgedwongen onstabiele kwetsbare mensen, zonder zorg, naar huis gestuurd om het zelf alleen uit te moeten zoeken. Het is moeilijk voor te stellen.
Mijn aanvankelijke grote boosheid op ‘de GGZ’ heb ik gelukkig achter me kunnen laten
Ik zie inmiddels gelukkig ook dat er een hele mooie zorg is in Nederland. Er werken op alle locaties mensen die het goed voor hebben met de mensen die ze zien. Er zijn vele hulpverleners die door het vuur gaan voor de medemens en zorgprofessionals die voor hun vak staan. Dat is toch eigenlijk gewoon prachtig?
Ik zie patiëntenbewegingen die informatie bieden; mensen op weg helpen, vierentwintig uur per dag aanwezig zijn; en mensen begeleiden op het pad van zorg. Ik vind dat ontzettend waardevol.
Ik zie de jeugdzorg in actie, met zoveel wijsheid en geduld. Ik zie gezinshuizen die jongeren een liefdevolle, stabiele gezinsomgeving bieden, met een beschermde plek in het huishouden waar ze veilig en thuis mogen zijn. Deze passie is gewoon onbetaalbaar.
De psychische gezondheidszorg is juist ook heel mooi. Het is als een schone bloem in de knop
“Waarin zou ik zelf als mens verder kunnen groeien in 2019?” , vroeg ik me rond de jaarwisseling af. Ondanks mijn oude voornemen uit 2018 om open te worden, merk ik dat ik geneigd ben om mijn eigen ziektebeeld nog deels voor me te houden.
Ondanks dat ik diverse open blogs voor PsychoseNet heb geschreven, betrap ik me erop dat ik me verschuil achter een tweede masker. De openheid die ik voor mezelf wilde creëren, heb ik voor de helft gerealiseerd besef ik me: Ik heb mijn bipolaire stoornis in de openheid gegooid, en de psychosegevoeligheid die er voor mij bij hoort ook. Dat was al een hele mooie stap en ik heb mooie reacties gekregen.
Mijn masker afzetten en zo open worden was op zich al behoorlijk bevrijdend
Het was ook pittig. Verlies en vervreemding hoort anno 2018 vreemd genoeg nog steeds bij openheid. Zo werd mijn ziekte onder andere niet erkend en geaccepteerd door mijn vader. Dat is zijn gevoel, zijn achtergrond. Zijn gevoel mag er natuurlijk ook zijn. Ik respecteer dat, want iedereen maakt zijn eigen keuzes.
Mijn moeder is enkele jaren geleden overleden, zij heeft haar rust gevonden en hoeft mijn openheid gelukkig niet meer mee te maken. Openheid is incasseren en vergeven. Het is een verdrietige omstandigheid dat lang niet alle mensen, zelfs directe familieleden en goede vrienden, met psychische ziektebeelden kunnen omgaan.
Openheid ging anno 2018 nog steeds hand in hand met verlies
Toch ben ik ontzettend blij dat ik al uit het keurslijf van stilte ben gestapt. Mijn openheid geeft namelijk ook vreugde en herkenning. Het geeft je de eigen ruimte om te mogen zijn. Ik merk dat ik daarom graag ook mijn andere ziektebeelden uit het donker wil halen.
Een bipolaire stoornis en psychosegevoeligheid gaan nou eenmaal heel goed samen met diverse andere ziektebeelden. Dus ook met CPTSS en een dissociatieve stoornis. Deze elementen mogen er ook zijn.
Ik wil hier mijn tweede masker graag verder afzetten. Het geeft me ruimte, het geeft meer begrip. Ik ben nu eenmaal wie ik ben. Ik ben voor openheid, menselijkheid en naastenliefde, zien- en gezien worden, van goede zorg. Laat de respectvolle continue verandering en herstel maar komen, zowel voor mezelf als voor de zorg.
Geef een reactie