Irene is sinds januari 2014 bestuurslid van Phrenos, waar ze nog altijd blij verrast over is. Een groot deel van haar leven heeft ze in de psychiatrie doorgebracht. Tegen ieders verwachtingen in is ze daar uitgekomen en is ze zelfs een eigen bedrijf begonnen. Het was voor Irene tijd om die stap te maken, zodat ze ziet dat ze dit ook kan.
“Als kind ben ik (seksueel) mishandeld en als 17-jarige werd ik het ziekenhuis binnengebracht met stemmen en hallucinaties. Direct werd er door de doktoren over schizofrenie gepraat. Dat betekende dat ik meteen medicatie kreeg.
Achteraf gezien begrijp ik dat die stemmen en paranoia heftiger werden, omdat mijn trauma’s ergens heen wilden
Er werd toen maar één antwoord gegeven: de boel afstompen met medicatie. Ondanks dat dit allemaal zo’n 25 jaar geleden plaatsvond, zie ik dit patroon nu nog.
Het standaard toedienen van medicatie, en gemakkelijk over de gebruikelijke dosis heen gaan, heeft veel schade aangericht. Bijna 20 jaar lang heb ik vrijwel alle soorten antipsychotica gebruikt. Jarenlang woog ik 140 kilo en gingen mijn ogen letterlijk een punt per jaar achteruit. Ik maakte mij ernstige zorgen over deze bijwerkingen, omdat ik niet wist hoe dit zou aflopen.
Nu kan ik nog steeds heel emotioneel worden over het feit dat ze daar niet echt controle op uitvoerden. Zo gingen mijn borsten op een gegeven moment melk geven, waardoor ik wanen kreeg over een zwangerschap.
Ook raakte ik in de war van de diagnose schizofrenie. Voor mij waren die stemmen een manier om met alles wat ik heb meegemaakt om te gaan
Toen de hulpverlening deze stemmen als symptomen van mijn schizofrenie zagen, was het voor mij ingewikkeld. Ik beschouwde mijn stemmen en hallucinaties daarna heel lang als een ziekte. De gestelde diagnose was voor mij extra ingewikkeld. Het voelde voor mij alsof ik twee keer werd beschuldigd voor alles. Buiten alles wat er in ons gezin gebeurde, kreeg ik van een officiële instantie te horen dat ik degene was die ziek is. Ik wist niet wat me overkwam. Mede daardoor ben ik heel lang gesepareerd geweest. Het was ook niet raar dat ik boos was. Ik begreep het gewoon niet. Mijn boosheid uitte ik daarom in allerlei manieren om controle te houden.
Volledig negatief sta ik niet tegenover medicatie, want ik heb er zeker baat bij gehad. Soms was ik zo ver heen dat het goed was als ik even platgespoten werd
Maar daarbij was mijn persoonlijke traject zoveel belangrijker.
Fysiek was ik heel sterk en vanuit huis was ik niet gewend om te praten. Mijn behandelaren wilden juist alleen maar praten, terwijl ik veel meer snapte door bijvoorbeeld te tekenen. Ik kan nu nog oproepen wat ik tegen een psychiater zei die naar mijn seksuele leven vroeg. Ik dacht ‘waar heb je het over’ en zag dat als een schending van mijn privacy. Later heb ik zelf, met behulp van mijn pleegvader, de stap gezet naar een fysiotherapeut om te gaan sporten. Ik heb hier veel aan gehad doordat we uit mijn hoofd gingen en veel meer keken naar wat er onbewust allemaal zat te werken. Het heeft mij in het begin geholpen om met een groep over ieders diepste geheimen te praten. Ik besefte dat het niet raar was om hierover te praten en dat ik niet de enige was met deze ervaringen.
Alle situaties die ik doormaakte waren van grote invloed op mijn ervaringen. Zelf had ik steeds meer door waar alles vandaan kwam
Dat stemmen en zelfbeschadiging een manier van communiceren was, en dat dit door de mishandeling kwam.
Toen ik vond dat ik genoeg instrumenten had om mijn eigen leven te leiden en wilde stoppen met medicatie, kreeg ik daar geen steun in. Iedereen zei keihard dat dat niet kon. Mijn huisarts wilde er niet eens aan beginnen. Ik nam een paar maanden vrij en stopte. De eerste vier maanden gebeurde er niets en vond ik het vooral shockerend dat niemand iets van zich liet horen. Na deze maanden werd het heel heftig. Het leek wel alsof ik overal stroom voelde. Maar niemand had mij verteld dat mijn gevoel weer terug zou komen.
Als je met medicatie stopt, heb je tegenwicht nodig om langzaamaan met je gevoel om te gaan. Juist dan heb je therapie nodig. Maar ik snapte er niets van. Dat was een enorme teleurstelling.
Dat mijn pleegvader, mijn vroegere leraar, de verantwoordelijkheid over mij heeft genomen is mijn redding geweest.
Hij zag in dat alleen medicatie geen oplossing was in een situatie waarbij iemand zo ontzettend veel heeft meegemaakt
Het enige antwoord op zijn voorstel om met mij te gaan praten was: ‘Ja daar wordt ze weer psychotisch van’.
Ik heb het volledig aan hem te danken dat hij zei: ‘Als je het in de psychiatrie niet krijgt, dan gaan we het daar buiten zoeken’.
Mijn pleegvader heeft eigenlijk gedaan wat een therapeut zou moeten doen. Hij las veel literatuur, ging met mijn stemmen in gesprek en ik moest gewoon aan het werk. Achteraf gezien is dat best absurd. Hij heeft altijd zijn eigen weg daarin moeten zoeken. En in de tussentijd had hij een kind dat in de psychiatrie te horen kreeg dat haar leven voorbij was.
Doordat hij mij liet geloven in mijn eigen kunnen en mij ook stimuleerde om een normaal leven te ervaren, ben ik gekomen waar ik nu sta”.
Geef een reactie