Margré is hersteldocent, geeft WRAP trainingen en de training Werken met Eigen Ervaring. “Mijn verhaal start in 1967. Toen werd ik geboren in een boerengezin in Noord-Holland. Mijn oma overleed in dat jaar. Zij was in 1910 vertrokken uit Sint -Annaland naar Noord Holland. Sint-Annaland in Tholen is onderdeel van de bijbelgordel. Daar waar zware dominees en zwarte broeders gemeengoed zijn. Nog steeds. Het gebulder in de kerk maakten míjn familie generaties lang angstig. Helaas”.
Van jongs af aan had ik een drang om vrij te zijn. Het zware milieu echode in mij door en verstikte mij. Er was liefde voor elkaar, maar de schuldgevoelens maakten mij onderdanig. Ik was in de kern artistiek, ondernemend, intelligent. Ik leed onder de gedachte dat ik een verkeerde mens was. Een vrouw ook nog. Schaamte daarvoor. Mijn ontwikkeling stond stil. Ik presteerde onder de maat. Merkte dat ik was afgesneden.
Obsessieve verliefdheden en een niet afgemaakte HAVO wisselden zich af met verworven zelfstandigheid. Ik werkte als managementassistente.
Ik kreeg een vriend, we woonden samen, we droomden van een gezin
Een verhuizing van Hoorn naar Breda triggerde echter angst- en paniekgevoelens. Horror. Er volgde een periode van twee jaar tijd van psychisch lijden, van lichtere naar heftiger symptomen. De strijd om te overleven beheerste mijn gedachten. De dood leek me te achtervolgen. Ik voelde mezelf overal falen. Ik moest vluchten. Ik voelde mij in drijfzand en zocht het zo veel mogelijk zelf uit. Terug naar mijn oude vrienden. Verhuizing, verhuizing…
Ik voerde gesprekken met een psycholoog die gericht was op de effecten van de verhuizing. Ik schreeuwde om een diagnose – een angst en paniekstoornis. Toch deed dat niets met me. Een leeg begrip. Ik zocht de oorzaken buiten mezelf. Ik wilde weer worden zoals ik altijd was. Ik merkte mijn uitputting daardoor.
Ik trouwde met mijn vriend en we hadden een kinderwens.
Door de afbouw van medicatie voor de mogelijke zwangerschap kreeg ik onttrekkingsverschijnselen
Ik zakte binnen een maand in suïcidale gedachten. Het hek was van de dam. De ernst werd duidelijk. Naar de ggz. Ik startte met een vierdaagse psychotherapeutische behandeling voor anderhalf jaar. Ik kreeg een diagnose: een gegeneraliseerde angststoornis en depressie. Dat was super confronterend. Weg was mijn leven. Ik wilde mezelf terug! Ik vocht tegen het stigma een psychiatrisch cliënt te zijn. Het duurt nog steeds tot op de dag van vandaag.
Toch gaf het mij daar ook toestemming om aan mezelf te mogen werken. Joggen verloste mij van mijn destructieve gedachten over de dood. Helpend waren sterke lotgenoten die elkaar durfden te gebruiken om nieuwe manieren van omgaan op te bouwen. Ik plaatste herstel niet meer buiten mezelf. Ík was verantwoordelijk. Dát was zeer helpend.
Ik verwachtte dat ik daarna klachtenvrij zou zijn. Mijn familie vroeg of het al beter met me ging nu ik in therapie zat. Dat ging het niet. Ik durfde dat niet te zeggen. Het ging mij te langzaam. De dood zat nog steeds in mijn hoofd. Ik wilde normaal zijn. Wilde hen niet teleurstellen, omdat ik vond dat ik hen in problemen bracht. Ik schaamde me voor het gezin. Ik suste mijn omgeving en verschool mij. Tegen hulpverleners zei ik dat het wel goed ging. Hulpverleners zijn makkelijk om de tuin te leiden. Je zit niet op één lijn want ze begrepen niet veel van me.
Na anderhalf jaar – bijna aan het eind van deze therapie – besprak ik met de psychiater mijn kinderwens. De kinderwens werd goedgekeurd en ik bouwde mijn medicatie opnieuw af.
Ik kreeg opnieuw onttrekkingsverschijnselen maar ernstiger dan daarvoor. De fabrikant van Seroxat beaamde dat afbouwen suïcidaliteit kon veroorzaken. Daar stond ik dan.
Ik vertrok tegen mijn wil naar een inrichting. Ik verrichtte vier zelfmoordpogingen
Ik had gewild dat de psychiater zicht had gehad op mijn proces, omdat ik al eerder door medicatie was getraumatiseerd. Ik besloot een eigen weg te gaan.
In 2002 redde ik mijn leven door met ademhalingstherapie te starten. Zo kwam ik uit de suïcidaliteit. Dit werd mij ontraden door de ggz, omdat ik verslavingsgevoelig was. Het was echter míjn keuze. Ik voelde mij in drie weken tijd opknappen, omdat ik ging voelen, voelen, voelen, voelen. Voelen dat mijn bewustzijn terugkeerde. Voelen dat ik zélf een wil had.
Op het tempo van mijn lijf en niet dat van hulpverleners of familie. Er was verbinding met mijn ziekte. Mijn ziekte was een verhaal. Mijn verhaal.
Mijn feitelijke herstel begint dáár. Vanuit mezelf
Wat ik merkte was dat mijn ademtherapeut een voorbeeld was om me aan op te trekken. Zij wist waar het over ging. Angst. Ik deed mijn best om te bewijzen dat ik iemand was. Ik nam haar tips wél serieus. Twee maanden later vertrok ik uit de kliniek. Medicatie bleek nu in deze fase averechts te werken. Mijn voelen werd afgestompt, en ik wilde gaan voelen. Voelen = begrijpen.
Ik sportte, ik schreef, ik ademde en ik las, ik ruste, ik studeerde, ik rouwde, ik huilde, ik leefde bewust. Ik moest thuis weer mijn plek veroveren.
Ik voelde dat ik diepe verlatingsangst had voor mijn man, bang voor zijn afkeer van mij. Maar ook worstelde ik met schuldgevoel door wat ik hem had aangedaan. Daardoor merkte ik dat ik me van hem afduwde en hem vermeed. Ik wilde het probleem oplossen en nam het risico om mijn angsten aan hem te laten zien. De afspraak was om dagelijks vijfminutengesprekken te houden, waarbij hij geen oplossingen mocht aandragen.
Ik wilde dat hij vertrouwen kreeg in mijn kracht. Dat lukte. Langzaam. Hij werd één en al oor. Ik voelde mij diep gekend, waardoor ik voor het eerst uit het isolement van mijn aandoening kwam.
De diagnose werkte in deze fase tegen mij. Mijn diagnose werd een keurslijf
Ik wilde mijn aandoening juist gebruiken als middel tot een doel. Namelijk: vrij zijn in mijn denken. Het lukte mij om zaken om te draaien.
Ik ging lezen over filosofie en spiritualiteit. De leer van spirituele meesters kwam op mijn weg. Kennis over de werking van het onderbewustzijn nam toe. Ademmeditaties versterkten mij mentaal en creëerden ruimte in mijn lichaam.
Ik was gezond door gevoelig te reageren op een wereld die geen compleet mensbeeld aanbood. Dát complete beeld was wat ik mistte in de medische wetenschap.
Een compleet mensbeeld met kwetsbaarheid als kracht. Zoals de mens was bedoeld naar mijn idee. Ik kreeg herbelevingen van religieuze aard. Vanzelf. Angstaanvallen veranderden van vorm. Mijn lichaam wilde genezen. Lozen. De zware dominees hadden indoctrinaties ingeplant, generaties lang. Vanuit de gedachte dat je mensen kunt laten geloven dat ze in de kern zondig zijn. Geen behoeften meer voelen. Als slaaf onderdanig aan een systeem. Ik merkte hoe mijn wil was gebroken door een systeem.
Ik was ont-zield.
Ondertussen nam mijn aandoening steeds andere gedaanten aan. Van sociale fobie naar agorafobie, hypochondrie en nog dieper een obsessieve compulsieve dwangstoornis en achtervolgingswanen. Hulpverleners gaven het op.
Mijn herstel ging met grote sprongen vooruit. Ik voelde een enorme intrinsieke kracht door de adem. Daardoor kwam de dictoriale stem in mijn hoofd meer vrij. Een kwade god. Een walgelijke narcist. Dat onderscheid werd duidelijk. Een stem die mij bezat. Als een rechter die mij moést veroordelen. Mijn angst bleek zo begrijpelijk. Ik bleek verslaafd aan kastijding door middel van straffende gedachten. Ik werd meer en meer getuige waar ik geen controle over had. En kon dat onvermogen kon ik beetje bij beetje loslaten.
Er zit geen psychologie in religie, en in religie zit geen psychologie
Ik moest mijn eigen mening over een aangeleerde God vormen. Dat deed ik ook. Adieu. God bleek een machtswaanzinnige. En ik was mijn eigen god. Bij een counselor vond ik een klankbord, omdat ik hem mocht gebruiken zoals ík dacht dat goed was. Dát was helpend! Hij reisde wel mee. Mijn wanen kon ik doorzien en loslaten. Mijn slechtheid kon ik ter discussie stellen. Er zat een demoon in mijn hoofd. De strijd met hem wilde ik winnen. Door niet te strijden, maar juist met aandacht te omarmen.
Het lukte. Maar mijn ademwerk en meditaties namen groteske vormen aan. Vormden een verslaving. Uren per dag was ik er mee bezig. Niemand kwam daar tussen en ik voelde dat mijn leven daar vanaf hing. Ik kon niet meer stoppen en na 13 jaar trainen stortte het in als een kaartenhuis. Mijn grote werk. Het draaide zich om en daar waar ik extern kracht uit haalde, werd plots een neerwaartse spiraal. Ik kon niet meer huilen, niet meer praten, niet meer slapen, niet meer voelen, niet meer denken. Ik voelde dat ik in een leegte werd gezogen waar niemand was. Psychotisch. Margré was weg en ik transformeerde in een ander persoon. Ik werd opnieuw suïcidaal en begreep het. Maar stond machteloos.
Een periode van 5 maanden volgde waarin ik uitziekte op een psychiatrische afdeling. Ik was daar voor mijn gevoel zelf niet bij. Ik voelde mij een omhulsel. Toch blijft vol en gezond bewustzijn opgeslagen.
De diagnose werd verkeerd gesteld, omdat ik bij de GGZ niet uitgelegd kreeg wat voor impact meditatie op herstel heeft
Daardoor kreeg ik een verkeerde behandeling. Wat helpend was? Dat ik één antidepressivum slikte die aansloeg. Binnen drie dagen had ik verbinding met mijn eigen opgebouwde krachtcentrale. Ik kreeg toegang. Super. Hierna bleek ik klachtenvrij en genezen van pathologie. Ik nam hierna tijd om op krachten te komen om 15 jaar in perspectief te zetten.
Ik ben nog bezig met dit herstel en mijn eigen bedrijf is daar een onderdeel van. Ik werk aan de relatie die ik met mijn partner heb opgebouwd. Hij wil zich ook inzetten als familie ervaringsdeskundige. De acceptatie om een psychiatrisch cliënt te zijn geweest is moeilijk en vindt pas plaats nu ik geen klachten meer heb.
Deze aandoeningen heeft mijn leven erg veel rijker gemaakt. Ik ben de persoon geworden zoals ik stiekem vroeger altijd gehoopt had te worden. Daar ben ik het leven intens dankbaar voor.”
Margré Knip geeft angst management- en hersteltrainingen, workshops en gastlessen in herstelondersteunende zorg.
Meer lezen?