In dit achtergrond artikel over het horen van stemmen, vertelt Peter Oud hoe hij samenwerkte met een psycholoog van PsyQ. Met een goed resultaat. Uiteindelijk had de client geen last meer van het horen van stemmen.
De psycholoog kwam naar mij toe, vertelde over een cliënt van haar die stemmen hoorde, waarbij zij niet goed wist wat zij voor hem kon doen. Of ik iets voor haar cliënt kon doen.
Het betrof een man van Bosnische afkomst. Hij is 33 jaar en woont bij zijn ouders. Hij werkte bij een ICT-bedrijf, heeft daar ontslag genomen omdat hij onzeker werd over zijn functioneren. Hij hoort stemmen en is er bang van, heeft het idee dat hij ziek is. Momenteel is hij bezig met het afronden van zijn opleiding. Hij krijgt al een tijdje antipsychotica.
Zij had CGT bij hem gedaan, maar de stemmen werden niet minder
Hierop heb ik voorgesteld het traject samen het haar te doen, zodat zij het in het vervolg ook zelfstandig zou kunnen. Ik bood aan voor haar ‘een coaching on the job’ te verzorgen, een training aan haar, waar de cliënt bij zit.
Gezien wij bij verschillende zorgbedrijven werkten, hebben wij intern even afgestemd. Onze leidinggevenden van de teams waar wij werken zagen geen bezwaar. De cliënt, had wel interesse en was nieuwsgierig.
Wij hadden in eerste instantie 7-8 gesprekken gepland. Uiteindelijk hebben wij bij elkaar 5 gesprekken gevoerd. Dat deze cliënt leergierig was en gemotiveerd, maakte het coachingstraject voor ons wel gemakkelijker dan ik verwacht had.
Op de 1e afspraak kwam de cliënt met zijn moeder. Na een voorstelrondje, vertelde ik enige info over de Maastrichtse benadering (Een persoonlijke diagnose, Corstens, Romme, februari 2016) en mijn ervaringen hiermee. Dat ik zelf stemmen heb gehoord, dit niet tegen collegae vertelde in de psychiatrie, omdat ik niet als psychiatrische patiënt gezien wilde worden.
Ik heb hierbij benoemd dat op dit moment nog veel hulpverleners denken dat als je stemmen hoort, je dan ziek bent
Ik heb hem verteld hoe ik in 2011 in de huisartsenpraktijk als POH-GGZ in aanraking kwam met deze benadering.
Ook vertelde ik hoe ik heb ervaren dat al veel stemmenhoorders middels deze benadering ontdekken dat dat de stemmen vriendelijker worden, de stemmen verminderen, of dat de stemmen helemaal verdwijnen.
En ik vertelde erbij: “Ik ervaar zelf nu geen stemmen meer hoor!”
Vervolgens legde ik uit, dat ik dit ook weleens jammer vind, omdat ik veel aan de stemmen heb te danken. Verder vertelde ik dat ik trainingen verzorg aan hulpverleners en stemmenhoorders. Dat zij van elkaar leren. Dat hulpverleners leren stemmenhoorders te ondersteunen en dat stemmenhoorders kunnen leren hoe om te gaan met de stemmen.
Verder heb ik een kader aangeboden hoe om te gaan met emoties, omdat ik inmiddels ook heb ervaren dat veel stemmenhoorders die bang voor hun stemmen zijn, moeite hebben om goed met hun emoties om te gaan.
Ik overhandigde hem een A4-tje wat hij die komende periode kon gebruiken als gedachterichter, hoe om te gaan met zijn emoties. Ook gaf ik hem nog enkele suggesties, hoe komende week om te gaan met de stemmen.
Hij kreeg een brochure van Stichting Weerklank (over horen van stemmen) mee
Ook kreeg hij een reader over scholing, samenwerkingsafspraken ten aanzien van het afnemen van het Maastrichtse interview, het opstellen van het rapport en formuleren van construct, namen wij afscheid.
De structuur van de gesprekken zag er als volgt uit:
- Het 2e en 3e gesprek hebben wij gebruikt om met de psycholoog het Maastrichtse interview te nemen.
- In het 2e gesprek gaf de cliënt al aan minder last van stemmen te hebben, de toon was daarbij ook veranderd. Hij was nu niet meer zo bang voor de stemmen. Gedurende de vervolggesprekken maakte cliënt vorderingen. Hij merkte op dat hij de baas is geworden in plaats van de stemmen.
- In het 3e gesprek bespraken we ook nog wat omgangsvormen met stemmen.
- Voor het 4e gesprek bespraken we het rapport en construct en het eventuele vervolgtraject.
- Het 5e gesprek was met name om het leertraject af te ronden. Deze sessie gebruikten we om verschillende benaderingswijze naar stemmen door te nemen.
Het rapport werd door de hulpverlener zo opgesteld, zodat het een rapport werd voor de cliënt, zodat hij zich erin kon herkennen. Het rapport werd dan ook in de ik-vorm geschreven.
Welke benadering had wel en welke had geen positief effect op het horen van stemmen? Stemmenhoorders kunnen dit zelf het beste ervaren. Voor deze cliënt had dit laatste geen nut meer, omdat hij immers geen last meer had van de stemmen. Hij besloot om af te zien van een vervolgtraject:
“Cliënt geeft aan zo voldoende handvatten te hebben hoe in het vervolg met zijn stemmen en emoties om te gaan. Hij gaat in overleg met zijn behandelaar om de medicatie af te bouwen.”
Reactie van de psycholoog die met Peter samenwerkte:
“Wat ik leuk vond aan deze training is enerzijds de nieuwe informatie over het horen van stemmen, anderzijds de manier van werken. Peter had een levendige manier van vertellen, met veel voorbeelden over zowel zichzelf, andere cliënten of vanuit de informatie die cliënt zelf gegeven had.
Dit maakte de informatie over stemmen horen begrijpelijk, maar ook toegankelijk
Er ontstond een sfeer van samen ergens mee bezig zijn, niet ‘schools’. Ik was zelf niet zo bekend met het fenomeen stemmen horen, op onze afdeling komen we het niet vaak tegen.
Ik was er zelf vanuit gegaan dat als iemand daar ‘last’ van heeft, het het doel is dat het ‘weer over gaat’. In deze training ging het vooral om leren omgaan met de stemmen, waarbij de stemmen in het geval van deze cliënt, van toon veranderde en alsnog verminderden.
Wat ik leuk vond aan de manier van werken is dat we samen met de cliënt, wel door middel van een gestructureerd interview, meer informatie verkregen over de stemmen. Heel uitgebreid.
Doordat de cliënt veel zelfinzicht had, verliep het afnemen vlot en gestructureerd
Nog enkele overwegingen die ik had tijdens het training, is bijvoorbeeld in hoeverre de methode wetenschappelijk onderzocht is. Hier zou ik wel benieuwd naar zijn en eens informatie over op willen zoeken.
Iets anders wat ik opmerkte is dat cliënt soms wat terughoudend was in het geven van antwoorden. Ik twijfelde er op zo’n moment aan hoe open hij was. Peter vroeg in die gevallen gewoon door, op momenten ook ‘empatisch confronterend’, waardoor cliënt meer informatie gaf. Ik vraag me af in hoeverre dit een valkuil is in het onderzoek, of hoe hier bij andere cliënten mee om wordt gegaan.
De manier van kijken naar de stemmen, namelijk voor wie staan ze en welke problemen ze representeren, leverde naar mijn idee veel informatie op, zowel voor mij als voor de cliënt
Hij kon dit helder benoemen en daardoor voelde zijn uiteindelijke keuze om niet verder gebruik te maken van behandeling, als weloverwogen.
Al met al vond ik het erg leuk dat Peter deze training wilde geven, het was een waardevolle toevoeging.”
Peter Oud is sociaalpsychiatrisch verpleegkundige bij BuurtzorgT, bestuurslid bij Stichting Weerklank, trainer en coach van de training ‘Stemmen horen begrijpelijk maken’. Tijdens het 10e Wereldcongres Stemmen horen heeft Peter hiervoor de ‘Romme Escher wisseltrofee’ in ontvangst mogen nemen voor de best uitgedragen boodschap:
‘Stemmen horen is geen ziekte maar een menselijke variatie. Dat wil zeggen dat het stemmen horen een betekenis heeft in het leven van de stemmenhoorder. Dat het een reactie kan zijn op meegemaakte gebeurtenissen en de daarbij behorende emoties.’
www.peteroudtrainingencoaching.com