Psychiater Mario Braakman over medicijnen bij niet-westerlingen.
Mensen uit andere culturen reageren heel anders op westerse medicijnen die wij voorschrijven. Hoezo?
Laat ik een voorbeeld noemen. Antipsychotica, bijvoorbeeld Haldol, een heel bekend middel, of Risperidon, een ander middel, worden door de lever afgebroken als je die inneemt. Dat betekent dat je elke dag 3 of 4 mg nodig hebt. Slechts bij één op de honderd Nederlanders breekt die Haldol in de lever super-supersnel af. Zó snel dat je misschien wel 50-60-70 mg nodig hebt per dag, om genoeg in je bloed te hebben. Maar als jij uit Ethiopië of Somalië komt, dan heeft niet één op de honderd mensen dat, maar één op de drie mensen hebben dat. Dus dat betekent dat je mensen die ernstig psychotisch zijn, wekenlang behandelt met normale doseringen, terwijl ze eigenlijk veel meer nodig hebben.
Het omgekeerde komt veel vaker voor, dat de lever de medicijnen die worden voorgeschreven veel langzamer afbreekt dan bij de gemiddelde Nederlandse patiënt.
Maar dat is farmacologisch een bekend probleem. Dat verschillende bevolkingsgroepen verschillende reacties hebben op medicatie. Het ligt geloof ik aan een enzym? Dat weten alle psychiaters toch?
Je zou zeggen dat alle psychiaters dat weten maar dat is niet het geval. Ik geef daar al tien jaar lang cursussen en lezingen over en ik ben keer op keer verrast door de enorme verbazing van mensen. Een bepaald anti-epilepticum dat wij als psychiaters wel eens gebruiken, dat mag je bij mensen uit bepaalde Aziatische landen pas voorschrijven als je een genetische test hebt gedaan. Dat is verplicht. Maar er is bijna niemand die dat weet.
Nederlandse patiënten hebben ook verschillende leverfuncties wat betreft verwerking van medicijnen. Individueel zijn er sowieso al verschillen.
Er zijn individueel verschillen. Maar de kans dat één op de honderd mensen een afwijkend enzym hebben, daar liggen we niet zo wakker van. We zien die patiënt natuurlijk ook dagelijks, of in elk geval regelmatig zodat we kunnen ingrijpen als er iets geks gebeurt. Maar als je van te voren al weet dat de kans niet één op honderd is, maar één op drie, dan zal je vanaf het begin anders met mensen omgaan. En nog steeds schrijven we begindoseringen voor, die veel te hoog liggen bij mensen uit veel culturen, waardoor ze barsten van de bijwerkingen zodat ze na een paar dagen al stoppen.
Geldt dat bij Marokkanen ook?
Ja, specifiek bij mensen van Marokkaanse komaf is relatief heel weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ook wereldwijd, ook in Marokko zelf. Ik ben op zoek gegaan naar Engelstalige en Franstalige publicaties en ik kom bijna niets tegen. Maar op grond van de geschiedenis van de laatste 1000 jaar leid ik af dat ongeveer een kwart van de mensen uit Marokko bepaalde medicijnen heel snel afbreekt waardoor ze meer nodig hebben. En wat meer bekend is, dat ze bij andere medicijnen vaak sneller bijwerkingen krijgen. Veel vaker dan Nederlanders.
Je hebt erover gepubliceerd.
Ik heb daarover gepubliceerd en ik ben nu bezig om een website te maken. Artsen kunnen naar die site gaan om in één oogopslag te zien waar ze rekening mee moeten houden als ze een patiënt, uit bijvoorbeeld Turkije, een medicijn willen voorschrijven. Ze zien dan in twee of drie klikken of er een probleem is en waar ze rekening mee moeten houden. Zo’n website was er wereldwijd nog niet. Ik dacht: dan ga ik hem zelf maken.
Medicijnen die artsen in Nederland standaard voorschrijven voor pychische aandoeningen werken bij niet-westerlingen vaak anders. Soms ingrijpend anders. Veel artsen zijn zich niet bewust van dat probleem.
Psychiater en antropoloog Mario Braakman is psychiater en cultureel antropoloog. Hij is hoofdopleider psychiatrie en klinische geriatrie van Pro Persona en hoogleraar transculturele forensische psychiatrie aan de Tilburg University.
Meer lezen over medicatie?
Geef een reactie