Nieuwsbericht 11 mei: Ontwikkelaars taperingstrip voor afbouw psychofarmaca gaan conflict aan met zorgverzekeraars. Waar gaat dit over? Een korte uitleg die begint bij schoenen. Stel, je hebt schoenmaat 38 en komt in een winkel die alleen maat 30, 35, 40 en 45 in huis heeft. Maat 35 is te klein. Van maat 40 zal je blaren krijgen. Wat doe je? Je gaat op zoek naar een andere winkel die wel maat 38 heeft.
Bij medicijnen werkt dat anders. Apothekers hebben van een medicijn maar een paar zogenaamde geregistreerde standaarddoseringen in huis. Vaak niet meer dan twee of drie, soms zelfs niet meer dan één. Als je het antidepressivum venlafaxine gebruikt dan kan je arts capsules voorschrijven van 37,5 mg, 75 mg of 150 mg. Als 100 mg voor jou de optimale dosis is, dan kun je die niet krijgen. In plaats daarvan krijg je 150 mg of meer. Misschien krijg je daardoor wel last van bijwerkingen die je bij 100 mg niet zou hebben. Maar of dat zo is weten we niet.
Waarom niet?
Omdat we met zijn allen volledig vastzitten in dit systeem van ‘standaarddoseringen‘. Een ‘afwijkende’ dosering mag wel, maar moet verantwoord worden. Hoe ver dat gaat, merkte ik toen me voor een lezing werd gevraagd om mijn powerpoint-slides aan te passen. Waarom? Omdat men vond dat ik reclame maakte voor niet-geregistreerde doseringen. Omdat ik vind dat mensen met schoenmaat 38 ook schoenmaat 38 moeten kunnen krijgen.
Het lijkt alsof we met zijn allen vast zijn komen te zitten in een geloof dat zegt dat het mogelijk is om op basis van groepsonderzoek (vrijwel alle wetenschappelijk onderzoek is groepsonderzoek) te bepalen wat voor een individuele patiënt de juiste dosis is. We weten natuurlijk wel dat dat niet zo is, maar in de praktijk vinden we het erg moeilijk om op een goede manier met die variatie tussen mensen om te gaan.
In mijn ogen gaat daarover dat conflict met zorgverzekeraars die zeggen dat afbouwen moet gebeuren ‘volgens de regels’ en met behulp van ‘geregistreerde standaarddoseringen’
Het fundament voor de huidige ‘regels’ voor afbouwen is namelijk zeer wankel en er is daarom geen reden om die slaafs na te volgen. Taperingstrips maken gebruik van andere dan ‘geregistreerde’ standaarddoseringen (zogenaamde magistrale bereiding) en dat moet ook. Want daardoor wordt (eindelijk!) mogelijk gemaakt wat patiënten al zo lang willen en moeten doen: geleidelijk en in kleine stapjes afbouwen in een tempo dat ze zelf kunnen bepalen. Met alleen geregistreerde standaarddoseringen is dat onmogelijk.
En dan doet zich nog een interessant probleem voor: het gebruik van taperingstrips is duurder dan het blijven gebruiken van een medicijn! Hoe komt dat? De meeste medicijnen zijn in Nederland inmiddels zeer goedkoop. Een heel jaar paroxetine, in een dosering van 20 mg, kost op dit moment slechts 14 euro en 6 cent (www.medicijnkosten.nl) exclusief kosten apotheker van 6-18 euro, die per verzekeraar kunnen verschillen.
Als een medicijn zo goedkoop is, dan is alles wat iemand helpt om daar op een goede manier mee te stoppen voor een zorgverzekeraar duurder dan domweg doorgebruiken
Of het nu gaat om gesprekken met een arts, psycholoog of psychiater, een speciale cursus, een bepaalde vorm van therapie, een opname in een kliniek, óf om het gebruik van taperingstrips. Dat geldt niet alleen voor paroxetine maar voor de meeste medicijnen (uiteraard niet voor dure kankermedicijnen, maar daarover gaat dit blog niet).
Als je op de langere termijn kijkt, naar wat het voor mensen kan betekenen als ze zonder medicijnen zoals antidepressiva of antipsychotica verder kunnen, dan wordt de berekening natuurlijk anders. Ons zorgsysteem lijkt echter vooral gericht te zijn op besparingen op de korte termijn. Zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen: Pennywise, pound foolish. Afgezien daarvan: is het niet de taak van de zorgverzekeraar om hun cliënten de zorg te bieden die ze nodig hebben?
Niet alle zorgverzekeraars willen de taperingstrips vergoeden
Die beslissing namen ze zonder zich goed over de taperingstrips te informeren. Terwijl dat toch makkelijk had gekund. Alle informatie over de ontwikkeling van de taperingstrips stond namelijk vanaf het begin op de website van Cinderella (en inmiddels ook op die van het URC). En er zijn publicaties in belangrijke vaktijdschriften: het Tijdschrift voor Psychiatrie en Psyfar. In plaats daarvan kregen cliënten die taperingstrips declareerden echter simpelweg te horen dat die niet werden vergoed.
Om aan deze onbevredigende situatie een eind aan te maken zijn we dit ‘conflict’ aangegaan. Wat ons betreft een uitnodiging aan de zorgverzekeraars om eerst met ons in gesprek te gaan en om pas daarna een beslissing te nemen. Achmea/Zk en CZ hebben die uitnodiging aangenomen en we hopen dat andere zorgverzekeraars die nog twijfelen zullen volgen. De gesprekken moeten nog plaatsvinden maar tot die tijd heeft in ieder geval Achmea/ZK besloten om de taperingstrips uit coulance te vergoeden. Cliënten aan wie vergoeding wordt geweigerd, adviseer ik om bezwaar aan te tekenen. In het nieuwsbericht staat hoe je dat kunt doen moet en daarin kun je ook al onze argumenten vinden.
Onze actie leidde tot aandacht in de media aandacht, waaronder een vraaggesprek op nieuwszender BNR en een debat met zorgverzekeraar DSW (die de strips tot nu toe overigens wel vergoed) in het EO radioprogramma Dit was Dag. Alle informatie over de taperingstrips vind je tenslotte op de websites van Cinderella en sinds kort ook op die van het URC. Wordt vervolgd.
Geef een reactie