Onder vaktherapie vallen verschillende soorten therapieën zoals; beeldende therapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie (afgekort PMT), danstherapie, kindertherapie en speltherapie.
Vaktherapie is een andere manier van behandelen
Vaktherapie is een andere manier van behandelen van psychosociale en psychiatrische problematiek. Niet praten, maar juist doen en ervaren staan bij vaktherapie centraal. Dit kan bijvoorbeeld via een rollenspel, muziek, dans, bewegingsoefeningen, sport, spelen, tekenen of houtbewerking.
Vaktherapie is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
Als cliënt doe je verschillende ervaringen op tijdens de behandeling
Deze ervaringen leiden tot nieuwe vaardigheden en inzichten die je in jouw dagelijkse leven kunt toepassen. Het gaat om emotionele vaardigheden, cognitieve vaardigheden, sociale vaardigheden of vaardigheden op lichamelijk gebied. Je kunt vaktherapie als individu, als gezin, als partners of in een groep krijgen.
Ervaringsgericht werken
Vaktherapie kan ingezet worden als (aanvulling op een) behandeling bij mensen die een psychische kwetsbaarheid hebben. Bijvoorbeeld als je last hebt van angstklachten, trauma, negatief zelfbeeld, persoonlijkheidsproblemen, depressie of het reguleren van lastige emoties.
Ook wanneer er sprake is van een psychotische kwetsbaarheid kan vaktherapie onderdeel uitmaken van de behandeling. De behandeling kan zowel in een groep als individueel gegeven worden.
Door te ‘doen’ inzicht krijgen in je ‘voelen’ en ‘denken’
De kern van al deze behandelvormen is dat je door te ‘doen’ inzicht kunt krijgen in je ‘voelen’ en ‘denken’. Dit wordt ervaringsgericht werken genoemd. Door te ervaren kunnen lastige onderwerpen bespreekbaar gemaakt worden.
De achterliggende gedachte is dat de therapeut zelf het vak (drama, beeldend, muziek, sport, etc.) goed beheerst en inzet in de therapie. Om baat te hebben van vaktherapie is het dus niet nodig dat je zelf goed kan tekenen, sporten of een instrument bespelen. In de therapie staat de ervaring en het proces centraal.
Zo wordt bijvoorbeeld in een beeldende therapie gebruikt gemaakt van verschillende materialen. Zoals het werken met papier, potloden, verf, klei, stof, steen of hout. Ieder materiaal heeft andere eigenschappen. Houtskool gedraagt zich anders dan waterverf en het gebruik van klei is weer anders dan papier. De beeldend therapeut gaat samen met je op zoek naar een passende werkvorm om via het materiaal een therapeutisch proces op tot gang te laten komen.
Psychomotorische therapie (PMT)
Bij psychomotorische therapie probeer je bewust te worden over wat je in je lijf ervaart. Zoals spanningen, ontspanning, hoe je beweegt, lichaamstaal of je ademhaling. Psychomotorisch therapie maakt gebruikt van sport-en-spel en lichaamsoefeningen zoals bijvoorbeeld ontspanningstechnieken.
Ook runningtherapie kan ingezet worden bij psychomotorische therapie. Op de website vaktherapie.nl kun je meer lezen over vaktherapie en de verschillende therapievormen.
Voorbeeld beeldende therapie
Marieke heeft last van angstklachten en ze slaapt slecht. Zes maanden geleden heeft ze een psychose doorgemaakt. Marieke vindt het lastig om te praten over haar angsten.
Ze voelt veel emotie, maar vindt het moeilijk om er woorden aan te geven. De beeldend therapeut helpt Marieke een landschap te maken over wat zij voelt. Met pastelkrijt en een groot vel papier gaat Marieke aan de slag. Als de tekening klaar is bespreekt ze met de beeldend therapeut wat ze gemaakt heeft.
Marieke begrijpt nu beter waar haar angsten over gaan en het lukt haar om erover te vertellen.
Voorbeeld psychomotorische therapie
Inneke is opgenomen op de psychiatrische afdeling van het algemene ziekenhuis (PAAZ) omdat ze erg onrustig en depressief is. Naast de therapeutisch gesprekken en medicatie doet zij ook mee met de psychomotorische therapie (PMT).
Samen met andere patiënten is er iedere week een hardloopgroep waar ze bij aansluit onder begeleiding van een psychomotorisch therapeut. De therapeut helpt haar om een trainingsschema te maken dat past bij haar belastbaarheid.
Al snel merken Inneke en haar therapeut dat zij vaak over haar grenzen heen gaat tijdens het hardlopen. Inneke wil harder lopen dan haar eigenlijk lukt en dat zorgt ervoor dat zij zichzelf uitput. De therapeut leert Inneke haar energie tijdens het sporten beter te verdelen. En om te voelen wanneer ze moe is en hoe ze het rustiger aan kan doen.
Dit helpt Inneke om ook bij andere activiteiten beter bewust te zijn van haar energie.
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Wil je PsychoseNet steunen?
Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.