Ineens had ik vrije tijd. Héél veel vrije tijd. Vrije tijd: iets waarop ik altijd hoopte en wat er eindelijk was. Ik was ziekgemeld op mijn werk met ‘overspannenachtige’ klachten. Klachten waarmee ik al tijden liep.
Mijn eerste bezoek aan de huisarts bracht me niet het antwoord dat ik wilde horen: ik wilde hulp, maar zij vertelde me om uit te rusten van een drukke, vervelende tijd.
Twee weken uitrusten en leuke dingen doen en dan kijken hoe het zou gaan
Het probleem was alleen dat er juist van dat uitrusten niks zou komen, want als moeder in een gezin met vier kinderen, waaronder pleegkinderen en dus veel regelzaken erbij, zou ik aan van alles toe komen, behalve aan het uitrusten. Dat die twee weken ook nog eens samenvielen met de Kerstvakantie van de kinderen en mijn man dus extra kon werken ‘want ik was toch thuis’, bracht mij definitief van een overspannenheid naar een burn-out.
Terwijl om mij heen mensen zeiden dat ik vooral even moest genieten van het niet hoeven werken en me alleen hoefde te storten op de kinderen en leuke dingen doen, kwam ik nergens aan toe. Ik was te moe. Te opgefokt. Te geïrriteerd. Mijn oudste kinderen konden zelfstandig zwemmen, naar de bioscoop en naar de stad en ik sponsorde ze dan ook flink in hun activiteiten. Ze mochten alles, omdat ik dán een beetje zou kunnen uitrusten. De kleintjes kon ik wel achter een film zetten. De vrije tijd die ik dan had, besteedde ik aan even snel stofzuigen, wassen, koken en schoonmaken.
De tijd vorderde en ik bleek in plaats van een burn-out, een depressie te hebben
Met yoga was ik inmiddels gestopt; want hoe kon ik in vredesnaam stilzitten terwijl ik zó onrustig was? Met hardlopen stopte ik; ik was te moe. Lekkere gerechten uitzoeken om vervolgens te bereiden kostte me te veel moeite. Met de kinderen naar de stad gaan of wat anders leuks doen; ik had er geen zin in.
En ondertussen bárstte ik van de vrije tijd. Vrije tijd die ik vulde met slapen, zitten, het kijken naar de klok en het hoognodige huishouden. Vrienden, familie en buren; iedereen vroeg me af te spreken, want ‘ik zat toch thuis en had alle tijd’. Ik negeerde appjes, de deurbel, de telefoon, mailtjes.
Mensen die me jaloers zeiden dat ik vanaf nu hele dagen Netflix-series kon kijken, kon ik teleurstellen
Na vier keer de eerste aflevering van House of Cards gezien te hebben, wist ik alleen de namen van de hoofdpersonen te reproduceren. Mensen die zeiden dat ik nu eindelijk eens lekker boeken kon lezen, vertelde ik maar niet dat het doorbladeren van de LINDA al een hels karwei was. En dan keek ik alleen nog maar plaatjes. Teksten over botox, diëten en aparte relaties kon ik al niet aan. Mijn depressie werd erger in plaats van dat deze minder werd. Er werd gehamerd op een dagstructuur, op leuke activiteiten ondernemen. Maar niks lukte.
Ik werd opgenomen
Tijdens de creatieve momenten vermaakte ik me met armbanden maken, verven, gedichten schrijven, ik kleurde kleurplaten voor volwassenen en ik maakte – wie had het ooit kunnen denken – zelf kaarten. Omdat ik het meeste niet eens met tegenzin deed, besloot ik na de opname deze nieuwe hobby’s voort te gaan zetten. Het deed me immers goed.
Voor 90 Euro bestelde ik kralen en bedeltjes. Ik kocht – bijna manisch – de Hema en Action leeg voor kaarten, stickers, verf, penselen en schildersdoeken. Bij de plaatselijke spellenwinkel kocht ik puzzels van 1000 stukjes, zoals ik ze had gezien tijdens mijn opname. Ik kocht goede kleurpotloden, mooie kleurplaten en ook notitieboekjes bleef ik kopen: voor al mijn gedichten. Ik moest en zou mijn vrije tijd gaan vullen met leuke dingen.
De puzzels werden gemaakt door mijn man en oudste dochters. De stickers werden door mijn jongste dochtertje in het kleurboek voor volwassenen geplakt. Vriendinnetjes werden door de kinderen naar huis gelokt om mooie armbanden te maken. Iedereen vermaakte zich. Behalve ik. Mijn dagen bleven vol vrije tijd. Tijd die ik zag als tijd die ik moest overleven.
Inmiddels ben ik wéér een stuk verder
Ik denk weer eens aan wielrennen, aan hardlopen, maar zover ben ik nog niet. Ik begin weer rustig met afspreken. Ik schilder niet, maar schrijf wel. Ik maak geen kaartjes, maar koop wel mooie kaarten om te versturen. Ik maak geen armbandjes, maar kijk weer eens voorzichtig in de etalages van de juwelier.
Voor de meeste mensen is vrije tijd een luxe, een cadeau. Voor mij en ik denk voor vele anderen, is vrije tijd vaak een last. Tijd waarin je weet dat je leuke dingen kán doen, maar waarin je vervolgens absoluut geen zin hebt. Vrije tijd: van luxe naar last.
Maar hopelijk vanaf nu weer: van last naar luxe!
Geef een reactie