Professor Iris Sommer vertelt over het recente onderzoek naar specifieke antipsychotica medicatie voor vrouwen. Ze vertelt hoe dit wordt verbeterd want: “Dit betekent ook dat na de menopauze de symptomen aanzienlijk kunnen verergeren, omdat de bescherming door natuurlijke oestrogenen dan definitief wegvalt. Inderdaad gaat het algemene functioneren van vrouwen met een psychotische aandoening na de menopauze gemiddeld naar beneden”.
Hoewel sommige patiënten de voorkeur geven aan behandeling zonder medicatie, wordt een acute psychose meestal behandeld met antipsychotische medicatie. Als de acute psychose over is, krijgen veel patiënten voor langere tijd antipsychotica voorgeschreven om een nieuwe psychose te voorkomen (onderhoudsbehandeling). Klassieke antipsychotica zoals haloperidol worden nog steeds gebruikt, terwijl tweede generatie antipsychotica, zoals olanzapine en amisulpride, vaak de voorkeur genieten vanwege hun betere evenwicht tussen werkzaamheid en bijwerkingen. In de meeste landen, waaronder Nederland, worden antipsychotica op vergelijkbare wijze voorgeschreven aan mannen en vrouwen. Dat wil zeggen dat er weinig verschil is in welk antipsychoticum wordt gekozen en in welke dosis het wordt voorgeschreven.
Recent onderzoek van onze groep suggereert echter dat het tijd is om wel een onderscheid te maken
Het vrouwelijk lichaam is niet hetzelfde als het mannelijk lichaam. Ook is het vrouwelijk brein niet hetzelfde als het mannelijk brein. Geslachtshormonen, zoals testosteron en oestrogenen, hebben een aanzienlijke invloed op onze hersenen en op ons gedrag. In 2021 werd daarom de Alliantie Gender en GGZ opgericht, die behandeling op maat voor mannen en vrouwen op de kaart gaat zetten.
Laten we ons voor nu concentreren op oestrogenen, de vrouwelijke hormonen
Mannen maken ook oestrogenen aan, maar bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd is de aanmaak van oestrogenen dubbel zo hoog. Dat wil zeggen: tussen de puberteit en de menopauze. In deze zogenoemde “vruchtbare jaren” hebben vrouwen over het algemeen een menstruatiecyclus met een periode met weinig oestrogenen tijdens de menstruatie en een periode met veel oestrogenen, in het andere deel van de menstruatie cyclus. Voor mensen met psychotische stoornissen kunnen deze oestrogenen een belangrijke steun zijn.
Oestrogenen zijn gunstig voor de geestelijke gezondheid
In het algemeen en voor psychotische aandoeningen in het bijzonder. In perioden waarin veel oestrogeen wordt aangemaakt, zijn vrouwen relatief beschermd tegen negatieve symptomen (gebrek aan energie en motivatie) en verstandelijke problemen (moeite met concentreren en onthouden). Dit betekent dat deze symptomen tijdens de menstruatieperiode iets heviger kunnen worden, zoals sommige vrouwen inderdaad merken. Dit betekent ook dat na de menopauze de symptomen aanzienlijk kunnen verergeren, omdat de bescherming door natuurlijke oestrogenen dan definitief wegvalt. Inderdaad gaat het algemene functioneren van vrouwen met een psychotische aandoening na de menopauze gemiddeld naar beneden.
Wat heeft dit alles met antipsychotica te maken? Nou, eigenlijk, heel veel
Ten eerste worden de meeste antipsychotica afgebroken door een enzym in de lever dat CYP1A2 heet. Dit enzym breekt antipsychotica af, zodat ze niet langer actief zijn. Op enkele uitzonderingen na (quetiapine, amisulpride, paliperidone en lurasidone) zijn alle antipsychotica afhankelijk van dit enzym voor hun afbraak en uiteindelijke opruiming uit het lichaam. Oestrogenen vertragen dit enzym echter. Hierdoor zullen vrouwen in de vruchtbare periode een minder actief enzym hebben, wat betekent dat de afbraak van de meeste antipsychotica trager verlopen. Wanneer vrouwen in hun vruchtbare periode dus een vergelijkbare hoeveelheid van haloperidol, olanzapine, risperidon of de meeste andere antipsychotica krijgen zoals normaal gesproken aan mannen wordt gegeven, zullen de concentraties in hun lichaam hoger worden dan bij mannen.
Dit kan leiden tot bijwerkingen
De manier waarop ik dit aanpak, is dat ik tenminste jaarlijks de antipsychotica bloedspiegels bij vrouwen meet. Die meting moet dan gebeuren in de vruchtbare fase van de cyclus, dus niet tijdens de menstruatie. Soms blijkt dan dat de hoeveelheid medicatie in het bloed erg hoog is en kan de dosis wat verlaagd worden. Voor vrouwen die al een zeer lage dosis krijgen, zijn dergelijke metingen overigens niet nodig.
Maar er is meer
Veel antipsychotica, zoals risperidon, haloperidol en amisulpride, zorgen voor een toename van een ander hormoon dat prolactine heet. Dit hormoon is een belangrijke speler na de geboorte van een baby, omdat het de borstontwikkeling en de melkproductie van de moeder mogelijk maakt. Buiten de kraamtijd om zou het prolactineniveau vrij laag moeten zijn. Veel antipsychotica hebben echter als bijwerking dat ze de aanmaak van prolactine verhogen. Alleen de antipsychotica aripiprazol en brexpiprazol hebben die bijwerking niet. Quetiapine veroorzaakt wel enige prolactine toename, maar een stuk minder dan de meeste andere antipsychotische middelen.
Wat betekent nu een hoge prolactine aanmaak?
Het kan betekenen dat de borsten wat gespannen aanvoelen en iets groter worden. In sommige gevallen kan er zelfs een beetje melkproductie zijn. Maar er is nog iets: misschien hebt je wel eens gehoord dat vrouwen die borstvoeding geven, niet gemakkelijk opnieuw zwanger worden? Dat komt omdat prolactine de aanmaak van oestrogenen remt. Dat is een mooi natuurlijk mechanisme om te zorgen dat een vrouw de kindjes niet te snel achter elkaar krijgt, zodat ze ze rustig kan zogen. Maar bij vrouwen met psychotische stoornissen hadden deze oestrogenen juist zo’n belangrijke beschermende rol! Met de toename van prolactine door antipsychotica, wordt de aanmaak van oestrogenen geremd. Wat je daarvan kunt merken is dat de menstruatie uitblijft, en dat vrouwen geen regelmatige menstruatiecyclus meer hebben. Bovendien kan het tot gevolg hebben dat er juist een toename van negatieve symptomen en problemen met het denkvermogen op treedt, omdat dit de symptomen zijn die door de oestrogenen op lage niveaus worden gehouden.
Wat kunnen we hieraan doen?
Verschillende dingen. Voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd die langere tijd een antipsychoticum gebruiken, dus eerder jaren dan maanden, zou het goed zijn om van tijd tot tijd de bloedspiegels van dat antipsychoticum te controleren. Mensen die clozapine gebruiken doen dit al, van dat medicijn worden in elk geval jaarlijks de bloedspiegels gecontroleerd, maar van de andere medicijnen doen we dat niet standaard. Toch kan dat ook voor andere antipsychotica nuttig zijn om overdosering te voorkomen. Als de dosis al heel laag is, is de kans op overdosering sowieso heel klein en is bepaling van de bloedspiegel dus niet nodig. Bij langer gebruik van antipsychotica (jaren in plaats van maanden) zou het goed zijn een antipsychoticum te gebruiken dat prolactine niet of nauwelijks verhoogt, dat zou aripiprazol, brexpiprazol of quetiapine kunnen zijn. Als je nu net stabiel bent op een ander antipsychoticum en je wilt geen risico lopen op een psychose terugval, dan kan het veiliger zijn een lage aanvullende dosis aripiprazol te nemen dan om over te stappen op een ander antipsychoticum. Toevoegen van aripiprazol zal ook helpen om van de ongewenste prolactine toename af te komen.
Ook kun je denken aan extra oestrogenen
Dat kan via een anticonceptiepil, en dan specifiek de combinatie-pil voor vrouwen die in de vruchtbare leeftijd zijn maar geen kinderwens hebben. Voor vrouwen na de menopauze is Hormoon Substitutie Therapie mogelijk, wat het expertise gebied is van de gyneacoloog. Deze hormoonbehandelingen hebben echter wel een prijs, omdat ze het risico op bloedstolling en zelfs op borstkanker kunnen vergroten, maar ze kunnen ook voordelen bieden zoals geboortebeperking en voor vrouwen na de menopauze een verslechtering van de psychotische stoornis voorkomen. Een alternatief is het middel raloxifen, waar we in onderzoeksverband gunstige resultaten van zien, vooral bij vrouwen na de menopauze. Dit middel boots de werking van oestrogenen na, maar geeft geen verhoogde kans op borstkanker. Een gynaecoloog is waarschijnlijk de meest aangewezen persoon om je hierover te informeren en te helpen hierover te beslissen.
Iris Sommer is psychiater en professor bij het UMC Groningen
Meer lezen over specifieke behandeling voor psychose bij vrouwen?
Geef een reactie