Het lijkt zo simpel. Tijdens een depressie hoeft Lonneke alleen terug te kijken om het lichtpuntje te zien dat de weg uit de depressie aangeeft. “Ik heb het immers eerder overwonnen, ik ben die weg vaker gegaan. Maar wat is dat toch moeilijk.”
Aan het begin van de lente vertrok ik op schrijfretraite naar Ameland.
Daar logeerde ik letterlijk onder de vuurtoren
Ik schreef toen dit stukje tijdens wat achteraf een gemengde episode was. Hoe toevallig: ik stuur dit blog in op de vooravond van een fietsvakantie gecombineerd met een week workshops bij Buitenkunst, terwijl ik ondertussen ook zwaar depressief ben. Hopelijk vind ik deze zomer onderweg opnieuw mijn bakens, weg uit de depressie.
Het is nog niet laat, wel donker
Het is blijkbaar weer depressietijd. Ik mag niet klagen. Het is de eerste echte depressie sinds de zomer. Ik heb sindsdien zware tijden gekend, maar tot nu toe nog niet een slepende, weken durende depressie die weigert te luisteren naar mijn coping-strategieën. Hoewel ik niet mag klagen, doe ik het wel.
Het is dodelijk vermoeiend om telkens te moeten zoeken naar een lichtpuntje om verder te kunnen gaan
Het ruisen klinkt als het verre ruisen van de A4 op een late zomeravond en toch anders. De straten die ik vanaf mijn heuvel kan zien zijn leeg. Nergens zijn koplampen of geluiden van auto’s op te merken. Alleen het constante ruisen. Rondom mij schijnt het groene schijnsel van de lantaarnpaal.
In de lege straat, in het donker, beklim ik de heuvel verder. Boven aangekomen zie ik achter me wat lichten schijnen uit de huizen ver weg.
Ik ben deel van het donker
Mijn hoofd is donker
Met een zo zeker mogelijk pas loop ik verder over de stille weg. Een boom ziet er spookachtig uit. In de verte wijzen andere groene lantaarnpalen waar een grote parkeerplaats is. Zelf ben ik omgeven door duinen die door een felle maan verlicht worden. Boven me schijnen tussen de zilver-omrande wolken meer sterren dan in het stadse. Het was vandaag helder, daardoor is het nu extra koud.
Ik daal de heuvel af, passeer het lege parkeerterrein en beklim wederom een heuvel. Nog steeds ben ik alleen. Zover als ik kan kijken duinen, de weg, een heldere maan, enkele groene lantaarnpalen, zilveren wolken, nog veel meer sterren en als ik boven een nieuwe heuvel sta, strand en zee. De maan verlicht de witte koppen van de golven.
Voorbij de ruisende kustlijn liggen bakens in het donker
Roodgekleurde, constant schijnende en witte flikkerende lichten waarschuwen waar het Borndiep ligt en vooral waar niet. Ik zie over het strand, de zee en de duinen glijdende lichten. Driemaal kort en dan is het drie seconden donker. Ik weet dat dat het licht van de vuurtoren achter mij is aan wiens voet mijn huisje staat.
Ik hoef me alleen maar om te draaien om het baken te zien en te weten hoe ik weer thuiskom. Het is alleen wel knap lastig.
Meer lezen van Lonneke?
Ken je de hoofdstukken van PsychoseNet al?
De professionals van PsychoseNet schreven deze hoofdstukken met betrouwbare, hoopgevende informatie.
Behoefte aan een luisterend oor?
Wil je je verhaal kwijt? Onze PsychoseNet chatprofessionals staan voor je klaar.
Geef een reactie