Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Bram-Sieben

Bram-Sieben schrijft maandelijks een bijdrage voor Psychosenet. Hij is actief voor patiëntenvereniging Anoiksis. Ook is hij als  onderzoeksmedewerker betrokken bij HAMLETT en OPHELIA. Dat zijn twee grote Nederlandse onderzoeken naar het gebruik en afbouw van anti-psychotische medicijnen.

Brams kennismaking met de wetenschap – Sanne Schuite-Koops

blog-brams kennismaking Sanne Schuite

De maandelijkse blogs van Bram hebben als doel meer bekendheid te geven aan het onderzoeksveld rondom psychoses met ruimte voor de persoonlijke kant van de onderzoeker.  Veel plezier met het lezen van dit blog waarin we onderzoeker Sanne Schuite-Koops ontmoeten.

Sanne doet onderzoek naar breinstimulatie

Zij deed haar PhD (promotieonderzoek) over breinstimulatie als behandeling tegen stemmen horen. Ze heeft twee RCT onderzoeken gedaan. Dat zijn onderzoeken waarbij een placebo groep wordt gebruikt, en waarbij mensen willekeurig worden verdeeld over de behandel groep en een namaakbehandeling (placebo) groep. Idealiter ook dubbelblind. Dat betekent dat zowel de patiënt als onderzoeker niet weet wie er in welke groep zit.

Ze heeft twee methoden gebruikt, Transcraniële Magnetische Stimulatie (TMS) en Transcraniële Gelijkstroom stimulatie (tDCS). TMS is met een magneet en tDCS is met zeer lichte stroom (circa 2 mA). De groepen bestonden uit 71 en  54 mensen voor de methoden respectievelijk. Het was veel werk om alle data zelf te verzamelen. Het leuke daarvan is nu dat ze alle deelnemers goed kent.

Bij een paar mensen heeft het onderzoek een positief resultaat laten zien. Op groepsniveau was er echter geen effect waar te nemen. Beide groepen vertoonden een lichte afname van klachten. Het zou bij een op de tien mensen kunnen helpen, maar het is lastig te bepalen bij wie. Daarnaast is de behandeling ook lastig. Je moet precies de juiste plek weten te vinden op de schedel voor een gunstig effect. Dat lukt niet altijd. Vrouwen en jongeren waren beter te behandelen. Mogelijk door verschillen in plasticiteit (aanpassingsvermogen van het brein) en de ‘schedel-tot cortex’ afstand.

Sanne heeft OPHELIA, een verrijking en verlenging van het HAMLETT onderzoek, helpen opstarten

Op dit moment is OPHELIA aan HAMLETT vastgemaakt. Binnen HAMLETT worden mensen voor 4 jaar gevolgd. Met de OPHELIA verlenging komt daar nog eens 6 jaar bij, dus deelnemers die verder willen gaan naar OPHELIA worden uiteindelijk gedurende 10 jaar gevolgd. Binnen OPHELIA worden er nog wat extra onderzoeken toegevoegd aan HAMLETT.

Daarnaast is Sanne betrokken bij onderzoek naar taal, samen met bijvoorbeeld  Alban Voppel (zie een eerdere blog). Dat onderzoek bekijkt of je op basis van spraakopnames en taalanalyse o.a. (beter of eerder) een diagnose kunt stellen. Ook is het misschien mogelijk om te volgen hoe het gaat na behandeling. Is een terugval hiermee bijvoorbeeld sneller te herkennen?  Daarbij is het ook zaak er op te letten dat deze methodiek niet tot misbruik kan leiden door goed te letten op de privacy. Sanne houdt zich daarvoor bezig met de ethiek en regelgeving binnen dit project.

Sanne heeft zelf ervaring met GGZ behandeling toen ze jongvolwassene was

Zij heeft jaren last gehad van een eetstoornis. Onder een bepaald gewicht kreeg ze rare ideeën en werd de wereld donker voor haar. Ze is er na 2 jaar therapie helemaal van afgekomen. Haar ervaring heeft bepaald dat ze ook anderen wilde gaan helpen. Zij studeerde eerst een jaar pedagogiek. Daarna is ze psychologie gaan doen. Binnen psychologie bleek haar interesse vooral uit te gaan naar de werking van het brein. Ze deed een neuropsychologie bachelor en ging daarna een master neurowetenschappen doen. Als stagiair is zij begonnen bij de groep van Iris Sommer, en nu is ze daar postdoc.

Voor Sanne is de hoofdvraag van HAMLETT heel interessant.

Heeft het zin om de richtlijn te volgen of is eerder afbouwen op de lange termijn zinvoller?

En bij wie wel en bij wie niet? Het is een groot onderzoek met veel deelnemers, dus de verwachting is dat we er echt wat over kunnen gaan zeggen. En de vragen doen er toe. Dat is voor Sanne belangrijk in haar onderzoek. Ook is het leuk een jonge groep mensen met psychose mee te maken, na veel met deelnemers te hebben gewerkt die weinig tot niet reageerden op behandeling. Hierdoor heeft ze toch een wat positiever beeld over de herstelmogelijkheden van de doelgroep. Een aanzienlijk deel van de deelnemers herstelt gelukkig gewoon goed.

Sanne heeft een gezin met drie kinderen

Daarbij heeft ze als fulltime werkende vrouw wel af en toe wat gemerkt van vooroordelen. Moet je niet minder werken voor de kinderen? Mis je je kinderen niet? En toen haar man parttime werkte :  “Kan hij niet meer gaan werken?” Gelukkig heeft ze daar bij de groep van Iris Sommer geen last van. Daar is zowel begrip voor ouderschapsverlof, maar ook voor het werken aan je carrière. Dat kan prima als je kinderen hebt.

Balans houden

Door haar gezin en werk te combineren heeft Sanne het wel druk. Dat maakt het soms zoeken naar een balans tussen werk en privé. Om te ontspannen speelt ze spelletjes met vrienden, gaat ze wandelen of een boek lezen. Ook kijkt ze soms series. Daarnaast vindt ze skiën en paardrijden heel leuk. Laatst deed ze een huttentocht met vriendinnen, wat erg bijzonder was.

Bij (werk)stress zijn haar kinderen ook belangrijk. Door samen een spelletje te doen, en te zien hoe ze in het nu leven, eenvoudig en wijs, kan ze alles beter relativeren. “Het is toch al goed!(?)”  Haar gezin levert haar vooral veel mooie momenten op. Samen tijd doorbrengen vindt ze belangrijk; de kinderen ‘s avonds (voor)lezen voor het slapen gaan, samen ontbijten en avondeten en de weekenden niet te vol plannen.

Quote: “Uiteindelijk probeert iedereen het beste te doen, toch? Het beste te geven voor zijn/haar kinderen, en zo goed mogelijk te leven. Daar is geen blauwdruk voor. 

Foto creative commons (piqsels)

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *