De laatste 50 jaar heeft de GGZ zich best goed ontwikkeld, maar tegelijkertijd is er ook een prangende paradox ontstaan, die voortkomt uit de enorme ontwikkellust van de academische psychologie en psychiatrie. Conceptuele competentie is een nieuw begrip, waarbij je als hulpverlener met enige flexibiliteit door de nuances van menselijk gedrag en psychologische ervaringen kunt navigeren.
Aan de ene kant hebben we een enorme toename gezien in het gebruik van technische kennis en diagnostische modellen om mentale variaties te classificeren en technische ‘psychodiagnostiek’ toe te passen. Aan de andere kant echter is er een groeiend besef dat deze kennis zeer relatief is omdat geen enkele cliënt volledig past binnen deze strikt gedefinieerde grenzen.
Technische assessments
Het gebruik van uitgebreide technische assessments en diagnostiek van symptomen, trekken, gedrag, persoonlijkheid, behandelrespons en constructen zoals ‘sociale cognitie’ heeft een praktijk gebracht waarin diagnostiek, behandeling en onderzoek steeds meer ‘gestandaardiseerd’ kan worden.
Ook is er een soort vermenging opgetreden van wetenschap en verhalen vertellen, waarin verhalen over psychische aandoeningen op een biochemisch, neurologisch en cognitief niveau steeds meer worden gebracht als een soort nieuwe realiteit. Maar er is een andere kant van de medaille. Zo is de ‘nieuwe’ kennis niet zo hard en wetenschappelijk als wordt voorgedaan. Het zijn meer verhalen dan harde wetenschap zoals de natuurkunde of de scheikunde.
Afstandelijke interactie
Wat ook steeds duidelijker wordt is dat deze benadering soms kan leiden tot een afstandelijke interactie tussen hulpverlener en cliënt. Cliënten kunnen het gevoel krijgen dat hun persoonlijke ervaringen in het gesprek ondergeschikt worden gemaakt aan technische constructen in het hoofd van de hulpverlener, wat kan leiden tot het gevoel niet echt gezien of gehoord te worden. Men ziet letterlijk de hulpverlener aan het werk op een niveau waarin de oorspronkelijke ervaring van de cliënt letterlijk zoek is geraakt.
Deze ’techno-afstand’ heeft geleidelijk een grotere vorm aangenomen. Psychiaters, psychologen en soms ook verpleegkundig specialisten kunnen zo verdiept raken in hun technische ‘kennis’ dat de mens voor hen uit het zicht raakt. Dit werd bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk toen een jonge vrouw, die heftige trauma’s uit haar jeugd had ervaren en regelmatig psychisch ontregelde, te horen kreeg van een hulpverlener dat ze geen PTSS kon hebben omdat ze niet voldeed aan de criteria uit de DSM5. Deze situatie onderstreept het gevaar van een te rigide vasthouden aan diagnostische labels.
Zorgverlening vraagt om flexibiliteit
Het is voor mensen soms moeilijk om te begrijpen dat de criteria voor bijvoorbeeld PTSS niet dwingend of wetenschappelijk absoluut zijn. Ze vormen een richtlijn, geen onwrikbare regels. Echte zorgverlening vraagt om flexibiliteit en het aanpassen van onze ‘diagnostische hokjes’ aan de unieke situatie van elke cliënt, niet andersom. De aanname dat een cliënt op een specifieke manier moet reageren tijdens het delen van traumatische ervaringen, als een ‘criterium’ voor de diagnose, is een voorbeeld van hoe technische verwachtingen de realiteit van iemands pijn kunnen overschaduwen.
Conceptuele competentie
Deze situaties benadrukken het belang van wat we ‘conceptuele competentie’ noemen. Dit is een nieuw begrip en wordt voorgesteld als iets dat met enige urgentie in de opleiding van hulpverleners een plek moet krijgen. Conceptuele competentie houdt in dat een hulpverlener niet alleen goed geïnformeerd moet zijn over de verschillende psychologische/psychiatrische theorieën en modellen, maar juist ook in staat moet zijn deze kennis kritisch te relativeren en aan te passen aan de individuele behoeften van de cliënt. Het gaat om het balanceren van wat we soms teveel gaan zien als wetenschappelijke kennis met empathie en menselijk inzicht, waarbij de cliënt altijd centraal staat.
Conceptuele competentie stelt hulpverleners in staat om verder te kijken dan de strikte kaders van diagnostische labels en technische psychodiagnostiek. Het helpt hen te begrijpen dat mentale gezondheidsproblemen complex en dynamisch zijn, en meestal niet volledig te vatten binnen de grenzen van bestaande theorieën of behandelprotocollen. Dit begrip leidt tot een meer flexibele en empathische benadering, waarbij de behandeling niet alleen gebaseerd is op algemene richtlijnen, maar ook op de persoonlijke ervaringen en behoeften van de cliënt.
Navigeren door de nuances van menselijk gedrag
Voor hulpverleners in de GGZ betekent het ontwikkelen van conceptuele competentie dat ze uitgerust zijn om de nuances van menselijk gedrag en psychologische ervaringen te navigeren. Het stelt hen in staat om behandelingen te personaliseren en tegelijkertijd een holistische kijk te behouden die rekening houdt met zowel psychologische, biologische als sociale e existentiële factoren die van invloed kunnen zijn op de geestelijke gezondheid. Dit is vooral belangrijk in een veld waar geen enkele cliënt hetzelfde is en waar de effectiviteit van de zorg sterk afhankelijk is van de relevantie en toepasbaarheid van de gekozen behandelmethoden, en de kwaliteit van de relatie met de cliënt.
Kennis in de psychologie en psychiatrie is relatief
In de geestelijke gezondheidszorg moeten we dus heel voorzichtig zijn met onze aannames over wat als harde kennis wordt beschouwd. Kennis in de psychologie en psychiatrie is relatief en moet altijd met een kritische blik bekeken worden. Het ultieme doel is om een zorgomgeving te creëren waarin de cliënt zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelt. Dit is niet alleen de kern van goede zorg, maar ook van menselijkheid binnen de gezondheidszorg. Zonder een goede relatie met de client is het immers onwaarschijnlijk dat behandeling gericht op verandering ten goede ooit mogelijk gaat zijn.
Meer blogs lezen van Jim van Os?
Hierbij een greep uit de blogs van Jim van Os.
- Pleidooi voor Individuele Zorg – de valstrik van groepsgebaseerde GGZ-Standaarden
- Innovatie in de Hulpverlening: eSpreekuur & Chat bij Psychosenet.nl
- De Mentale Dimensie – kompas voor een veilige toekomst
Ps: Je vindt de blogs van Jim hier allemaal!
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.
Geef een reactie