Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Jim van Os

Jim van Os is een herstelgerichte psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht.

Jim van Os werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Jim is ook familielid van mensen met psychosegevoeligheid.

Jim van Os schreef deze toegankelijke boeken:

Trauma Begrijpen in 33 vragen

Psychose Begrijpen in 33 vragen

Neurodiversiteit Begrijpen in 33 vragen

We zijn God niet

Conceptuele competentie in de GGZ – het dilemma van technische assessments

Conceptuele competentie: Als hulpverlener met enige flexibiliteit door de nuances van gedrag en psychologische ervaringen navigeren.

De laatste 50 jaar heeft de GGZ zich best goed ontwikkeld, maar tegelijkertijd is er ook een prangende paradox ontstaan, die voortkomt uit de enorme ontwikkellust van de academische psychologie en psychiatrie. Conceptuele competentie is een nieuw begrip, waarbij je als hulpverlener met enige flexibiliteit door de nuances van menselijk gedrag en psychologische ervaringen kunt navigeren.

Aan de ene kant hebben we een enorme toename gezien in het gebruik van technische kennis en diagnostische modellen om mentale variaties te classificeren en technische ‘psychodiagnostiek’ toe te passen. Aan de andere kant echter is er een groeiend besef dat deze kennis zeer relatief is omdat geen enkele cliënt volledig past binnen deze strikt gedefinieerde grenzen.

Technische assessments

Het gebruik van uitgebreide technische assessments en diagnostiek van symptomen, trekken, gedrag, persoonlijkheid, behandelrespons en constructen zoals ‘sociale cognitie’ heeft een praktijk gebracht waarin diagnostiek, behandeling en onderzoek steeds meer ‘gestandaardiseerd’ kan worden.

Ook is er een soort vermenging opgetreden van wetenschap en verhalen vertellen, waarin verhalen over psychische aandoeningen op een biochemisch, neurologisch en cognitief niveau steeds meer worden gebracht als een soort nieuwe realiteit. Maar er is een andere kant van de medaille. Zo is de ‘nieuwe’ kennis niet zo hard en wetenschappelijk als wordt voorgedaan. Het zijn meer verhalen dan harde wetenschap zoals de natuurkunde of de scheikunde.

Afstandelijke interactie

Wat ook steeds duidelijker wordt is dat deze benadering soms kan leiden tot een afstandelijke interactie tussen hulpverlener en cliënt. Cliënten kunnen het gevoel krijgen dat hun persoonlijke ervaringen in het gesprek ondergeschikt worden gemaakt aan technische constructen in het hoofd van de hulpverlener, wat kan leiden tot het gevoel niet echt gezien of gehoord te worden. Men ziet letterlijk de hulpverlener aan het werk op een niveau waarin de oorspronkelijke ervaring van de cliënt letterlijk zoek is geraakt.

Deze ’techno-afstand’ heeft geleidelijk een grotere vorm aangenomen. Psychiaters, psychologen en soms ook verpleegkundig specialisten kunnen zo verdiept raken in hun technische ‘kennis’ dat de mens voor hen uit het zicht raakt. Dit werd bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk toen een jonge vrouw, die heftige trauma’s uit haar jeugd had ervaren en regelmatig psychisch ontregelde, te horen kreeg van een hulpverlener dat ze geen PTSS kon hebben omdat ze niet voldeed aan de criteria uit de DSM5. Deze situatie onderstreept het gevaar van een te rigide vasthouden aan diagnostische labels.

Zorgverlening vraagt om flexibiliteit

Het is voor mensen soms moeilijk om te begrijpen dat de criteria voor bijvoorbeeld PTSS niet dwingend of wetenschappelijk absoluut zijn. Ze vormen een richtlijn, geen onwrikbare regels. Echte zorgverlening vraagt om flexibiliteit en het aanpassen van onze ‘diagnostische hokjes’ aan de unieke situatie van elke cliënt, niet andersom. De aanname dat een cliënt op een specifieke manier moet reageren tijdens het delen van traumatische ervaringen, als een ‘criterium’ voor de diagnose, is een voorbeeld van hoe technische verwachtingen de realiteit van iemands pijn kunnen overschaduwen.

Conceptuele competentie

Deze situaties benadrukken het belang van wat we ‘conceptuele competentie’ noemen. Dit is een nieuw begrip en wordt voorgesteld als iets dat met enige urgentie in de opleiding van hulpverleners een plek moet krijgen. Conceptuele competentie houdt in dat een hulpverlener niet alleen goed geïnformeerd moet zijn over de verschillende psychologische/psychiatrische theorieën en modellen, maar juist ook in staat moet zijn deze kennis kritisch te relativeren en aan te passen aan de individuele behoeften van de cliënt. Het gaat om het balanceren van wat we soms teveel gaan zien als wetenschappelijke kennis met empathie en menselijk inzicht, waarbij de cliënt altijd centraal staat.

Conceptuele competentie stelt hulpverleners in staat om verder te kijken dan de strikte kaders van diagnostische labels en technische psychodiagnostiek. Het helpt hen te begrijpen dat mentale gezondheidsproblemen complex en dynamisch zijn, en meestal niet volledig te vatten binnen de grenzen van bestaande theorieën of behandelprotocollen. Dit begrip leidt tot een meer flexibele en empathische benadering, waarbij de behandeling niet alleen gebaseerd is op algemene richtlijnen, maar ook op de persoonlijke ervaringen en behoeften van de cliënt.

Navigeren door de nuances van menselijk gedrag

Voor hulpverleners in de GGZ betekent het ontwikkelen van conceptuele competentie dat ze uitgerust zijn om de nuances van menselijk gedrag en psychologische ervaringen te navigeren. Het stelt hen in staat om behandelingen te personaliseren en tegelijkertijd een holistische kijk te behouden die rekening houdt met zowel psychologische, biologische als sociale e existentiële factoren die van invloed kunnen zijn op de geestelijke gezondheid. Dit is vooral belangrijk in een veld waar geen enkele cliënt hetzelfde is en waar de effectiviteit van de zorg sterk afhankelijk is van de relevantie en toepasbaarheid van de gekozen behandelmethoden, en de kwaliteit van de relatie met de cliënt.

Kennis in de psychologie en psychiatrie is relatief

In de geestelijke gezondheidszorg moeten we dus heel voorzichtig zijn met onze aannames over wat als harde kennis wordt beschouwd. Kennis in de psychologie en psychiatrie is relatief en moet altijd met een kritische blik bekeken worden. Het ultieme doel is om een zorgomgeving te creëren waarin de cliënt zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelt. Dit is niet alleen de kern van goede zorg, maar ook van menselijkheid binnen de gezondheidszorg. Zonder een goede relatie met de client is het immers onwaarschijnlijk dat behandeling gericht op verandering ten goede ooit mogelijk gaat zijn.

Meer blogs lezen van Jim van Os?

Hierbij een greep uit de blogs van Jim van Os.

Ps: Je vindt de blogs van Jim hier allemaal!

Heb je een vraag?

Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.

Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?

Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.

Mini-college: Wat is het ecosysteem mentale gezondheid (GEM)
Mini-college: Wat is het ecosysteem mentale gezondheid (GEM)
Mini-college: Mini-college: Waarom moeten we af van diagnoses als depressie? door Jim van Os
Mini-college: Wat heb je nodig voor een goede behandeling?
Mini-college: Wat betekenen de DSM-diagnoses die bij psychose gesteld worden?
Mini-college: Wat is het probleem met de diagnose schizofrenie?
Mini-college: Wat is psychisch lijden – en wat doe je er aan?
Mini-college: Mini-college: Waarom moeten we af van diagnoses als depressie?
Mini-college: Wat heb je nodig voor een goede behandeling?
Mini-college: Wat is psychisch lijden en wat doe je er aan?
previous arrow
next arrow

Reacties

10 reacties op “Conceptuele competentie in de GGZ – het dilemma van technische assessments”

  1. John

    Goedemiddag Jim,

    Hele interessante blog, deze invalshoeken zijn m.i. best zeldzaam , en het is goed om te lezen dat ook professionals zich hier ook wel degelijk steeds meer zorgen om maken. Het is uiteraard ook bekend dat je hier veel mee bezig bent en er veel onderzoek naar doet.
    Toch zou ik zeggen zou het ook niet een kwestie zijn van en/en.
    Het herstel proces kan wel degelijk een kwestie zijn van en psychologisch technisch inzicht van wetenschappelijke kwaliteit en daarnaast ook de uitwisseling met ervaringsdeskundige en tot slot ook de verbinding aangaan met bijvoorbeeld lotgenoten.
    Iedereen heeft dan ook in dit herstelproces van de client/patiënt zijn eigen rol met de bijbehorende competenties.

    groet
    John

  2. Hoi Jim, klopt, ietsje minder biologie, boekenwijsheid en protocollen, ietsje meer empathie, gewone-mensen-wijsheid en naastenliefde. De kunst van het liefdevol luisteren. Niet de snoezige, romantische, sentimentele variant, wel de gezond verstand-variant.

  3. Bert

    Goedemorgen Jim,
    Ik zou bijna zeggen laten we een landelijk moreel besef organiseren want het lijkt zich helaas in meerdere organisaties te manifesteren waarbij mensen zich dit kennelijk niet realiseren wat dit veroorzaakt bij cliënt maar ook bij ouders.

  4. Petra van Empelen

    Toch nog even aanvullend: het ontbreken van menselijke aanwezigheid en professionele competentie in hulpverlenende relaties en de vlucht in concepten zijn uiteraard te verwachten in een werkveld dat als moloch-systeem koerst op heel andere doelen dan echt contact maken en werkelijke oorzaken onder ogen komen.

  5. Petra van Empelen

    Ik dacht eerst: conceptueel als tegendeel van feitelijk. Had ook gekund, toch?☺️

  6. Marieke Eebes

    Goeie morgen,
    Zou je hier niet ook bij moeten leggen dat we onszelf als hulpverleners ook eerst goed moeten leren kennen voordat we dat bij een cliënt kunnen? Hoe we zelf reageren, waarden en normen, onze eigen patronen en pijnen, onze kijk op de zorg en psychische problematiek enz.

    Zeker onder verpleegkundigen maar ook bij nadere zorgverleners kom ik dit tot nu toe weinig tegen als belangrijk thema.
    Hoe kijk jij hier tegenaan?

    Mvg
    Marieke

    1. Jim van Os

      Hey Marieke, ja eens! Awee Prins heeft voorgesteld dat alle hulpverleners eerst worden getraind om naar hun eigen waanzin te gaan en daarin te verblijven, voordat ze aan de slag kunnen gaan in de ggz….

      1. Marieke Eebes

        Je eigen waanzin leren zien en houden is nog mooier,

        Dank je wel voor je reactie

  7. Bert

    Hallo Jim uitstekend blog, maar er zijn best wel verpleegkundige die de empathische competenties hebben alleen heel vreemd (in de praktijk meegemaakt) dat dit kennelijk niet de bedoeling is en worden teruggefloten.

    1. Jim van Os

      Bert dat is inderdaad niet de bedoeling – het kan goed zijn om een moreel beraad daarover te organiseren in de organisatie….zou dat kunnen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *