Eigenlijk is het gewoon heel simpel. Mensenwerk is niet moeilijk. Toch heb ik me heel vaak afgevraagd wie hier nu gek is. Als ik weer een vermanende blik kreeg toegeworpen van een collega die het niet gepast vond om persoonlijke ervaringen te delen met cliënten. Die ik overigens zelf bewust ook niet zo noem. De mensen die ik zie klinkt toch iets respectvoller, niet?
Of een opmerking van hoger hand dat het niet de bedoeling is om cadeautjes te accepteren van mensen die trots een traject afsluiten. De knuffel waar ze netjes om vragen aan het eind, moet je vooral niet toelaten. Laat iemand lekker in de kou staan, dat is veel beter voor de relatie.
En laat vooral niet zien als iets je raakt
Bij alle nare dingen die mensen moedig met je delen, moet je er vooral bij blijven zitten als een flauwe zoutzak. Een knikje en een hum, dat mag nog net.
Wie is hier nu contactgestoord? Ik werd doodongelukkig van het feit dat ik niet gewoon mens kon zijn. Mezelf kon zijn. Ik voelde me gevangen in het web van formaliteiten en regels. Mijn maag draaide zich regelmatig om tijdens de zogenaamde clïentbesprekingen waarin mensen werden besproken als casussen.
Welgeteld driekwartier. Gooi je hele hebben en houden op tafel en snel een beetje want anders gaat het van mijn verslagtijd af. En dan na 45 minuten – die tijd houd ik trouwens stiekem bij op het klokje dat verborgen achter de plant in de hoek staat – zeg ik gewoon: ‘Zo, dat was het wel voor vandaag. Ik zie je graag volgende week weer terug.’
Met een stalen gezicht en ijzeren glimlach werk ik de cliënt de deur uit, waarop de volgende net een voet tussen de deur heeft gezet. Die je gewoon voor zijn neus dichtsmijt, want het is nog geen tijd. Een typisch geval van contactgestoordheid als je het mij vraagt.
Ik had er zó genoeg van. Als ik ’s avonds thuiskwam was ik leeg. Verwijderd van mezelf en de waarden die ik nastreef in mijn leven.
Behalve hulpverleners zijn we boven alles ook gewoon mens. En werken we met mensen die net zo gek zijn als jij en ik
Wie zijn we om te oordelen? Om onderscheid te maken? Regelmatig werd ik geconfronteerd met driedubbele diagnoses waar je bang van werd. Angstig en onzeker kropen de mensen nog dieper in het hokje waarin ze zich bevonden.
Het eeuwige geklets hing me ook zwaar de keel uit. Ellenlange verhalen, ervaringen uit het verleden werden tot in den treure opgerakeld. Ik zag ze spartelen in de woordenstroom waar ze soms zelf ook niet meer uitkwamen.
Wat hielp? Echt contact maken. Een hand vastpakken. Op het puntje van stoel gaan zitten en iemand diep in de ogen aankijken
Dat brengt iemand weer in het nu. Stil zijn. Samen ademen. Een stuk wandelen of zelfs rennen in de frisse buitenlucht en met de neuzen dezelfde kant op de wind alle opgekropte spanning laten meenemen. Haar op een ijsje trakteren nadat ze een beetje oververhit is geraakt door alle emoties waar ze dapper is bij gebleven door stil te zijn en te ademen in plaats van erover heen ratelen.
Nadat ik de reguliere ggz vaarwel zei, werkte ik jarenlang met veel plezier op mijn contactgestoorde manier samen met de mensen die ik zag in mijn eigen praktijk waar ik uiteraard allerlei gekke dingen deed. Inmiddels heb ik ons geformaliseerd landje al een tijd verlaten en woonde ik in India in een weeshuis waar ik met getraumatiseerde kinderen en vrouwen werkte, dat zich nu verplaatst heeft naar Cambodja.
Uiteraard worden hier alle ‘regels’ gebroken zoals we die in Nederland kennen
Heerlijk. Ik kan gewoon een kind in mijn armen nemen als het verdrietig is, letterlijk en figuurlijk een schouder bieden voor iemand die erdoor heen zit, komen de mensen gewoon op bezoek in mijn hut als ze hulp nodig hebben en zitten de kinderen op mijn bed. Hun zelfgemaakte cadeautjes ontvang ik met open armen en samen peuzelen we de lekkernijen op die ze ook gerust in mijn mond stoppen. Mag best.
Allemaal onder het genot van een lach en een traan. Ook ik
De mensen die ik zag in Nederland, volgen me niet alleen via Facebook, maar steunen me ook in zelfbedachte acties en donaties in het project dat ik had opgezet. Het beklimmen van de Kilimanjaro om wensen van de kinderen naar de top te brengen die ze tijdens hun trauma sessies driftig hadden opgeschreven.
Niets is te gek.
Uiteindelijk zijn we gewoon allemaal mensen en het is juist het menselijke dat ons zo verbindt. Ik denk dat als we dit er iets meer zouden kunnen laten zijn dan zou een hoop psychische problematiek zich vanzelf al oplossen.
Niks geks aan. Zo simpel is het.
Geef een reactie