Na een zeer stressvolle periode wordt Amber, creatief therapeute van origine, uiteindelijk psychotisch. Ze belandt op een PAAZ (psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis) en krijgt daar, jawel, creatieve therapie. “Terugkijkend was het heel bijzonder om de kracht van deze behandelvorm ook als cliënt te hebben mogen ervaren” vertelt ze nu.
Uit de hand gelopen angst
“Op het hoogtepunt van mijn psychose had ik vooral last van hele enge wanen. Ik zat echt in doodsangst. Uit de hand gelopen angst. Het was wekenlang een voortdurend gevecht in mijn hoofd. Razende en schreeuwende gedachten die maar niet ophielden en het bijna onmogelijk maakten om mijn aandacht op mijn omgeving te richten, of om te slapen. Hoezeer ik ook mijn best deed, ik werd telkens in mijn hoofd gezogen en ging daar helemaal in op. Ook lichamelijk raakte ik helemaal uitgeput en ontregeld. Ik was zo overprikkeld, dat alle omgevingsgeluiden begonnen rond te zingen in mijn hoofd. Ik had ook sensaties, zoals spinnen die over mijn lijf liepen.
Uiteindelijk kon ik niet meer scheiden wat nu wel of niet waar was en werd alles wat ik dacht mijn waarheid. Een groot deel van mijn ideeën en angsten waren ook gebaseerd op dingen die zich daadwerkelijk hadden afgespeeld, dat maakte het extra ingewikkeld om waan en werkelijkheid uit elkaar te houden.
“Dit werkstuk verbeeldt hoe het destijds in mijn hoofd voelde.”
Tijdens mijn psychose kregen alle toevalligheden ook betekenis. Alles kreeg eigenlijk betekenis
Ik weet nog dat de stroom een keer uitviel thuis, dat was natuurlijk puur toeval, maar ik dacht ‘ja, er zit nu iemand aan de knopjes te draaien en we zijn er geweest’. Ik stond op dat moment echt achter m’n zoon te schuilen, ik was zo bang… ‘Dit gaat niet goed’ dacht ik toen wel.”
Amber was lange tijd nog wel genoeg in de realiteit om de situatie te kunnen overzien, waarin ze terecht gekomen was, wat er moest gebeuren, dat haar zoon opvang nodig had. Het duurde wel een poos voor ze het ook aan hem kon uitleggen, wat er aan de hand was. Voor hoever je dat überhaupt al kunt.
Uiteindelijk werd ze opgenomen op een PAAZ. Daar kreeg ze al gauw beeldende therapie aangeboden, een vorm van creatieve therapie. In het begin was dat best een beetje vreemd, gezien haar eigen achtergrond als creatief therapeute. Maar al gauw voelde het creatieve lokaal voor haar als een snoepwinkel, en ging ze bijna dagelijks met verschillende materialen aan de slag.
Het eerste wat ze maakte was een simpele kom, van klei. Ze deed er weken over.
“Het was de eerste keer dat ik gewoon weer merkte dat ik me ergens op kon richten en in het hier en nu kon blijven. Ik zat wekenlang alleen maar met een stuk klei in mijn handen. Steeds maar weer het materiaal voelen, de textuur, de vorm. Dat was heel aards.”
In het begin van de beeldende therapie ging het bij mij vooral heel erg over voelen, ervaren. In het hier en nu kunnen blijven, zonder ‘weg te vliegen’
Later in een proces gaat het steeds meer over inzichten in jezelf krijgen, reflecteren op het proces van het maken. Wat zegt dat over jou? Wat betekent dat voor je leven? Hoe kan je er mee verder gaan?
“Kijk, dit is nou het verschil tussen dagbesteding en creatieve therapie. Die Boeddha heb ik ergens gekocht en een beetje geverfd. Het is verder een betekeningsloos ding. Dat poppetje rechts, dat is echt van mij. Het zegt iets over mij.”
“Als je werd opgenomen kwam je eerst in een soort observatiegroepje en dan kreeg je bepaalde opdrachten. Dat was echt nog als toevoeging op de diagnostiek. Later werd dat meer therapie.
Een van de opdrachten die iedereen kreeg, was een poppetje maken dat laat zien hoe je je voelt. Heel simpel. Ik was toen nog echt heel angstig. Ik maakte me er ook gigantisch druk om want ik dacht dat ik in een kwartier een prachtig kleistuk moest maken. En dit ziet er natuurlijk helemaal niet uit, ik vond het zelf ook echt verschrikkelijk, het lag al in de prullenbak. Maar het gaf wel weer hoe ik me voelde. Met handen en voeten gebonden, op mijn rug… uitgeschakeld. Monddood. Overgeleverd.”
Iedereen maakte zo’n poppetje, en achteraf werd het nabesproken. De kracht zit ook heel erg in het nabespreken bij beeldende therapie, vertelt Amber. “Bij de reflectie komt het proces echt door. Je ging dan ook bij elkaar kijken en mensen vertelden elkaar dan wat het bij ze opriep. Zo kun je dus een stukje van je beleving laten zien.”
Voor creatieve therapie hoef je echt niet kunstzinnig te zijn
Amber legde zichzelf vooral heel erg op dat alles een kunstwerk moest zijn. “In het begin voelde ik me zo incompetent als ik weet niet wat. Toen zat ik nog heel erg in de fase van het ontmaskerd worden. Ik was zo kwetsbaar, zo bang voor alles. Zelfs voor wat er uit mijn eigen handen kwam. Dat was echt wel heel confronterend voor me.”
Sommige beelden uit de psychose waren me op de een of andere manier ook dierbaar, die mochten best blijven
“Ik werd niet aangemoedigd om beelden uit de psychose te verbeelden, dat is ook goed. Zeker als je nog zo overweldigd bent kan dat ook een risico zijn. Maar toen ik wat meer met beide voeten op de grond stond en de afstand tot de psychose toenam, had ik zelf wel de behoefte om dat met een paar van die momenten toch te doen. Want het is toch indrukwekkend wat je meemaakt en sommige momenten waren me ook dierbaar, op de een of andere manier. De angst die ik ervoer heb ik niet echt durven te verbeelden, die wilde ik juist heel graag kwijt. Maar andere dingen mochten best blijven.
“Dit was een situatie, ik weet het nog precies, 16 januari (begin februari werd ik opgenomen), het was volle maan. Ik stond in de tuin, met die ‘great luna telling me great stories’. Alles was opeens zo helder en uitgekristalliseerd, ik zag overal verbanden en dingen die ik moest gaan doen. ‘Cleaning up your mess behind, for this is a cosmic revolution’. Zo voelde dat gewoon.
Het was heel groot, en heel betekenisvol allemaal. Het was mijn opdracht om al die lastige zooi uit mijn leven op te ruimen. Dat was mijn missie.
In dit werkstuk zie je ook die enorme fijnmazige manier van denken. Dat alles met elkaar te maken heeft, je ineens tot enorme inzichten komt. Het licht dat op je schijnt. Opeens was het allemaal zo helder…
Dat moment in de tuin was wel een hoogtepunt, niet lang daarna werd ik opgenomen.”
Beeldende therapie wordt vaak in groepen gegeven, maar het kan ook individueel
“Ik heb in een groep gezeten waar individueel gewerkt werd, maar ook in een groep waar iedereen dezelfde opdrachten kreeg. In beide gevallen staat je eigen proces centraal. Daarnaast werd er ‘op maat’ gewerkt. Toen ik weer thuis was, niet meer in dagbehandeling zat en weer langzaam aan het werk ging, kreeg ik nog een tijdje opdrachten van mijn beeldend therapeut. Die mailde ze dan. Omdat ik heel erg de neiging had om stil te vallen, en dan zat ik… en dan zit ik… en een uur later zat ik nog.
Toen had ik afgesproken dat ze me elke week een laagdrempelige opdracht gaf waar ik niet heel erg groots mee bezig hoefde. Aan het eind van de week stuurde ik dan een foto van wat ik had gemaakt, gewoon om aan de gang te blijven. Zo zochten ze wel naar passende manieren, dat was heel individueel.
De communicatieve functie van beeldende therapie
Iedere dag startte de beeldende-therapiegroep met een korte aandachtsoefening: het ‘hoe-zit-ik-er-bij-rondje’. Wat ervaar je? Waar voel je dat? En hoe ziet dat er dan uit?
Amber had daar veel aan, om even stil te staan bij de vraag hoe het nou eigenlijk ging en daar op een beeldende manier antwoord op te mogen geven. Met de vraag zelf kon ze lange tijd verbaal helemaal niks.
“Hoe gaat het? Geen idee, weet ik veel. Daar kon ik met woorden geen antwoord op geven. Het was een buitengewone ervaring. En met woorden maak je een ervaring soms kapot. Mag het er ook gewoon zijn zoals het is, zonder daar iets van te maken waar een ander iets mee kan? Dit is gewoon wat het is, weet ik veel waar het vandaan komt. Ik voel het zo. Punt.”
Amber maakte boekjes vol met een heleboel van dit soort tekeningen, en bewaarde ze allemaal. De tekeningen laten een proces zien, haar proces, en dat is waardevol. “Het zijn echt geen artistieke hoogstandjes, maar daar gaat het ook niet om. Ze werden wel steeds leuker moet ik zeggen. Er kwam steeds meer bij.”
“Met zo’n simpele oefening kun je inzichtelijk maken wat er met je gebeurt, ook als je het niet kan vertellen. Dit boekje is heel voorgestructureerd, het lukt eigenlijk iedereen wel en geeft je iets om over te communiceren, en waarmee je iets kunt gaan doen. Een beeldend therapeut kan bijvoorbeeld vragen of je in een tekening of schilderij verder kan onderzoeken wat er nou gebeurt met je. Dan wordt het heel reflectief.
Tijdens beeldende therapie ontdekte ik: ik kan gewoon weer iets doen. Ik kan iets uit mijn handen laten komen en verdomd ik herken het, het is van mij
“Dat is het ook met beeldend, je kunt niet om jezelf heen. Je hebt de ervaring van het moment, en je hebt het product. Alles wat je doet laat een spoor na. Je kunt er gewoon niet omheen dat dat wat hier ligt van jou is. En je kunt er ook niet om heen dat dat alles met jou te maken heeft, en heel veel over jou vertelt. Wat doodeng is, maar ook ingangen geeft om iets te gaan verbeelden, en daar op te reflecteren. Waar zit je mee? Hoe ziet dat eruit?”
Met behulp van beeldende therapie kun je afstand gaan nemen van je ervaringen omdat je leert kijken naar jouw product. Daar kun je vervolgens op reflecteren. Beeldende therapie geeft je iets tastbaars om naar te kijken. Een product dat betekenis heeft en iets over jou zegt.
Alles wat hier ligt, wat ik gemaakt heb, daar zit ik in. Dat is mijn verhaal, dat is hoe ik ben
“Dit was ook een opdracht, we kregen er maar vijf minuten voor. Teken een boom. Ok, ik teken een boom… Het ging echt nog niet goed toen, het was nog in de eerste weken van mijn opname. Toen zei iemand opeens: “Wow, heb je dat gezien, die Amber. Die kan tekenen!”
Ik vond het helemaal geen geweldig iets, maar doordat iemand dat waardeerde, dacht ik voor het eerst weer ‘oh… ik ben iets, ik kan iets.’
Voor het eerst voelde ik toen weer iets van competentie, en herkende ik iets van mezelf. Ik herkende mijn eigen tekenstijl en dacht ‘Oh ja, dit is echt mijn boom, zoals ik dat doe. Dus ik ben er nog. Ik ben er nog! Ik ben niet helemaal weg!’
Verder is het gewoon een boom hoor. Maar het was wel mijn boom. En daar ging het om, dat was de waarde ervan.”
Amber is na haar opname en dagbehandeling weer aan het werk als orthopedagoog en ontwikkelt zich daarnaast als ervaringsdeskundige. Ze is o.a. als ‘kartrekker’ betrokken bij een lotgenotengroep voor ex-PAAZ patiënten.
Meer blogs over creativiteit:
- De kunst van coping
- Iets creëren helpt me te ontwikkelen
- De gekke kunstenaar lijkt een romantische mythe
- Zo leuk als het eruit ziet, is het niet hoor
Geef een reactie