Na langdurig in ziekenhuis Endegeest te hebben verbleven verhuisde ik naar Zeeland. Het voelde als een ontsnapping. Voortaan zou ik vanuit mijn eigen huis begeleiding krijgen. Hoewel het tegen het advies in van mijn psychiater was, vond ik zinloos thuis zitten nog altijd beter dan in een inrichting.
Het was alleen wél ontzettend spannend! Wat als het niet goed zou gaan? Een van de eerste gesprekken met mijn nieuwe Zeeuwse hulpverlener verbaasde me zeer. Had ze nou écht gevraagd wat ik had geleerd over mijn crises? Ik had geen flauw idee… Kon dat dan? Kon je van die rottigheid iets leren?
Ze leerde me dat ik ervoor kon kiezen om zaken vóóraf te regelen in geval van crisis. Op een moment dat ik nog goed voor ogen had wat ik wel of niet wenselijk vond
Ze leerde me dat ik kennis had over symptomen die ik tijdens een crisis had en we bespraken welke medicatie in zo’n situatie mijn voorkeur had en wie er dan gebeld moest worden. Het bespreken van deze zaken en ze eventueel vast te laten leggen zou misschien voorkomen dat ik nóg eens in een psychiatrisch ziekenhuis zou verblijven zonder enig contact met mijn naasten, zei ze. En daarmee had ze me, én mijn pleegvader. Het was voor ons beide destijds een hartverscheurende periode geweest.
Ik was de eerste opnameweek in Endegeest – in al mijn verwarring – niet in staat geweest om mijn adresgegevens te herinneren. Mijn pleegvader had geen idee waar ik was en had bij de politie aangifte van vermissing gedaan
Jaren later volgde ik het Traject Opleiding ErvaringsDeskundigheid (TOED), de vierde les zou over de crisiskaart® gaan. Het leek me een interessant onderwerp dat ik niet direct koppelde aan de gesprekken die ik eerder voerde met mijn hulpverlener.
Wouter van der Graaf (Opa Crisiskaart) zou ons er meer over vertellen. Al snel besefte ik dat de SOS-ketting om mijn nek, mijn ‘zelfgemaakte crisiskaart’ vertegenwoordigde.
De opdracht van Wouter om opnieuw een crisiskaart te maken was desondanks ontzettend confronterend. Wie weet riep ik op die manier wel weer een crisis op? Het drukte me met mijn neus op de feiten. Ervaring had ik genoeg, maar mijn deskundigheid was nog ver te zoeken. Ik sloot mijn opleiding dan ook af in de overtuiging dat werken als ervaringsdeskundige véél te hoog gegrepen was. Ik kon niet eens een crisiskaart maken zonder de bibbers te krijgen.
Crisiskaartvrees…
“Ireen, er is een opleiding tot crisiskaartconsulent, is dat niet iets voor jou?” vroeg een vriendin anderhalf jaar later. Nou nee…
Dat ingewikkelde gevoel van het TOED was nog steeds niet helemaal weg. Ik twijfelde echter, want was ik nu niet veel verder dan toen? De opleiding leerde me dat ik mijn ‘crisiskaartvrees’ echt wel te boven was. Net als ik waren veel medecursisten er op enig moment tot hun schrik achter gekomen dat ze meer over zichzelf in crisis wisten dan ze ooit hadden gedacht, en dat dit hen op een positieve manier in hun herstelproces had geholpen.
Weten hoe jouw crisis eruit ziet, wat er dan gebeurt en wat je dan nodig hebt is heel waardevol in het herstelproces
De materialen waarmee de crisiskaart werd vormgegeven waren in de tussentijd geëvolueerd tot mooi vormgegeven kleine, persoonlijke documenten waarop overzichtelijk stond aangegeven hoe zorgverleners, omstanders en naasten kunnen (be)handelen als er een (psychische) crisis optreedt bij de eigenaar.
Door de gesprekken over een juiste bejegening en medicatie had de crisiskaart geholpen om erger te voorkomen
Tijdens de cursus realiseerde ik me wat vreemds. Door de gesprekken over een juiste bejegening en medicatie had de crisiskaart geholpen om erger te voorkomen. Nooit meer liep het daarna zo uit de hand als destijds in Endegeest. De keren dat zich nog wel een crisis voordeed droeg mijn crisiskaart bij aan goede en snelle zorg en was ik vervolgens instaat om mijn leven weer op te pakken. Het leek erop dat niet alleen de crisiskaart door de tijd heen geëvolueerd was, óók ikzelf maakte een sprint door in mijn herstelproces.
Meer informatie over de Crisiskaart® en locaties van consulenten vind je op crisiskaart.nl.
Geef een reactie