Lotuslicht schrijft over vreugde en lijden: “Dysthymie, dat werd in het verleden vast gesteld. Het is nooit weg gegaan. Geboren in mijn kindertijd. Altijd al daar. Langdurige perioden met somberheid. Soms zwaardere depressies, Soms even opgetild naar happiness. Of ik ooit gelukkig was? Zelden.
Meestal zat ik in het donker te wroeten, was gefascineerd door de dood en voelde leegte, verdriet, afstomping, desinteresse. Nou, niet helemaal waar, want er was ook levenslust en genieten”.
Depressie. Niemand snapt me
Naarmate ik nu ouder wordt, na de perioden met psychose, komt het iedere dag wel voor dat ik zie dat ik lijd. En dat ik geen oplossingen zie voor mijn lijden. Mijn lijden bestaat uit rouw, verdriet, desintegratie en afgescheidenheid, eenzaamheid en falen. Het zwarte schaap zijn en onbegrepen, niemand snapt me, ik ben geen lief mens tot ik ben afschuwelijk dik en lelijk. Ik houd niet van bewegen en zit liever bevroren op de bank tot weten dat je jezelf verpest en kapot maakt door niet te kiezen voor wat goed voor je is. Het enige wat ik doen kon was bewuster worden, openen, mijn hart voelen en leven en dat is een poosje gelukt. En toen weer een poosje niet. Tot ik de liefde vond in zelfacceptatie en mezelf helemaal mocht zijn.
Dankzij mijn spirituele crises en kundalini kwam er meer bewustzijn in mijn denken en ervaren en kon ik zien dat ik mijn gedachten en emoties nooit geweest ben. Dat ik alles wat mijn persoonlijkheid maakte nooit geweest ben. Toch lijd ik nog dagelijks aan die gedachten en emoties die pijn brengen en wonden openen. Ik zit er soms in en kan geen overzicht bewaren. Het is blijkbaar niet diep genoeg door gedrongen. Het zijn identificaties. Met gedachten. Met emoties. Ik kan er geen afstand van nemen. Ook goed, alles mag er zijn. Ik accepteer dat. Ik accepteer nu alles van mij. Zelfs mijn meest lelijke kanten. Zelfs mijn zelf-sabotage. Wanneer ik diep in mij zit heb ik pijn. En diep verdriet. Het gaat nooit weg. Het is altijd daar.
Het zijn de wonden van voorheen
Ze aanraken betekent voelen. Maar dat voelen land nu in zachtheid. In open armen en in vertrouwen en kracht. Ik heb gevonden wie ik werkelijk ben. En daarom mag al dat. En kan ik zorgen, zien, wat is hier nodig misschien? Ik vel geen oordeel, laat alleen maar zijn. En de pijn lost op en kwam langs, maar ik ben het allang niet meer.
Ik voel. Mijn hele leven lang voel ik hoe wanhoop en donkerte bij me hoort, hoe tranen bij mijn rouw horen, hoe bescherming omslaat in prikkelbaarheid en hoe verlies zo zwaar weegt dat dragen ervan bijna onmogelijk lijkt. Mijn psychosen brachten veel verlies en een labeltje in de schizofrenie. God, wat ben ik veel kwijt geraakt! Ook mezelf, degene die ik was. Die is eraan gestorven. Ik wist niet dat dat een ikje was dat mijn lieve nare ego erg kon voeden. Toch ben ik er nog, al is denken aan de dood een metgezel. Ik wil niks en moet niks, ik voel geen motivatie, ik ben klaar ermee.
En toch ga ik door. Want er zijn nog die momenten. Momenten van geluk. Kortstondige flarden van genieten. En dat kan groeien. Dat kan open. Dat kan liefde zijn. Steeds meer voel ik me verbonden en kijk naar mijn lijdend kind. Ik ben een goede moeder en de wond is bijna heel. Enkel door er te zijn en lief te hebben, wat al zo lang op me wacht. Kan ik me overgeven aan dit bestaan en aan alles wat er is. Ik mag er helemaal zijn en dan komt vrede in de stilte. Een kus op mijn voorhoofd, want ik heb leren zien. Hoe we allemaal deel zijn van het web, van de ene, van de Goddelijke bron.
Dat vind ik vooral in natuur
In mensen helemaal niet meer. Teleurstelling heeft me bitter gemaakt. Wrokkig en wantrouwig en zonder geloof. Alles bleek illusie. Maar ik geloof in het leven haar eigen levenskracht. In de geheimen van geometrie en quantum fysica. In instinct en intuïtie en het licht in het hart van ieder wezen. Toch wel! Ik heb het gezien. Soms ervaren. Daar tegenover staat de doodsdrift, de chaos, de verlating, de leegte, het gat. Een put om in te vallen, daar waar alles donker is. Ik leef ermee, ik ken niet anders. Dat is voor mij mijn dysthymie. Toch ken ik hoop, geloof en liefde en omhul die treurende wilg. Wilgen zijn helend en deze dame weet, dat diep van binnen wijsheid ligt en dat depressie een opening is. Transformatie wordt gevraagd, naar binnen kijken is de weg. Het is een kans, een middel, het is mijn medicijn!
Een manier van leven geschapen in mijn brein door mijn kind zijn. Mijn innerlijk kind. Het heeft zachtheid nodig en steun en heel veel liefde. Dat is het enige wat ik nog kan doen. Lief hebben. Ook als ik zo hard als staal ben en mijn verleden draag. Ik heb lief. Ik heb lief dat ik echter ben, met al mijn verrotting van binnen die gezien wordt door mij en langzaam naar buiten mag sijpelen in de hoop op begrip. Ik begrijp mij en heb mij daarom lief! Ik ben de enige die zo van mij houd. Ik weet wat liefde is. En daarom lijd ik. De wereld is vol oordelen en afwijzingen, vol haat en onkunde, vol dwang en gevangenissen. Ik laat mezelf nooit meer gevangen zetten. Daartoe moest ik mezelf bevrijden, mijn mind uitvogelen.
Of dat gelukt is?
Of ik er blijer door werd? Mijn mind bleek een vluchtige dienaar en niet waar het om ging. Alles is veranderd en toch is er nog zoveel hetzelfde. Mijn somberte is niet vertrokken. Toch staat er licht tegenover dat mij de weg wijst. Naar mijn hart, waar ik er helemaal mag zijn, onvoorwaardelijk, ook al ben ik nog zo destructief. Dat is liefde. Dat is bruggen vinden en bouwen aan verlossing.
Ik ben nu aan de andere kant. Up!
Ik vergeet even dat ik er zo weer kan zijn. Of zal het? Vertrokken zijn? Ik heb lief, ik heb vreugde, ik ben dankbaar, ik heb overvloed. Een klein rustig leven , mijn hart verruimd, mijn bewustzijn open, ik voel verbinding, geen afgescheidenheid.
“Zal het dan toch? Dat ik mezelf bevrijden kon?“
Misschien was het voor de rest van mijn leven, maar de rest van mijn leven kent nu vrede, stilte, vreugde, liefde, oordeelloos zijn op de juiste momenten en volledige omhelzing van al wat ik ben en al wat is.
Betekent dat dat ik niet meer somber kan zijn?
Nee! Het betekent dat alles er mag zijn en dat het goed is wat er ook komt. Ik heb een licht in mij, een vuur! Een lijntje met het Goddelijke, een verbinding met mijn ware zelf! En niets, niets…kan me weer die put in brengen. In de tegenstelling van lijden en vreugde kan ik beiden zijn. Ik ben niet afgescheiden, maar verbonden, ik heb mezelf ontmoet! Ik ben één met de sterren, de zon, de maan en met het water en de bomen. Ik ben één met dit bestaan! Ooh, hoe lief ik dit leven, al deze ervaringen en al dit voelen. Alles komt en gaat en ik, ik zie, ik ben en verruim.
Zelfs wanneer ik sterven moet en dood ben zal ik niet vergaan en dit web nog zijn, ons aller hart, ons aller liefde, ons aller ziel in eindeloosheid. Mooier kan het niet meer, mijn vlam is ontstoken. Ik draag mijn licht net als mijn lijden, vanuit mijn hart. De ruimte is zonder grenzen, altijd daar.
Nee, lijden kwam me diepte brengen, opening en nieuwe wegen
Lijden was mijn vriend, mijn makker en staat altijd voor me klaar. Hoe kon ik vreugde waarderen, wanneer pijn haar niet liet zien? Ik breng pijn en vreugde samen en zie wat ik niet ben. En wat ik wel ben is zoveel grootser, zoveel expansie, zoveel genade. Ik ben een ster, een ademteug, ik ben het leven zelf. Ik dein mee op haar golven en trek me terug bij haar eb. Ik ben deel van al dat zijn en het zijn zelf, dat nooit eindigen kan.
Wat is er beter dan vrede sluiten, zodat al wat is kan zijn? Ik internaliseer mijn lijden in het grotere geheel. Zo kan het langzaam oplossen en niet meer gescheiden zijn. Ik ben nu alles samen en dat maakt mij heel.
Jose.
Meer lezen over vreugde en lijden?
- De vreugde van woorden – gedicht van Toon Hermans
- Het nieuwe model van psychisch lijden
- Wegrennen van jezelf – de weg naar het hartenpad
- Depressie – thuisarts
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Ken je de mini-College’s van PsychoseNet al?
Bekijk PsychoseNet college’s van Jim van Os over zorg en herstel, van depressie tot psychose.
Geef een reactie