Het kan me niet schelen. Ik heb er geen boodschap aan. Er zijn wel interessantere zaken om me mee bezig te houden. Ze nemen me maar zoals ik ben… Prettig als je je op deze wijze tot jezelf en anderen kunt verhouden. Maar kunnen we dat altijd? Waarom lukt dat maar sommigen? Pien deelt haar verontrusting. “De angst voor afwijzing is wat mij belemmert.”
“ We can’t be brave without fear” Mohammed Ali
Ik blijf mezelf herkennen in de primaten: het willen horen bij een groep. Sociaal contact en geaccepteerd worden is erg belangrijk in zo’n groep. In de natuur is dat een grotere garantie op overleven en voortplanting. Voor mij: ik heb veel behoefte aan contact en vriendschap. Verlatingsangst en angst voor afwijzing steken dan af en toe de kop op, vooral tijdens het herstel. De acathisie (bewegingsdrang door psychofarmaca) maakt het nog lastiger en schaamte en gebrek aan zelfvertrouwen komen ook in beeld.
Ik heb acathisie in de voeten met name
Ik gruwel van wachten in een rij, afrekenen bij de winkel, in het openbaar stil moeten staan: stil staan gaat niet. Mijn voeten wippen van de een op de ander, constant en ongecontroleerd, de hele dag door. Het kan lijken op nervositeit. Of op een pinguïn. Iemand adviseerde mij om me niet te schamen want ik kan er niks aan doen. Waarom werkt dit advies niet bij mij?
Volgens Osho: “When you know yourself via others, it is your personality, just a thin layer of opinions. When you know yourself directly, you know your individuality. And once you have known your individuality, the fear of being left alone disappears. There is no other way.”
De angst voor afwijzing is wat mij belemmert
het is net als het verhaal van de zieke kip met een zielig pootje. Die kip wordt niet bepaald omringd door liefdevolle kippen met donzige snaveltjes. Dat is het schrikbeeld: alles wat afwijkt of er anders uitziet is onderworpen aan oordeel, stigma en bij mij ook: zelfstigma.
De kunst van het niet schelen is soms wel een kwestie van dapperheid: toch gaan naar de winkel met de lange rij, toch in het openbaar begeven, toch de voeten proberen te negeren. “Exposure’, het blootstellen aan enge of schaamtevolle situaties kost elke keer moed, maar door het toch te doen merk je dat het kan meevallen. Bij de Albert Heijn ben ik bijvoorbeeld gewend dat er soms extra bij mij gecontroleerd wordt bij de zelfscanner (dit ervaar ik zo), maar zo maak je toch weer een extra praatje op een dag?
De kunst voor mij van het niet schelen ligt in exposure en dapper zijn
Dat lukt niet altijd en dit kost dan ook veel energie en ongemak. Het voelt soms als een kwelling. Niet schelen kan ook echt niet bij elke vorm van acathisie: het kan zeer ontregelend en ingrijpend zijn en gepaard gaan met heel veel en diepe schaamte. Sommige activiteiten ontwijk ik toch, wat mijn herstel belemmert. De ernst van het effect van de klacht op de cliënt zijn of haar geestelijk welbevinden, wordt soms erg onderschat. Reden genoeg voor mij om tijdig af te bouwen en over te stappen naar een ander middel.
Geef een reactie