Wanneer je hoofdpijn hebt, is het gemakkelijk om aan te geven dat je hoofdpijn hebt. Immers, iedereen is bekend met hoofdpijn. Wanneer je dit communiceert, is de ander op de hoogte. Wellicht doet het een appèl op de zorgzaamheid van de ander, en doet hij of zij een poging om je lijden wat te verlichten. Door iets heilzaams aan te bieden zoals een knuffel of een kop warme thee.
Nu de ander op de hoogte is van jouw ongemak, is de kans zeer aannemelijk dat hierop afgestemd wordt. Men wil je misschien ontlasten. Zij weten – bewust of onbewust – dat wanneer zij met hetzelfde kampen, zij ook gebaat zouden zijn bij wat liefdevolle ondersteuning en aandacht.
Welnu, hoe communiceer je dat je stemmen hoort, psychotisch bent, paniekerig, depressief ?
Dat je de wereld niet helemaal als ‘echt’ ervaart en je niet in contact staat met je lichaam? De taal die we gebruiken voor het uitwisselen van ervaringen met psychisch lijden is vooral gebaseerd op de taal die in de hulpverlening wordt gebruikt. Deze taal is doorgesijpeld in de alledaagse spreektaal. “Sorry voor m’n ADHD-gedrag”, “Ja, dat is een beetje autistisch van me”, “Ik was vandaag echt depri”. Bij ‘afwijkend’ gedrag is er al snel de neiging om de ander te classificeren met allerlei diagnosen uit het DSM-handboek. “Zij is echt een borderliner!”.
Dit, terwijl elk persoon die psychisch lijdt, zeer diepgaande menselijke ervaringen heeft. In de basis zijn de onderliggende gevoelens de Ander – die niet lijdt – niet vreemd. Net zoals hoofdpijn, is iedereen namelijk bekend met eenzaamheid, verdriet, angst en boosheid. De mate waarin verschilt echter, alsook de manier waarop het geuit wordt. Waar de één bijvoorbeeld contact zoekt, verbergt de ander zich uit schaamte en angst om afgewezen te worden. Dat laatste was tijdenlang mijn eigen gewoonte.
Het lijkt erop dat we nog weinig ervaring hebben met het uitspreken van onze gevoelens
en het bespreken van onze kwetsbaarheden. Over de noodzaak hiervan schrijft Psychiater Dirk de Wachter in zijn onlangs verschenen Vertroostingen. “Het tonen van kwetsbaarheid lijkt een heel krachtige verbinding te leggen, een die nodig is om niet eenzaam af te glijden in de ravijnen van duisternis en wanhoop. Naast de noodzakelijke fysieke nabijheid kunnen ook woorden ons omarmen, onze taal kan de verbinding op afstand enigszins overbruggen.” Net zoals geboren worden en sterven, is het een feit dat ieder mens lijden zal kennen in zijn leven. Dus, zoals we spreken over geboorte en daarbij allerlei rituelen hebben bedacht, en zoals we spreken over de dood en de daarbij horende rituelen, lijkt het noodzakelijk dat we veel ‘gewoner’ gaan spreken over psychisch lijden. En daarbij wellicht ook meer rituelen gaan bedenken die bijdragen aan het erkennen van het bestaan ervan als een gedeelde menselijke ervaring. Rituelen die het wellicht zelfs vieren.
Dit vraagt mijns inziens echter om één heel belangrijk ingrediënt: bewustzijn
Het lijkt een evidente rekensom. Hoe minder je van jezelf weet, des te minder je van jezelf kunt delen en des te minder de ander je dus zal kunnen leren kennen en aansluiting bij je zal kunnen zoeken. Een goed zicht op onze eigen binnenwereld vol gevoelens, gedachten, pijntjes, tintelingen, dromen, patronen, overpeinzingen, behoeften en een scala aan andere ervaringen, is dus noodzakelijk. Hoe kun je spreken over verdriet, als verdriet je onbekend is.
Als het wellicht verborgen ligt onder de façade die je hebt gecreëerd om niet slachtoffer te hoeven worden van de stortvloed aan onderliggend verdriet. Of hoe spreek je over angst, zonder zelf angst te kennen of je niet bewust te zijn van je angst, wellicht omdat je het onbewust altijd vermeden hebt? Om jezelf gêne en gezichtsverlies te besparen? En wanhoop, die alles overstijgende wanhoop die zich van je meester kan maken wanneer je geen uitweg meer ziet omdat je zó emotioneel en gestrest bent dat je niet meer bij je verstand kan.
Hoe treedt je hierover in contact, als het zich niet afspeelt in je eigen bewustzijnsveld?
Het vergt aandacht om (zelf) bewustzijn te ontwikkelen en te laten groeien, om datgene te verkennen wat zich in je afspeelt. Nog meer aandacht vraagt het om hetgeen wat je ziet, voelt, ruikt en proeft zo oordeelvrij mogelijk te onderzoeken. Dus eigenlijk, nog méér dan taal, lijkt eenvoudige aandacht een basisvoorwaarde om überhaupt inzicht te krijgen in onszelf, om vervolgens te kunnen delen wat we waarnemen in onze eigen binnenwereld. Om er vervolgens achter te komen dat hetgeen wat wij ervaren, hoe pijnlijk of extatisch dan ook, wellicht net zo gewoon is als hoofdpijn.
Guus is gemotiveerd om bij te dragen aan het normaliseren en verzachten van psychisch lijden en om hierin de verbinding te zoeken tussen mensen. Daarbij is hij werkzaam op een klinische behandelgroep voor autismespectrumstoornis en zet hij graag zijn ervaringsdeskundigheid met eigen lijden in.
foto Sidney Sims op Unsplash
Meer lezen?
Geef een reactie