Ik was een blij, druk, intelligent kind. Een echte ontdekker. Door grote schade aan mijn persoon ben ik ergens na mijn puberteit de verbinding kwijtgeraakt met wie ik was.
Ik had geen werkelijk besef meer van identiteit. Dit heeft vele jaren geduurd. Pas recent heb ik mezelf teruggevonden. Ervaar ik mezelf weer min of meer als een volwaardig persoon. Dit klinkt misschien wat onwerkelijk, maar zo is de ervaring.
De last die ik in mijn volwassen leven heb gedragen, bestond uit gevoelspijn. Leven zelf deed pijn, en ik voelde me stelselmatig ongelukkig. Het lukte me niet om daar vrede mee te krijgen.
Er was een grote behoefte aan iets van basisgeluk. Ik kon er niet omheen. Het resultaat was een langdurige worsteling met mezelf.
Tegelijkertijd was ik er diep van binnen van overtuigd dat ik mijn beschadigde zelf onderweg weer heel zou weten te maken
Hoe? Dat was de grote vraag.
Ik ben altijd blijven cultiveren wat aanwezig was in mijn leven. Hoe weinig het ook leek op te leveren. Ik voelde me als een boer in Afrika. Hij die de dorre grond blijft bewerken, wachtend op de regen, die maar niet komt.
Ergens de afgelopen maanden zijn mijn ogen open gegaan. Door enkele diepgaande ervaringen heb ik mezelf weer ontmoet. Ben ik weer enigszins in staat om de schoonheid van dit leven, van mijn leven, te zien.
In al haar ellende is het leven toch zo mooi
Zonder hoop, zonder het vertrouwen dat ik mezelf vroeg of laat zou kunnen bevrijden van die levenspijn, was ik er waarschijnlijk niet meer geweest.
Hoop is dan ook iets bijzonders. Je kan niet bewijzen dat het op zijn plek is. Je weet niet wat het je concreet gaat opleveren. Daar gaat het ook niet om. Hoop zelf heeft een transformerend vermogen, dat we niet mogen onderschatten. Hoop is waar.
Uiteindelijk komen we ergens vandaan, en gaan we ergens naar toe. Wat eenieder zich daar ook bij voorstelt. Mijn weg is niet jouw weg, maar elke weg leidt naar huis. Waarmee ik maar wil zeggen: heb vertrouwen, het is mogelijk.
Geef een reactie