In deel 1 van deze briefwisseling deelt May-May haar ervaringen met medicijngebruik met Jim van Os en legt ze hem een aantal vragen voor: “Jim, ken jij meer verhalen van mensen die na het krijgen van verschillende psychosen er toch in geslaagd zijn om hun antipsychoticum af te bouwen?” In dit tweede deel de reactie van Jim.
Ha die May-May.
Het korte antwoord is: ja ik heb vele mensen succesvol van de antipsychotica af zien komen. Maar ook mensen die besloten dat het beter voor ze was om door te gaan – op een zo laag mogelijke dosis.
Ik denk dat we antipsychotica wat anders bekijken dan vroeger, en dat dat nog meer zal veranderen in de toekomst. Hieronder waarom:
- De naam ‘anti-psychoticum’ is misleidend. Het gaat om allerlei zeer verschillende pillen die op verschillende mensen zeer verschillende effecten hebben. Je kunt wellicht beter over antipsychotica spreken als: ‘pillen die je kunt proberen bij psychose maar die bij iedereen een ander effect kunnen hebben’.
- Het idee dat je psychose altijd met medicatie moet bestrijden, ligt onder vuur. We weten dat tot 30% van de mensen met psychose ook zonder antipsychoticum kunnen – maar we kunnen niet bepalen wie dat zijn. Dus krijgt iedereen het.
- Verder is het zo dat bij angst, bijvoorbeeld een sociale fobie, de behandeling is dat de persoon zich juist beetje bij beetje moet leren blootstellen aan de angst. Dat werkt heel goed. Dus waarom zou dat bij psychose anders moeten zijn? Waarom is het dominante model bij psychose dat het juist onderdrukt moet worden? Waarom wordt er niet vaker geprobeerd om de persoon stapje voor stapje meer weerbaar te laten worden om met de psychose om te leren gaan? Ik denk dat jij dit ook hebt gedaan door juist iets aan te gaan met je psychosegevoeligheid, waardoor je in een nieuwe relatie met God terecht bent gekomen en zinvolle bezigheden hebt ontwikkeld. Hier ligt denk ik een enorme uitdaging voor ons allen.
- Als je kijkt naar de hele populatie van antipsychoticagebruikers, dan lijken antipsychotica gemiddeld meer sterfte te verminderen (bv door suïcide te voorkomen) dan dat ze sterfte in de hand werken (bv door suikerziekte). Maar dat is op groepsniveau – op individueel niveau blijft de impact van bijwerkingen enorm, waardoor de meeste mensen vroeger of later gaan proberen te stoppen.
- Opnieuw een psychose krijgen na stoppen hoeft niet te betekenen dat de ziekte is teruggekomen. Het kan ook betekenen dat de antipsychotica de psychosegevoeligheid juist hebben verhoogd (omdat het brein over de tijd tegen de antipsychotica is gaan ‘vechten’) en dat door te snel stoppen de door de antipsychotica opgebouwde psychosegevoeligheid opeens de overhand krijgt.
- Stoppen met antipsychotica lukt veel beter als de persoon een proces van weerbaarheidsbevordering heeft ondergaan. Dat wil zeggen: het kennen van de ins and outs van je psychosegevoeligheid; weten wat een nieuwe episode in de hand werkt; hoe je mee omgaat; of je een crisisplan hebt. Ook heel belangrijk zijn slaap, beweging, voeding en iemand hebben die jij vertrouwt, die je monitort en met wie je een relatie hebt.
- Koffie drinken kan de afbraak van antipsychotica vertragen, zodat je in feite een hogere dosis krijgt. Maar koffie kan in de hersenen ook de gebieden stimuleren die door de antipsychotica juist worden geremd. Hierdoor kun je je beter gaan voelen omdat de demping vermindert.
De conclusie is dus: antipsychotica is een kwestie van trial-and-error, een zoektocht die nooit af is
En ik geloof dat veel mensen kunnen leren stoppen, maar het is hard werk en zeer individueel bepaald. En als het niet lukt, nou dan weet je dat en heb je een goede reden om er mee door te gaan. Vanuit je eigen kennis en motivatie, zoals je zo mooi beschrijft, May-May!
Groet Jim
De brief van May-May uit deel 1 is hier te vinden.
Meer informatie:
Geef een reactie