François schrijft wekelijks over zijn leven met depressie. In deze blog gaat hij dieper in op perceptie. Wat is perceptie eigenlijk? Hoe verhoudt het zich tot depressie? “Wat je zag was niet de realiteit, maar een sterke vervorming ervan.”
Eckhart Tolle schrijft in de inleiding van zijn boek De kracht van het nu over zijn angsten en depressies:
“Niet lang na mijn negenentwintigste verjaardag werd ik ’s nachts wakker met een verschrikkelijke angst. Ik was veel vaker met een dergelijk gevoel wakker geworden, maar deze keer was het erger dan alle keren ervoor. De stilte van de nacht, de vage contouren van het meubilair in de donkere kamer, het uit de verte komende geluid van een trein – dat alles voelde zo vreemd, zo vijandig en ook zo volkomen zinloos dat ik de wereld begon te haten.
Maar het afschuwelijkste van alles was mijn eigen leven. Wat had het voor zin om te blijven leven in deze poel van ellende? Waarom nog doorgaan met deze worsteling waar maar geen eind aan kwam? Ik voelde een diep verlangen naar de dood, en dat verlangen werd steeds sterker, sterker dan het instinctieve verlangen om te blijven leven.”
Wat Tolle beschrijft met de stilte van de nacht, de vage contouren van het meubilair in de donkere kamer, het uit de verte komende geluid van een trein, en de vreemde, vijandige gevoelens erover … dat is perceptie
Normaal zijn dit dingen die weinig betekenen. In de rest van zijn boek wordt stilte beschreven als juist iets prachtigs. Ja, wat wil je ’s nachts liever? Ook je meubels zien en in de verte een trein horen, dat zijn dingen waar een normaal mens niet ongelukkig van wordt. Maar dat is het hem juist: jij bent depressief en dus niet normaal. Alles, àlles kan je verdrietig en wanhopig en bang maken als je depressief bent. Dingen die je vroeger nog geeneens zag, die maken je nu ineens misselijk van wanhoop, verdriet en angst. Zelfs dingen die je vroeger mooi vond. Dat is perceptie.
Een bekend gezegde is: we zien de dingen niet zoals ze zijn, we zien de dingen zoals wij zijn. Dat zei de Stoa al, en Shakespeare, eigenlijk iedereen. Dit verschijnsel van perceptie is iets dat we allemaal kennen. Je bent opgewekt en ziet een jong stel en denkt: wat een pril geluk. Maar als je triest en bang bent, dan zie je hetzelfde jonge stel en denk je: wacht maar af! Zo werken optimisme en pessimisme. Beauty is in the eye of the beholder: schoonheid schuilt in het oog van de waarnemer. Schoonheid is subjectief en lelijkheid ook. Helaas geldt dat ook voor depressie; dan kijk je door een zonnebril met hele donkere brillenglazen.
Een afschuwelijk symptoom of gevolg (tevens oorzaak) van mijn depressie was die perceptie
Toen ik me echt ongelooflijk klote, wanhopig, angstig en boos (op mezelf) begon te voelen, toen begon ik ook de wereld zo te zien. De wereld was ineens veranderd. Alles werd bedreigend, lelijk, vies, slecht, zwart, onheilspellend, alsof ik rondliep in een griezelfilm met enge muziek. Ik voelde me een vreemde in een vreemd land. Niks had meer zin. Dus durfde ik de straat niet meer op want ik was bang van alles en iedereen (pleinvrees). Het nieuws maakte me bang, veel banger dan vroeger. Actiefilms kon ik niet meer bekijken, te veel geschreeuw en geweld van slechte mensen. Zelfs de natuur werd bedreigend, grote bomen zag ik ineens als overdonderend groot, als reuzen die me kwaad wilden doen.
Dit doet me denken aan toen ik verliefd was. Dat was het tegenovergestelde maar tegelijk ook hetzelfde. Ook toen keek ik door een bril die alles vervormde, alleen waren toen de brillenglazen niet donker, maar roze. Die persoon was prachtig, of liever het vertekende beeld wat ik van die ander had gemaakt (omdat ik dàt wilde, verlangde, kinderlijk eiste) was prachtig en eigenlijk was alles mooier dan ooit: muziek, de natuur, de hele wereld. Slecht weer kon me niks schelen, tegenslagen bestonden niet, alles legde ik positief uit. (Is verliefdheid een manie?)
Bij verliefdheid zie je niet meer de werkelijkheid maar een versie ervan
De hemel. Zoals je verliefd bent op die ander en de wereld, zo haat je jezelf en de wereld in een depressie. De hel. De wereld is veranderd. Of jij?
Een persoon met anorexia ziet een dikkerd in de spiegel.
Je ziet geen verschil tussen de gebeurtenis en de reactie op de gebeurtenis. De angst en pijn zie je alleen in de gebeurtenis, niet in de reactie erop.
Er is niks nieuws onder de zon. De Franse schrijver Montaigne merkt rond 1650 in zijn beroemde boek Probeersels op dat de Romeinse filosoof Lucretius (een kleine eeuw voor Christus) zei dat de Griekse filosoof Epicurus (drie eeuwen voor Christus) zag dat “het kwaad niet door de inhoud maar door het vat zelf wordt veroorzaakt”. Zelfhulpboeken en cognitieve therapie zijn op dit idee gebaseerd. Misschien is deze vervorming van de werkelijkheid (perceptie) ook een onderdeel van paranoia, angststoornis, schizofrenie, psychose en andere mentale problemen.
Bij mij leverde die perceptie zulke sterke, heftige gedachten, gevoelens en beelden op dat ik er geen seconde aan twijfelde. Dit was dé werkelijkheid, zwaar, serieus, permanent, de realiteit, de waarheid. Ik leefde in de hel. Dat wist ik zeker.
Later besef je met je gezond verstand dat het een leugen was
Wat je zag was niet de realiteit, maar een sterke vervorming ervan. Als je dat aan iemand vertelt die verliefd of depressief is, verklaart die je voor gek en wordt misschien wel boos. Achteraf kijk je naar die grote bomen en denk je: kijk eens wat een mooie grote bomen! Je kijkt naar de persoon waar je verliefd op was en je denkt: waarom vond ik dat toen in hemelsnaam de aantrekkelijkste persoon ter wereld?
Tijdens verliefdheid schijnen er tussen drie maanden en drie jaar bepaalde stoffen in je hersenen te zitten die bijvoorbeeld ook je eten en slapen sterk beïnvloeden. Ziet iedereen de overeenkomsten met depressie? Dit is een argument voor de stelling dat depressie (ook) iets biologisch is. Professor Jan-Hindrik Ravesloot kan op YouTube mooi over verliefdheid vertellen.
Net voor mijn depressie verhuisde ik van het centrum van Amsterdam naar een piepklein, ver en verlaten plattelandsdorpje
35 jaar lang was dat mijn heerlijke vakantieplek geweest met natuur, stilte en rust. Die plek veranderde plotseling in een verlaten, vergeten, eenzaam dorp, afgesloten van de echte wereld, een gehucht waar nooit iets gebeurde. Dat er nooit iets gebeurde was vroeger juist een voordeel. De kleine, charmante huisjes werden ineens lelijk en armoedig. De dorpsbewoners provinciaals. Ik begon alles en iedereen intens te haten en vroeg me ineens af (vroeger nooit): wat doe ik hier in hemelsnaam? Een gevoel van angst, een zinkend gevoel in mijn maag, een gevoel van eenzaam en verdriet en achtergelaten als een hond, vastgebonden aan een boom. Achteraf grapte ik: dit dorpje was mijn bijna-dood-ervaring.
Als je het filter niet ziet, dan vertelt het filter wat je ziet.
Zoals met alles: zodra ik me bewust werd van dit verschijnsel, werd het minder erg. Aha, iedereen heeft dit, en depressievelingen extreem? Aha, het bestaat al eeuwen en bij alle volkeren? Pfoeh!
Geef een reactie