In mijn eerste gedicht probeer ik in een notendop te beschrijven wat psychose voor mij is. In het tweede deel tracht ik te vatten wat de oorzaken zijn. Ik wil getuigen over alles wat ik meemaakte.
Echt?
Als je zintuigen je in de steek laten?
Als je zintuigen geen zin meer hebben?
Als de zin van je tuigen ontbreekt?
Als je zintuiglijke waarneming niet meer zint?
Als je bezint over die waarneming?
Als je betuigt dat eindelijk alles zin heeft…
…dan zint er iets niet.
Psychose, wie ben je?
Ik ken jou niet, ik ken wel een aantal van jouw vrienden. Het is gek maar ik vind het leuk met jou. Ik zie alles duidelijker, frisser, kleurrijker en het wordt echt spannend nu.
Laat me niet los.
Ik leef eindelijk volgens het tempo van mijn synapsen. Om in evenwicht te blijven. Houd me vast, alsjeblieft, aan het uiteinde van mijn neuronen en vang de boodschappen op die door mijn hoofd razen.
Ik weet het, ik filter te weinig.
Ik weet het, ik laat teveel toe in mijn brein. Het is zo onthullend om mijn herinneringen te mengen met nieuwe waarnemingen. Het is gewoon fun om minder te filteren. Meer materiaal om aan de slag te gaan.
Ik ben zeker dat jij weet wat ik bedoel, psychose
De anderen zijn niet mee. Ik zag je trouwens gisteren. En vorige week ben ik je ook tegengekomen, heel even toen. Blijf nu maar gewoon hier. Laten we verbinden, combineren, integreren, samenvloeien. Misschien brengt het ons later nog iets?
We moeten het wel snel doen, want ze proberen me te helpen. Ze proberen mijn dopaminen te reguleren. Genezen noemen zij zoiets.
Bedankt om mij te lezen.
Leen
Geef een reactie