Hoe kan je op een zorgvuldig manier warmte delen? Stef Joos toont in dit blog hoe je als hulpverlener in een team samen met cliënten er ook voor kan kiezen om dichtbij te zijn in contact.
Een jongeman vertelde me, tijdens een groepsbabbel op de afdeling wat hij, die dag, op de bus beleefd had. Hij was, zoals gewoonlijk, ergens achteraan gaan zitten op een nog lege bank. Achteraan, omdat hij daar meer overzicht had.
Hij kon vanaf die plek goed kijken wie er opstapte en zo goed het gevaar taxeren
In de bus zat op een nog lege bank om te vermijden dat er vragen zouden komen of iets dat dan een sociale babbel genoemd wordt.
Maar de bus liep sneller vol dan hij gedacht had. Zodat een jonge vrouw, duidelijk alleen bezig met de muziek in haar ‘oortjes’, zich naast hem op die bank neerplofte. Ze had hem niet aangekeken of aangesproken, wat hij wel prettig vond.
Maar toen, vertelde hij, kwam de bocht. Toen de bus het dorp inreed en die rare bocht nam, viel zij tegen hem aan.
Hij voelde haar blote arm tegen de zijne
Zij schrok niet, trok zich niet plots terug… Ze bleef tegen hem aanleunen tot de bocht gerond was.Het was overdonderend, zei hij, ik hield mijn adem in – probeerde dat gevoel te omarmen…
Toen…zei hij berustend: “Het was zeker al meer dan een jaar geleden dat mijn huid die van een ander voelde.” En daarna: “Ik besefte toen pas hoe eenzaam ik eigenlijk ben.”
Het is één van die verhalen die mij deed beseffen dat wij hulpverleners, de patiënt in woord (en soms in daad) nabij kunnen zijn. Maar dat we te vaak oorverdovend stil zijn wanneer hun nood aan warm contact, aan een knuffel, een aai, … zich toont.
Op de afdelingen waar ik werk en gewerkt heb is dat taboe rondom het warmte delen gelukkig al enige tijd gesneuveld
En wordt er gezocht naar manieren waarop we, met respect voor de grenzen van iedereen die betrokken is en vanuit het weten dat het zeer moeilijk in te schatten is hoe woorden of gebaren (kunnen) overkomen, toch ook wat warmte kunnen delen.
Het is en blijft een moeilijk thema – ik merk het ook nu ik er woorden aan probeer te geven. Al valt mij op dat het in de teams waarmee ik werk en heb gewerkt, het iets vanzelfsprekend krijgt.
Het vraagt vooral om een cultuur – waarin gezocht mag worden – waarin het samen zoeken centraal mag staan.
Samen, met het team en de groep cliënten
De schroom die ik voel om dit neer te schrijven verraadt wellicht veel over wat velen denken te weten over:
- ‘Therapeutische banden’;
- Dogma’s als ‘afstand en abstinentie’;
- Het gevaar voor grensoverschrijdend gedrag of normvervaging, et cetera;
- …
En dus ook over de vrees dat verontwaardigde reacties of beschuldigende kreten, de nuance en het voorzichtig zoekend spreken over warmte delen, overstemmen.
En toch…
Stef Joos is psycholoog en systeemtherapeut. Al meer dan twintig jaar is hij actief in de psychiatrische zorg, meer specifiek en vooral, in de zorg voor psychosegevoelige mensen.
Meer informatie:
Geef een reactie