“We moeten wat meer elkaars psychiater zijn!”, een uitspraak van de Belgische psychiater Dirk de Wachter. Er zijn voor elkaar. Praten en vooral luisteren. Hij heeft het immers veel te druk. Familieleden, buren, kennissen, vrienden, eenieder die begaan is met de ander wordt door hem aangesproken. In dit gastblog geef ik aan wat in de afgelopen jaren mij heeft ondersteund op mijn weg naar een nuchter leven.
In 2010 schoof ik aan bij een AA-groep. De kalmte die ik nodig had om te accepteren wat ik niet kon veranderen had ik niet. De moed die ik nodig had om te veranderen wat ik kon veranderen was er niet. De wijsheid om onderscheid tussen deze twee te maken ontbrak mij. Vanaf augustus 2010 ben ik nuchter. Op PsychoseNet heb ik gastblogs geschreven over wat mij in de afgelopen twaalf jaar heeft ondersteund in dit proces en hoe ik de terugvalkuilen heb ontweken. Hardlopen is een belangrijke factor in het beteugelen van de zucht die altijd op de achtergrond aanwezig is en naar voren komt op lastige momenten.
In die lastige situaties heb ik vooral behoefte aan delen. Dat kan in de AA-bijeenkomsten (deelnemers worden niet voor niets ‘fellows’ genoemd), dat kan uiteraard ook met de partner en anderen in de familie die dicht bij mij staan. Het dicht bij mij staan kan echter juist daardoor niet altijd ondersteunend werken. Een belangenverstrengeling zal kunnen meespelen. In lastige momenten die mij soms zo overvallen dat ik niet weet wat te doen zoek ik een luisterend oor waar ik mijn verhaal, zonder onderbrekingen, ongecensureerd, kwijt kan. Waar geen oplossingen aangeboden worden maar ik, luisterend naar mijzelf, weet wat ik heb te doen. Toch mis ik bij dit alles iets.
De jaren ’50
Ik ga terug in de tijd naar Haarlem-Noord waar ik woonde. Drie huizen verderop woonde Henk. “Vriendjes voor het leven” waren wij. Onafscheidelijk. Uren konden wij kletsen, over wat ons boos, blij of bedroefd maakte. Wij hadden veel lol en haalden ook veel kattenkwaad uit. Avonturen beleefden wij, speelden samen in een honkbalteam, troostten elkaar als dat nodig was. Soms hadden wij ook ruzie maar de vriendschap was zo hecht dat wij beiden ons best deden om het weer goed te maken. Wij hielden elkaar in toom als dat moest (“stoppen met die gein, je verpest het voor iedereen!”) De vorm en inhoud van deze vriendschap heb ik nooit meer zo ervaren. Ik koester de herinneringen. Vluchtige vriendschappen heb ik wel gekend, een kennissenkring is er ook. De aarzeling om mij te hechten, een echte diepe vriendschap aan te gaan, is de vermoedelijke achtergrond van dit gegeven.
Voorjaar ’22
Via FB maak ik contact met een vrouw die gedreven is om een halve marathon te gaan lopen. Zij werkt in de Geestelijke gezondheidszorg, is 40 jaar jonger. Het gedrevene en de gemeenschappelijke ervaring met GGZ maakt dat ik aanbied een rol te spelen op weg naar de halve marathon. Zij neemt het aanbod aan. Sindsdien trekken wij veel met elkaar op. Hardlopen is het centrale thema dat ons bindt. Er ontwikkelt zich meer. Wij kunnen lopen en praten. Praten over wat ons, naast het hardlopen, bezighoudt. Het verrast mij hoe snel wij open zijn naar elkaar. Wij hebben geen geschiedenis met elkaar, kunnen en willen ook onze lastigheden, twijfels, onzekerheden, benoemen.
“Bijzonder”, “verrijkend”, zijn woorden die wij vaak gebruiken om aan te geven wat onze vriendschap typeert. Een benadering van het “bijzondere” waar wij elkaar in kunnen vinden: zij ziet mij als een oudere broer die zij gemist heeft, waar zij veel van had kunnen leren en waar zij haar verhalen over lief en leed kwijt zou kunnen. Ik zie haar als een jongere zus die ik vroeger gemist heb. Die ik mee zou kunnen nemen in mijn wereld en van wie ik ook zou kunnen leren wat ik niet meegekregen heb. Ook lijkt het soms of wij elkaar ooit gekend hebben en elkaar in dit leven weer tegenkomen. Aan een aantal kenmerken van een tweelingziel voldoen wij.
Vriendschap als ondersteuning
Beiden ervaren wij onze vriendschap binnen en buiten het hardlopen als verrijkend en ondersteunend door het delen van kleine en grote zorgen die wij tegenkomen. Wij leren van en aan elkaar. Wij koesteren onze vriendschap. De mogelijkheden die ik eerder noemde om ondersteuning te vinden voor de situaties die het nuchter zijn bedreigen zijn uitgebreid. Ik ben dankbaar voor het “toeval” dat wij elkaar ontmoet hebben.
Aan het begin van dit blog citeerde ik Dirk de wachter ”Laten wij meer elkaars psychiater zijn!”. Zijn boodschap proberen wij in praktijk te brengen binnen onze vriendschap.
Een vorm van herbeleving van het voorbije ervaar ik op dit moment.
Geef een reactie