Soms is het er ineens. Een moment waarop de tijd even stil lijkt te staan. Lichaam en geest vallen even helemaal samen, de verstilling in jezelf. Gedachten lossen op als ademwolkjes op een koude winterdag. Gevoelens die normaal je gedachten vertroebelen wijken uiteen en geven je een korte blik naar binnen. Je ziet je ware zelf.
Een geestestoestand waar ik mijlenver van verwijderd was in tijden dat donkere wolken zich samenpakten in mijn hoofd en me het zicht op mezelf volledig ontnamen. Een beleving zo helder dat ze van een andere wereld lijkt te komen. Zo’n enorme tegenstelling met de man die maanden, nee jarenlang, gevangen zat in een voortdurende verkramping van pure angst. Angst die van zo diep kwam dat mijn geest zich voortdurend in oorlogsgebied waande.
Het brein dat het verschil niet kent tussen reële en ingebeelde angst. Een geest die rijk is aan verbeelding verandert de dagdromer in een soldaat die vecht tegen zijn eigen demonen
Het was Irvin Yalom die woorden gaf in zijn boeken aan wat ik vaak voelde en zag binnen mijn wereld. Het was Alie Weerman die in een lezing een model uitlegde waarin ze mijn overpeinzingen zo prachtig samenvatte (referentie: proefschrift Ervaringsdeskundige zorg-en dienstverleners door Alie Weerman). Het waren deze momenten waarin ik deze verstilling binnen mezelf voelde. Het moment waarop iemand anders woorden gaf aan iets wat zich diep in mij afspeelde. Wat zich nog steeds met enige regelmaat in mij afspeelt. Noem het existentiële dilemma’s. Noem het te veel nadenken over het leven. Noem het zoeken naar onbeantwoorde vragen. Noem het zoals je wil.
Voor mij gaat het over de essentie van het bestaan, de levensvragen waar niemand het antwoord op lijkt te hebben
Als je ‘gezegend’ bent met een geest die niet makkelijk plooit naar de hobbels die het tegen komt op haar pad, je van tegenslagen dagenlang van je stuk bent gebracht, je innerlijke spiegel zo breekbaar lijkt te zijn als glas, dan is er de kans dat het breekt. De geest lijkt te versplinteren in ontelbare stukjes. Waarbij je niet kan ontkomen aan het ondergaan van de uiterste toestanden in jezelf: absolute chaos, eenzaamheid en misschien wel de dreigende eindigheid van wie je bent. Er is niemand meer om aan vast te houden, niemand meer om te volgen. Er zijn geen vastigheden meer. Je slaappatroon kapot, je eetlust vergaan. Je lust ver heen, je ziet alleen nog maar de onzinnigheid van je eigen bestaan.
Je bent jezelf kwijt, jezelf verloren
Radeloos begin je de scherven bij elkaar te zoeken, geen idee waar te beginnen. En inderdaad er is er maar één die weet wanneer de puzzel zich weer begint te vormen naar iets dat op jou lijkt. Alleen jij kan dat weten. Maar in deze zoektocht, deze levenspuzzel , heb je soms hulp nodig. Hoe belangrijk is vertrouwen dan? Hoe belangrijk is oprechtheid in jullie contact dan? Hoe waardevol kan deze gezamenlijk reis zijn voor jou?
Maar ook… hoeveel kan de ander kapot maken als men niet voorzichtig met jou omgaat ? Hoe groot is de teleurstelling als de ander je niet ziet voor wie je bent? Hoeveel pijn doet het als je bemerkt dat de ander niet zuiver is in zijn of haar intenties ?
Als mens kampend met een psychische kwetsbaarheid ontdek je al snel dat er geen veilige bubbel bestaat
Iedereen is existentieel alleen, maar voelt dit zelden zo. Iedereen creëert orde in wat eigenlijk chaos lijkt te zijn en vormt zodoende houvast in het leven. Iedereen gaat ooit dood, maar staat hier zelden tot nooit écht bij stil. Deze luxe is vele mensen die in angst gevangen zijn geraakt, door de hel van depressie of psychose zijn gegaan, niet gegeven. Zij wéten hoe het is om buiten deze veilige bubbel te leven. En als je daar eenmaal bent geweest, dan weet je dat deze bubbel je nooit meer de (schijn)veiligheid kan bieden die het ooit deed. Zo heb ik het althans ervaren.
Je bent niet langer meer ‘naïef’. Of je het nu wil of niet, je bent buiten de bubbel getreden. En daarmee heb je ontegenzeggelijk ook veel kennis opgedaan, ervaringskennis. Kennis die anderen, die ook buiten die bubbel zijn geraakt, heel hard kunnen gebruiken. Kennis die je wel moet leren inzetten. En dat is een vak apart. Als je er over nadenkt is het toch zo logisch dat cliënten hier baat bij kunnen hebben. Hoe bizar eigenlijk dat dit vak nog maar in de kinderschoenen staat.
Ervaringskennis is zilver. Het op maat in leren zetten, naar de ander die het toekomt, is goud
Een enorm pleidooi dus voor het leren toepassen van ervaringskennis. Of het nu door ervaringsdeskundigen is of door hulpverleners zelf. Er ligt een schat op ons te wachten daar. Naast wetenschappelijke kennis en professionele kennis is er dus ook de ervaringskennis. Ik ben oprecht benieuwd hoe we over 20 jaar van nu aan zullen kijken naar de verhouding tussen deze drie hoekstenen. Een hoeksteen die in mijn beleving door de cliënt zelf dikwijls in een ander licht wordt bezien dan de visie van menig onderzoeker en zorgprofessional. Mag u het verschil raden…
Geef een reactie