Op zaterdag 6 juli 2019 vond in Utrecht het congres Frisse blik op kwaliteit in de GGZ plaats. De aanleiding voor het organiseren van het congres is de onvrede met de huidige manier van verantwoorden. Op grond van niet-wetenschappelijk-bewezen methodieken en definities wordt er gekeken naar en afgerekend op geleverde zorg. Dat moet anders.
Terugblik
We beginnen deze post met een terugblik op het congres door Jim van Os:
Verslag van de presentatie van Jim van Os
Hierbij het verslag van de presentatie van Jim van Os van 6 juli 2019 op het congres Frisse blik op kwaliteit in de GGZ:
Jim van Os: ‘Kwaliteit in de zorg, dient veel belangen. Daarom is de discussie zo lastig. De patiënt wil kwaliteit kunnen ervaren. Zorg verandert in tijd, ook in perspectief. Tot vrij recent waren we vooral gericht op genezen, inmiddels is dat niet meer zo. Een groot aantal mensen heeft (meerdere) chronische aandoeningen. In de GGZ hebben we te maken met kwetsbaarheden die de neiging hebben de kop op te steken.
Dat maakt onder meer het principe van weerbaarheidsbevordering belangrijk en dat is weer een andere dimensie van kwaliteit. Het ‘heal en deal’ principe is belangrijk. Dus niet alleen de genezing maar ook het omgaan met ziekte. Ook de Patiëntenfederatie bepleit dat het gaat om de mens, niet alleen om de patiënt. Professionele kennis en ervaringskennis moeten gebundeld worden, dat is de kern van kwaliteit.
Bij kwaliteit horen een aantal condities. Gelijkwaardigheid is er één, maar in de praktijk is dat nog niet altijd het geval. Samen beslissen is het credo en daarvoor is gelijkwaardigheid nodig. Terwijl de beweging meer gaat naar de afstemming tussen patiënt en professional heeft de overheid afgesproken in de hoofdlijnakkoorden dat in 2022 de helft van de ziektelast is ondergebracht in uitkomstinformatie.
Dat botst dus met het begrip van kwaliteit, want kwantitatieve data in de systeemwereld staan ver af van de leefwereld van de patiënt. Samen beslissen kan aan de hand van uitkomstdata, maar beter is om dit te doen aan de hand van de persoonlijke waarde die de persoon toekent aan kwaliteit. De waarde waarbij de ervaringskennis wordt ingebracht. Uitkomsten krijgen verschillende betekenissen afhankelijk van de persoonlijke waarde die de persoon eraan toekent.
Kwaliteit is niet altijd zichtbaar. We kieperen het naar een externe database terwijl het direct zichtbaar zou moeten zijn. Een mooi voorbeeld is dat van ‘Citizen Science’ in de UK. Zij keken vanuit het patiëntenperspectief naar zogenaamde objectieve uitkomstdata en verschillen tussen ziekenhuizen, maar in overleg met statistici uit Cambridge bleek dat data tussen instellingen niet vergelijkbaar was en dat instellingen juist met zichzelf vergeleken moeten worden. Toen bleek dat elk ziekenhuis het goed deed binnen de verwachte range.
Uitkomstdata in een externe database kieperen geeft patiënten dus geen keuze informatie – instellingen moeten vergeleken worden met zichzelf-. Door ervaringskennis toe te voegen, wordt echte kwaliteitsinformatie zichtbaar en komt men uit het domein van schijninformatie. In Nederland is het nog niet zover en worden een aantal kwaliteitscriteria gebruikt die niet veel zeggen over kwaliteit.
Dat kwaliteit te kort schiet blijkt uit de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid die concludeerde dat de zorg voor psychiatrische patiënten onvoldoende is. Waar wij naar toe willen is kwaliteit in co-creatie. Dat betekent ook dat er meer gebruik gemaakt dient te worden van afstemming tussen ervaringskennis en professionele kennis op drie niveaus:
1. Persoonsniveau, door bijvoorbeeld gebruikmaking van videoreflecties op basis van de persoonlijke ontmoeting tussen zorgverlener en zorgvrager.
2. Groepsniveau, door teamreflecties over praktijkvariatie tussen zorgprofessionals op basis van input van patiënten, opleidingen en lokale uitkomstdata. Dan bespreek je resultaten in de groep.
3. Regioniveau. Doen we – de gezamenlijke instellingen of “ggz-winkeltjes” het samen goed voor de populatie, als samenwerkende organisaties en niet iedereen voor zichzelf? Zorgen we er samen voor dat het zorgaanbod goed is afgestemd op de populatie zorgvraag?
Ook dit is een belangrijke afstemming die nu misloopt gegeven breed bewijs voor onder- en overbehandeling in de GGZ. Onderzoek wijst uit dat de prevalentie van psychische ziekten hetzelfde is gebleven in de afgelopen jaren maar de zorg is enorm toegenomen. Er is GEEN regie op wie wel en wie geen zorg krijgt waardoor zowel overbehandeling als onderbehandeling optreedt.
Kwaliteit van zorg gaat niet alleen om het ‘fixen’ van gezondheid maar ook om toevoeging van waarde. In de GGZ draait het om de ontmoeting. Zorgverzekeraars die inkopen op basis van kwaliteit kunnen dit meewegen door te toetsen op de eerder genoemde niveaus. Dus niet inspecteren van getallen die niets zeggen, maar samen reflecteren over de kwaliteit van de ontmoeting.
Patiënten kunnen de waardetoevoeging ervaren omdat het gaat om patiëntgestuurd kwaliteitsbeleid. De overall conclusie is: het kan anders en het moet anders. Aan gezondheid ook waarde toevoegen en dat is te meten.’
Afsluitend
Het congres ‘Een frisse kijk op de GGZ’ werd op 6 juni 2019 georganiseerd door psychiaters Jim van Os en en Alan Ralston, ervaringskundigen Judica Berkelaar en Inge van de Kerkhof en jurist Ab van Eldij.
Meer informatie:
Geef een reactie