Vijftien jaar geleden begon mijn zoektocht in de GGZ. Dertien jaar lang was ik zoekende naar aansluitende hulp. Dit was een lange weg, een weg waarin ik veel aan mezelf getwijfeld heb terwijl dat niet nodig was. Nu begin ik eindelijk een bestaansbodem, zelfgevoel, in mezelf te ervaren, dankzij de huidige therapie.
Met drie kinderen, waarvan de jongste extra zorg nodig had, was ik fulltime huismoeder. Een hecht gezin en naast thuis deed ik ook dingen buiten de deur. Gaandeweg ontwikkelde ik angsten, hypochondrie en kreeg ik last van wisselende stemmingen. In 2001 (34 jaar oud) zette ik de eerste stap naar een GGZ psycholoog.
Na het traject van tien sessies zou ik klaar zijn. In werkelijkheid kwam ik er alleen maar slechter uit en legde ik de schuld, het falen, volledig bij mijzelf
Ik zou er wel mee leren leven. Dat lukte niet. Ik bleef regelmatig aankloppen bij de huisarts, ook met fysiek onbestendige klachten. Zocht zowel op alternatief als op regulier gebied verder maar een werkelijke doorbraak of genezing bleef uit. Mijn klachten verergerden, ons huwelijk stond op springen.
Eind 2008 kwamen mijn man en ik terecht bij een psychologe voor relatietherapie, bij een BIG geregistreerde privé praktijk. Na inventarisatie van onze levens legde zij meteen de vinger op de zere plek: ik was bekend met de problematiek van tweede generatie oorlogsslachtoffers. Mijn moeder had in een Jappenkamp gezeten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik had de symptomen al voorbij zien komen op internet, maar nu benoemde iemand dat naar mij. Zij zag mij!
Ik ging alleen verder bij haar, thuis was er weer rust.
De therapie zou bestaan uit gesprekken, twee tot vier jaar lang
Er werd benoemd dat er een muur om je heen kan zitten, dat die bij sommige mensen wordt afgebroken, bij anderen zou er hier en daar een opening ontstaan, zou er wat licht naar binnen kunnen schijnen en om die muur zou er een nieuwe laag gevormd worden. Binnen zes maanden zat ik in een zware depressie. Ik moest aan de pillen en de focus werd gelegd op het stabiliseren.
Bewustwording van emoties, kind en volwassene. Moeder zijn voor mijn eigen kind-stuk, net zoals ik moeder was voor mijn kinderen. Richting mijn kinderen lukte mij dat goed maar voor mijzelf was het een onmogelijke opgave. Ik miste een referentiekader hoe dit te doen. Er kwam veel op uit mijn verleden, ook naarmate mijn eigen kinderen ouder werden kreeg ik een helderder beeld van hoe ik was opgegroeid.
Het was confronterend, ondraaglijk eigenlijk
En toch bleef de focus op het huidige leven, niet blijven hangen in (onverwerkte) emoties en gevoelens. Ik zat wekelijks bij mijn therapeut op de bank. Ze had een soort ‘reddende-engelfunctie’ voor mij. De – totaal onbesproken – afhankelijkheid, de binding, werd groter en groter. Ik verlangde (onbewust) zo naar mama en papa. Mijn vader was kostwinner en bemoeide zich niet met de opvoeding. Tegelijkertijd ontwikkelde ik ook een enorme angst voor haar. Ze kon behoorlijk streng uit de hoek komen. Bijvoorbeeld als ik in het kleine kind bleef ‘hangen’: Nee, NU moest ik verder!
Na enige tijd antidepressiva via de huisarts gekregen te hebben, stapte ik over naar een psychiater. Bij haar ging ik gestaag omhoog in medicatie.
Telkens als ik weer tegen een stuk aanliep in de therapie en het stabiliseren niet voldoende lukte – suïcidegedachten, depressie – werd de dosering opgevoerd
Mijn onbeantwoord verlangen naar het ontwikkelen van een autonome samenhang in mezelf werd chemisch getemperd.
Eind 2012
Na vier jaar, werd de therapie beëindigd. De therapeute vond dat ik volwassen was geworden, het nest uit mocht vliegen. Ik had afgelopen jaar de diagnose borderline gekregen, kon er mijn voordeel mee doen en andere dingen die nog speelden (ik kreeg meer en nieuwe klachten) zou ik eventueel later en zeker bij een andere therapeut kunnen uitzoeken. 2013 werd gebruikt als jaar van afscheid nemen, gesprekken over dagelijkse gang van zaken. Ik ving de klap op met weer een verhoging in de medicatie, 375 mg Venlafaxine.
Ik kreeg ook de optie het aan te vullen met een antipsychoticum zodat ik beter zou slapen. Daar ben ik niet aan begonnen
Eind 2013
Er waren momenten dat ik aan tafel zat, het hele gezin samen. Er werd gepraat, gelachen, leuke en minder leuke dingen kwamen voorbij en ik, ik was er niet. Ik beleefde het niet wezenlijk, ik zag mezelf als last voor de anderen en waarschijnlijk zouden ze beter af zijn zonder mij. De lijn tussen gedachte en daad werd erg dun.
Ik zat in een leegte die ik eigenlijk al mijn hele leven kende – onwetend en onbewust – waar ik altijd voor was weggelopen en dat kon ik niet meer opbrengen. Ik wist niet hoe het leven te leven. En ik dacht dat ik de enige was.
Voorjaar 2016
Ik zit op 112,5 mg Venlafaxine. Ik ga het derde jaar in bij mijn huidige therapeute. Integratieve therapie. Ze maakt, naast praten over mijn hechtingsproces gebruik van verschillende technieken zoals imaginatie, beeldcommunicatie, kunstzinnige therapie. Eens in de twee weken heb ik een afspraak. Wat gebeurt er, wat ervaar ik in deze therapie, bij deze mevrouw?
Na dertien jaar heb ik gevonden en krijg ik waar ik al mijn hele leven naar op zoek ben
Ik ben geboren en getogen op drijfzand. Met andere woorden: ik heb een hechtingsverstoring. En nu, in deze therapie, mag ik hechten. Het kleine kind in mij wordt gezien en gehoord.
Er wordt naar mij geluisterd, zonder oordeel. Onvoorwaardelijk is zij er voor mij. Dat ken ik niet, dat is iets wat ik nog nooit in mijn leven heb mogen ervaren. In de afgelopen twee jaar heb ik een beeld gekregen van de toestand waarin ik zit, waar ik uit voortkom. Kleine L. komt meer en meer op, heeft nog nooit zo mogen zijn als nu.
Grote L. met al haar vertrouwde patronen loopt er doorheen. Bij momenten een wirwar aan emoties, gevoelens en gedachten. Soms een gevoel van nauwelijks kunnen overleven maar het kan en mag allemaal. Ik zit in verschillende rouwprocessen tegelijk: afscheid van vroeger, verwerking van vorige therapie, nu leren op eigen benen te staan én ik bouw af in medicatie! Door middel van hechting bij mijn therapeut kan ik hechting in en met mijzelf ervaren. Zelfgevoel ontwikkelen en bestaansleegte leren verdragen. Kleine L. samen met grote L. een gevoel van mogen en kunnen zijn, krijgen en vasthouden.
Liesbeth de Vos was ruim 12 jaar in therapie en kreeg min of meer de boodschap dat ze was uitbehandeld. Tot ze bij haar laatste therapie eindelijk écht werd gezien. Samen met haar therapeut werkt ze aan een boek over haar werkwijze dat dit najaar verschijnt.
Meer lezen over hechting?
Geef een reactie