Zo nu en dan wisselen May-May Meijer en Jim van Os met elkaar van gedachten. Dit keer over het ervaren geesten in je lichaam. Hoe gek is dat? May-May beschrijft haar ervaringen en Jim reflecteert hier op.
Vraag May-May:
Toen ik in 2013 op de gesloten afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis was opgenomen had ik het gevoel dat ik ‘geesten’ in mijn lichaam voelde. In een eerder blog beschreef ik dat dit voelt alsof je water drinkt dat te koud of te warm is, dan voel je ook een stroom door je lichaam gaan.
Alleen gaan ‘geesten’ veel sneller en gaan ze alle kanten van je lichaam op. In 2009 heb ik het met een psychiater over geesten gehad (toen ging het om een medepatiënte), de psychiater in kwestie keek me toen heel erg ongelovig aan. Wellicht was dat de reden dat ik er tijdens mijn tweede gedwongen opname toen ik zelf geesten in mijn lichaam voelde er met niemand over sprak.
Het ervaren van geesten in je lichaam was echt ontzettend beangstigend voor me en voelde als een enorm gevecht dat ik alleen moest voeren
Ik had het gevoel dat Ramona, een geest van Mars in mijn lichaam zat en dat er andere lieve mensen en Christus me probeerden tegen haar te beschermen en ook daarom mijn lichaam binnen kwamen.
Het was net alsof zij mij vanuit mijn eigen lichaam probeerde te vermoorden. Als ik naar de WC ging dan gingen ze met mijn plas weg naar buiten. Maar als ik even iets verkeerds deed zat Ramona weer in mijn lichaam.
Ik probeerde van de ‘geesten’ uit mijn lichaam af te komen. Ik sprong met mijn blote voeten op de grond buiten in de binnentuin, maakte een cirkel met mijn voeten en sprong dan uit de cirkel om de betovering te doorbreken, sprak tot Christus in de binnentuin.
Wat ik ook deed, niets leek te helpen om Ramona en andere geesten uit mijn lichaam te krijgen. Ik viel ook steeds meer af en werd dunner en dunner. Gedwongen medicatie zorgde gelukkig voor rust.
Na mijn opname bracht ik een bezoek aan een ‘moderne medicijnman’. Tot mijn verbazing zijn hij: “Entiteiten hebben je mijn lichaam verziekt en ze zijn heel vaak naar binnen en naar buiten gegaan.’’
Dat paste inderdaad bij hoe ik me tijdens mijn gedwongen opname gevoeld had. De medicijnman zei ook: “Je bent niet psychisch ziek, maar spiritueel.” Toen hij me ‘behandelde’ had ik het gevoel dat ik weer op de gesloten afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis zat.
Alsof de ‘geesten tekeer gingen’. Volgens de moderne medicijnman wilden ze mijn lichaam niet verlaten. Het advies dat hij me gaf om ’s avonds tot rust te komen, hielp echter helaas niet. Na mijn bezoek aan de moderne medicijnman – ik had daarvoor nauwelijks geslapen – werd ik weer psychotisch.
Ik ben er daarom niet meer terug geweest, behalve dan om in de winkel edelstenen te kopen. Nu ga ik naar de kerk en sinds een jaar heb ik het gevoel dat Christus in mijn lichaam zit.
Christus geeft me vertrouwen en steun en het voelt fijn. Hij raast ook niet als een bezetene door mijn lichaam zoals Ramona deed toen ik gedwongen was opgenomen. Ik heb ook het gevoel dat hij me beschermt tegen anderen.
Maar goed, nu wil ik het wel eens weten. Jim, hoe kijk jij aan tegen het fenomeen ‘geesten in je lichaam’? En heb je het ook wel eens van andere patiënten gehoord? En hoe moeten hulpverleners hier volgens jou mee om gaan?
Antwoord Jim:
Hey May-May,
Wat tragisch dat je het helemaal alleen moest dragen omdat een eerdere ‘coming out’ hierover niet goed was verlopen.
Ervaringen van geesten en bezetting zijn zo oud als de mensheid zelf
Ja, wat je beschrijft heb ik eerder gehoord. Ervaringen van geesten en bezetting zijn zo oud als de mensheid zelf. Carl Gustav Jung schreef erover in het kader van het collectieve onderbewustzijn; mystici schreven erover in het kader van de transcendente ervaring; Phil Borges maakt er mooie films over bij natuurvolkeren – en zo kunnen we nog even doorgaan.
Ook tijdens een crisis in het kader van psychosegevoeligheid kunnen mensen ervaringen hebben van geesten in je lichaam en bezetting. Vaak stokt het broodnodige gesprek met de hulpverlener hierover omdat het wordt gevoerd op het niveau van of geesten in je lichaam of iets dergelijks wel of niet “waar” of in de “realiteit” kan zijn.
Maar waar het gesprek over moet gaan is de ervaring zelf, de emoties die er mee gepaard gaan, de betekenis die het heeft en het verklaringsmodel dat men hanteert.
De dimensie van de lineaire “realiteit”, alsof dat leidend zou moeten zijn in het gesprek over de ervaring, is de bekende valkuil waar de beginnende hulpverlener in kan tuimelen.
Geesten in je lichaam, bezetting, stemmen horen – het zijn allemaal ervaringen die passen in het menselijke repertoire van mentale metaforen.
En als de persoon er last van ondervindt dan is in gesprek erover komen cruciaal, zodat de persoon kan delen, emoties kan uiten, naar betekenis kan zoeken, om uiteindelijk een modus te vinden om er mee om te leren gaan – of om er zelfs uiteindelijk van te groeien.
Het kan helpen om dergelijke ervaringen niet te scharen onder het psychiatrische, maar onder het spirituele, vooral als de persoon in kwestie daar een voorkeur voor heeft.
Een spirituele crisis en het ervaren van geesten in je lichaam, kan bijvoorbeeld worden gezien als een fase van transitie, van een belangrijke verandering die de persoon doormaakt, waarbij de ervaring van geesten en bezetting een metafoor is van de beproeving en de noodzaak tot verandering.
Een dergelijk model kan de persoon helpen om de ervaring een plek dan wel betekenis te geven
Deze benadering sluit overigens niet uit dat de persoon flexibel gebruik kan maken van medicatie om het proces draagbaar te maken, zoals ook in jouw geval.
Kortom, ik zou willen pleiten voor een benadering waarin het betekenisvolle gesprek mogelijk wordt gemaakt, met aanzienlijke flexibiliteit voor de conceptuele paraplu waaronder dit wordt gevoerd.
May-May Meijer is voorzitter van Peace SOS. Ze werd in 2009 gedurende zes maanden gedwongen opgenomen en schreef daar een boek over.
Prof. dr. Jim van Os, Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht. Hij is tevens verbonden als Visiting Professor Psychiatric Epidemiology aan het Institute of Psychiatry te Londen. Hij is sinds 2011 lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en werd in 2016 benoemd tot Fellow van King’s College London. Jim van Os werkt op het raakvlak van ‘harde’ breinwetenschap, gezondheidszorgonderzoek, kunst en subjectieve ervaringen van mensen met ‘lived experience’ in de GGZ. Hij verschijnt sinds 2014 op Thomson-Reuter Web of Science lijst van ‘most influential scientific minds of our time’. In 2014 kwam zijn boek De DSM-5 Voorbij uit, en in 2016 het boek Goede GGZ! (samen met Philippe Delespaul e.a.)
Lees hier meer over Jim van Os. Of volg Jim op LinkedIn, Facebook, Twitter en YouTube!
Lees ook deze blogs van Jim en May-May:
Geef een reactie