Geloof en kerk waren altijd een vanzelfsprekend onderdeel van mijn leven. Vroeger moésten we, geen gemaar. Daardoor is religie een onlosmakelijk deel van mezelf geworden. Helemaal toen ik er alleen voor stond, in Nederland. Ik bleef naar de kerk gaan en probeerde mij door mijn geweten te laten leiden.
Dat is zeer moeilijk, want ik had om de een of ander reden een streng geweten. Ik zocht steeds naar ‘extremiteiten’. “Wat een slappe hap”, dacht ik steeds, in die ‘geijkte’ kerken. Dus ik ging op zoek…
Nadenken, boeken lezen, met mensen praten, levenservaringen, eigen ‘moeiten’. Alles droeg ertoe bij dat ik een beeld ging vormen over God, het leven, werk, religie
Maar die ‘strengheid’ was er nog steeds.
Op een gegeven moment vond ik een boek. Geschreven als een soort dagboek van Jezus. Er stonden dagelijkse spreuken in, waarop je kon mediteren. En als tiener en zoekende…sprak mij dat zeer aan. Ik was zó onzeker, wankel, beïnvloedbaar. Ik ging mediteren. Ik weet niet meer wat er precies in stond. Dingen als: “Vandaag cijfer je jezelf weg en ga je alleen van mensen houden.”
En dat ging ik ook doen.
Tjonge, wát maakte ik niet allemaal mee. Een wereld ging voor mij open. Nu zag ik de ware mens naar boven komen. Wat waren mensen toch slecht.
Leugenachtigheid voerde de boventoon. Egoïsme, zelfzucht. Wát een kruis kreeg ik. Nu wist ik wat Jezus had ervaren!
Op een keer, tijdens volleybal, werd ik om deze dingen zó kwaad (er was zóveel onrecht overal), dat iedereen zich lam schrok. Maar ik sprak wel de waarheid.
Er kwam een vriendin bij mij op bezoek. Kort daarna, plotseling, zonder enige aanleiding, begon ik te hallucineren. Voor mij was en is dit nog steeds echt. De tv begon met mij te praten. Mijn vriendin begon slechte en vooral leugenachtige dingen tegen mij te fluisteren. Ze was tegen de waarheid die ik gevonden had en sprak deze steeds tegen. Ook haar eigen slechte waarheid die ik ‘liet zien’, ontkende ze.
De lucht werd grijs en van koper. Alles stond stil. De vele mensen beneden mijn raam waren slecht, ‘grijs en grauw’, anders kan ik het niet uitdrukken. Ze haatten Jezus. De maan werd van bloed. Ik zag vele mensen die ik tijdens mijn studietijd was tegengekomen hangen aan het kruis. Ze waren zó slecht, vrienden..? Een groep mensen probeerde mij te verkrachten. Als ik niet ophield zouden zij mij kruisigen. Ik werd ernstig depressief, maar bleef moedig.
Niet lang na deze ervaring en na nog gekweld te worden door stemmen en beelden, kreeg ik de diagnose ‘schizofrenie‘
Ik ben erg gegroeid de afgelopen jaren en heb meer rust gevonden. Met de strenge geloofsleer heb ik leren omgaan. Ik ben stabieler. Mijn belevingswereld wordt nog erg gekleurd door religie, maar ik concentreer me ook op het ‘positieve’, het ‘vriendelijke’, het zachtmoedige, maar ben wel dichter bij de waarheid.
Ik heb meer rust, maar ik ben nog niet klaar met die ervaring. Het zet mij aan het denken. Deskundigen weten veel, maar al die zogenaamde ‘schizofrene’ mensen, volgens mij zijn ze zo gek nog niet…
Renee
Geef een reactie