In deze blog beschrijft Jeroen Kloet hoe verleden en heden invloed op elkaar hebben en hoe ongewild het heden ineens een ongewenste realiteit is geworden, waar niets tegen opgewassen lijkt, behalve de tijd zelf.
Van nature ben ik nooit de grootste optimist geweest
Zou zoiets ook in je genen zitten? Al van jongs af aan zat het piekeren al in mijn bloed. Altijd maar zaken willen overdenken, doordenken en uitdenken.
Denken, denken, denken. “Je moet niet zoveel denken jij!”, werd mij regelmatig geadviseerd. “Ja, is goed. Ik zet de knop nu meteen even uit, ok?”
Later leerde ik dat ik wel degelijk enige invloed uit kon oefenen op de wijze waarop ik dacht. Daar werd ik zelfs zo behendig in dat ik vakkundig hele gedachtenwerelden in mij het zwijgen oplegde.
Hoe ironisch is het eigenlijk dat tijdens mijn terugkerende ‘dipweken’, zoals ik ze zelf inmiddels maar noem, juist deze gedachtenwerelden weer flink de kop op steken?
Eerst wist ik niet hoe snel ik weg wilde zijn van deze gedachten en de daaraan gekoppelde ellendige gevoelens
Inmiddels begin ik me steeds beter te realiseren dat deze ‘dipweken’ mogelijk meer ‘therapieweken’ zouden kunnen gaan heten (een suggestie van een vriend overigens, niet zelf bedacht).
Zodra de stemming daalt, de angst begint te roeren en mijn mentale weerstand begint te vervagen dan is er geen ontkomen meer aan.
Mijn onderliggende gedachtepatronen steken weer de kop op en houden flink huis
Het blijft een bizar iets om te merken dat je, eenmaal meegezogen in zo’n patroon, ineens in een film terecht komt waarbij je angsten waarheid lijken te worden.
Ja, ineens lijk je vaker verlaten te worden door anderen. Ineens merk je dat anderen je negatief lijken te beoordelen en ineens lijkt je leven zinloos. De geest drapeert haar vroegere angsten uit het verleden als een kleed over jouw realiteit heen in het hier en nu.
Verleden wordt heden, tenminste dat lijkt zo!
Een jaar geleden stond ik nog aan de vooravond van een orkaan die langzaam mijn wateren binnen kwam geslopen, nu is het inmiddels goed zeilweer. Dat maakt dat deze dips mij nu van alles vertellen over ‘nog lopende zaken’ binnen mijn geest terwijl ze eerder als mokerslagen alles kapot sloegen. Daar was op dat moment geen therapie tegen opgewassen. Tijd heeft dus inderdaad de natuur wat tot rust gebracht, evenals andere hulpmiddelen.
De tijd van therapie is weer aangebroken, hopende dat het me mag gaan lukken om het verleden het verleden te laten zijn en verder te gaan met mijn heden zoals het nu werkelijk is.
Geef een reactie