Het feestdagen-seizoen is weer geopend: Carnaval, Sint Maarten, Halloween, Sinterklaas, kerst. In historisch opzicht soms het eind van de gekte, heden ten dagen eerder het begin van alle gekkigheid. Daarover deze blog van Hopensjouwer.
De maand november is voor mij altijd een maand van verstilling en inkeer. Dat kwam vooral dit jaar duidelijk naar voren op 11 november. Veel landen herdachten met gepaste ingetogenheid dat op deze dag in 1918 (precies 100 jaar geleden) een eind kwam aan de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Behalve Nederland dan (dat indertijd de oorlogsdans wist te ontspringen); daar vieren ze in het zuiden juist het begin van het jaarlijkse carnavalsseizoen.
Kortom: het eind van de gekte tegenover het begin van de gekkigheid
En in beide gevallen ook nog eens precies om 11 uur ‘s ochtends. Het moet niet gekker worden. Maar ach, 11 is ook niet voor niets het dwazen- of gekkengetal.
Negen dagen daarvoor, op 2 november, woonde ik met Allerzielen in een Tilburgse kerk een dienst bij, waarbij alle overledenen in de parochie van het afgelopen jaar nog eenmaal met naam werden genoemd. Een mooie ingetogen ceremonie, waarbij met respect werd stilgestaan bij de doden. Weinig ingetogenheid echter bij een ander evenement rond die datum dat snel aan populariteit wint: Halloween.
De oude Kelten geloofden dat de doden op deze dag (Keltisch Oudjaar) probeerden levende zielen in te palmen en joegen hen daarom met enge maskers op de vlucht. Het feest is echter ontaard in een vrijblijvend griezelspektakel, met doodskisten, skeletten en spoken.
Respectvol stilstaan bij de doden versus de dood als commercie
Maar het kan nog gekker. Zo las ik dat het West-Vlaamse Beselare met Halloween een griezelattractie kent, getiteld ‘House of Madness’. Een psychiatrisch ziekenhuis als griezelattractie. En dat in een dorp dat zelf grotendeels verwoest werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Juist daar zou men toch moeten weten hoe gestoord de ‘normale’ mensen zich kunnen gedragen…
Beselare is sowieso een wat bijzonder dorp, want in de zeventiende eeuw zouden in deze ‘heksenparochie’ tal van heksen hun domicilie gehad hebben, zoals Fyte Kwick, Tanneken Vanhulle (een heuse Anneke-Tanneke-toverheks dus…) en opperheks Sefa Bubbels. Nu nog eert Beselare deze illustere dames met het beeld van een heks op het marktplein (toevallig op slechts een paar meter van eerdergenoemd ‘House of Madness’).
Gelukkig is het geloof in deze heksen tegenwoordig goeddeels verdwenen
Mede dankzij het werk van de Brabantse arts Jan Wier, die heksen niet beschouwde als bezeten maar als ziek, en die mede daardoor soms beschouwd wordt als de eerste psychiater in de geschiedenis. Overigens had een historicus een nuchtere verklaring: het ging volgens hem gewoon om arme, vereenzaamde vrouwen die in hun bestaan probeerden te voorzien met dubieuze geneeskunde en waarzeggerij. Iets waar de bijgelovige Beselaren blijkbaar heel bevattelijk voor waren…
Inmiddels is de rust weer teruggekeerd in het West-Vlaamse dorpje. Want die rust is, zo weet ik uit ervaring, het beste medicijn tegen de spoken in je hoofd. Daarom wens ik jou, beste lezer, nog een aantal rustige dagen toe tot straks de gekte van de feestdagen weer losbarst.
Geef een reactie