Ik heb een aantal collega’s waarbij ik mezelf kan zijn. Dat heb ik lange tijd niet gedurfd. Met mijn psychose-verleden vreesde ik uitgesloten te worden en beoordeeld als niet capabel in mijn vak als psycholoog, als deze informatie bekend zou worden.
Vanwege precies die reden werd ik meerdere keren afgewezen toen ik een leertherapeut zocht tijdens mijn psychotherapie-opleiding. Maar ook afgaande op wat ik jarenlang om mij heen hoorde van collega’s die psychose gelijkstelden met ongeneeslijke degeneratieve afgebakende hersenziektes. Dat beeld laat zich niet gemakkelijk rijmen met een afgestudeerd en werkend psycholoog.
We werden allemaal zo opgeleid. Of het nou ging om psychiaters, psychologen, verpleegkundigen of andere hulpverleners, dat was wat je leerde over psychose en schizofrenie.
Ik hoorde het vandaag nog iemand zeggen: ‘iedere psychose geeft hersenschade‘
Dat was één van de eerste dingen die zij op haar opleiding tot B-verpleegkundige over psychose had geleerd. Met de daarbij passende opdracht mensen hoe dan ook aan de medicatie te krijgen en allerlei persoonlijke doelen op te geven. Ze stond open voor mijn correctie, ze kende mijn verhaal ook nog niet. Ik heb haar verteld dat psychose in combinatie met allerlei andere klachten kan optreden, dat het heel intens kan zijn en je leven flink overhoop kan gooien, maar dat de meeste mensen herstellen in de tijd, zo ook ik. En ik heb haar uitgelegd dat iedereen wel eens milde psychotische belevingen heeft met als voorbeeld verliefdheid.
Ja, ze herkende, dat je eenmaal zwaar verliefd last kan krijgen van betrekkingsideeën, tot wanen aan toe. En ze kon zich ook iets voorstellen dat als je net flink geïntimideerd bent door je baas je een poosje wat onzeker en achterdochtig op je werk rondloopt en meent dat men bij de koffieautomaat over je praat.
Toch niet totaal vreemd, psychose. Eigenlijk best menselijk, vond zij ook
Sinds twee jaar heb ik geen groot geheim meer op het werk. De tijd was rijp voor mijn herstelverhaal. Van angst voor devaluatie en uitsluiting, naar meer ontspanning en extra mogelijkheden in mijn werk, een verschil van dag en nacht. Mijn directe collega’s hebben in deze verandering voor mij een grote rol gespeeld. Ik begon met onze ervaringsdeskundige, want als iemand me niet zou devalueren was zij het, met haar eigen psychose-ervaring. En het voelde zo goed om te delen dat ik daarna verder durfde in mijn team. Ik heb mijn collega’s voorzichtig getest,
liet af en toe wat vallen en kreeg steeds meer vertrouwen dat ik geaccepteerd bleef, dat ik mocht blijven. Dat is heel goed gegaan.
En toch…ik miste nog steeds iets. Ach, het is toch maar werk? Maar waarom bleef ik me nog steeds soms zo alleen, zo anders voelen. Geaccepteerd maar nog steeds niet één van hen. Zelfstigma? Ik kwam er niet uit.
En toen gebeurde dit. Een van mijn collega’s vroeg mij of ik háár herstelverhaal wilde lezen
Ze gaf het me een beetje aarzelend, bijna verontschuldigend en ze zei: ik heb geen DSM-diagnose en ik heb ook geen opnames gehad. Maar ik heb wel met periodes erg met het leven geworsteld. En dat was nou precies wat ik nodig had.
Mijn collega is niet bij een psychiater terecht gekomen, haar kwetsbaarheid draagt geen DSM-label. Maar mijn verhaal en haar verhaal hebben veel raakvlakken. We hebben allebei te jong onze moeder verloren, we hebben allebei pestervaringen gehad op de middelbare school, we hebben ons allebei koud, eenzaam en heel onzeker gevoeld. En geleerd deze gevoelens heel ver weg te stoppen, en ons een rol aangemeten waarmee we onze kwetsbaarheid beschermden door anderen op afstand te houden. En dat werkte toch ook niet zo best dus gooiden we het voorzichtig over een andere boeg.
Onze herstelverhalen hebben bar weinig met DSM-diagnoses te maken, wel met het leven wat ons al jong om de oren heeft geslagen, wat ons kwetsbaar heeft gemaakt én weerbaar
En in het delen voelen we ons verbonden, breken we onze eenzaamheid, ervaren we kracht in onze kwetsbaarheid, zijn we mensen en is er geen wij en zij. Daar was ik naar op zoek, de verbindende lijn, in plaats van de onderscheidende hokjes.
Critici zeggen: Nu heeft opeens iedereen een herstelverhaal. Het is hip om een herstelverhaal te hebben en ermee naar buiten te komen. En daarmee beledig je de mensen die herstellen van een psychiatrische aandoening. Zij hebben ervaring met (zelf)stigma, met separatie, met levensontwrichtring. Je gaat tegen iemand die een been mist ook niet zeggen dat je ook wel eens je enkel hebt gekneusd.
Ik begrijp die kritiek, het heeft alles met erkenning te maken. Erkenning van het dubbele leed, het leed van een psychische aandoening én het stigma wat erop volgt tijdens en na behandeling. Je krijgt het erbij cadeau, die aanslag op je identiteit en eigenwaarde waar je niet op voorbereid bent. En die herstel zo ontzettend kan bemoeilijken.
Er is onderzoek gedaan waaruit blijkt dat mensen meer lijden vanwege (zelf)stigma dan vanwege de oorspronkelijke problemen
Maar het is complex. Want weer komt er de nadruk op het onderscheid tussen zij en wij. Psychiatrische patiënten met hun diagnoses, hun (zelf)stigma en de andere mensen. En weer komt, misschien onbedoeld, die boodschap van anders zijn. Anders lijden, anders leven, anders voelen, anders herstellen.
En die boodschap klopt niet. Denk ik, vind ik, voel ik. We verschillen allemaal van elkaar en zo ook onze uitdagingen die we vroeg of laat op ons pad krijgen, maar niet in het mens-zijn, in het leven met vallen en opstaan. Dat doen we allemaal. Met onze unieke mix van kwetsbaarheid en weerbaarheid leven we onze verhalen. We zijn beweeglijk, veranderlijk in de tijd. Is het mogelijk om enerzijds de verbindende kracht van al die verhalen aan te boren en anderzijds genoeg erkenning en ruimte te laten voor alle verschillende vormen van pijn en lijden en herstel?
Ik denk dat dat goed mogelijk is. Niet pas over tien jaar, maar gewoon vandaag, binnen en buiten de GGZ. In de behandelkamer, maar ook op feestjes, op het werk, in de winkel, op vakantie. Ik denk niet in categorieën. Psychische klachten bewegen zich op een lijn in de tijd en er bestaan geen afgegrensde stoornissen waarop je mensen kan onderverdelen in wij en zij.
De DSM en Facebook hebben allebei maar zeer ten dele een relatie met de werkelijkheid, zolang we dat maar blijven zien
We hebben iedere dag de keuze om onze eigen kwetsbaarheid te verhullen, of in te zetten en daarmee elkaar meer nabij te zijn. We hebben allemaal onze herstelverhalen. Zo uniek en bijzonder, maar ook zo universeel. Zo helend vooral.
“Remember that there is no us versus them, no sick versus well, it just us, it’s all just us.”
– Lisa Smusz
Geef een reactie