Mensen helpen en behandelen. Dat is wat Roos als kind voor ogen had toen ze psychiater wilde worden. Roos realiseerde haar droom. Lukte het haar als psychiater om mensen te helpen zoals ze voor ogen had? Roos vertelt erover in deze mooie blog over ‘diagnose- en oordeelvrij kijken’ naar de mens.
Soms kun je nogal diep nadenken over het hoe en waarom iets ontstaat. Dat begon bij mij in mijn herinnering al vroeg, als kind had ik vele interesses, maar vooral over wat een ander mens motiveert. Waarom houdt de een van rood en de ander van blauw? Hoe neemt een mens het besluit dat de emmer echt vol genoeg is en draait hij de kraan dicht?
Die interesse in mensen ging verder en op mijn 14e schreef ik een opstel over het worden van psychiater. Alhoewel filosofie me ook interesseerde, ik wilde iets nuttigs doen: mensen behandelen, dat leek me altijd goed.
En toen… als psychiater in opleiding
Uiteindelijk werd ik dokter, ik ging in opleiding tot psychiater en vond dit zeer interessant en prachtig werk. Maar ik moest ook mensen een diagnose geven, behandeling vast stellen of besluiten tot een gedwongen opname. In eerste instantie voelde ik me daar wel wat verlegen bij, maar deze onderdelen van het werk werden me steeds meer eigen.
Zo zag ik ook psychiatrische diagnosen bij familieleden en anderen en praatte daar over. Achteraf gezien begrijp ik nu hoe pijnlijk dit is voor de ander en hoe onveilig dat is als je niet als naaste wordt benaderd en ineens gezien wordt als patiënt. Mensen voelen zich juist ook minder serieus genomen en gestigmatiseerd. Eigenlijk gaf ik een oordeel over de mensen, een naam voor hun ziekte was niet alleen een mening, maar plaatste de ander in een vak met als label ‘daar is wat mee’ en zo meer. Ook al wilde ik daarmee helpen, het had waarschijnlijk een averechts effect.
Zelf psychisch ziek
Dat ik dat nu besef komt doordat ik zelf ziek werd, ik kreeg last van depressie en achteraf gezien werd ik ook hypomaan en manisch-psychotisch. In de depressie werd ik bang voor het oordelen en stigmatiseren van dokters, familie en vrienden over mijn ziek-zijn. Enerzijds passende bij de depressie en anderzijds reëel. Want immers dit oordelen maakte ik in mijn werk weleens mee, collega’s hadden die neiging, maar ik had die neiging zelf ook! Daardoor ging ik me schamen, voor steeds meer dingen in mijn leven. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat ik me verwijderde van andere mensen, niet open was over mijn ziekte en ook mezelf veroordeelde. Mijn eigen angst voor de oordelen van anderen werkte dus averechts.
Mijn oordeel heeft gevolgen
Nu doe ik medische keuringen en beoordeel ik of mensen ziek zijn, hoe ziek ze zijn en of ze daardoor ook beperkingen hebben in het functioneren in werk. Of dat het iets in een persoon zelf is, een ‘zo zijn’ noemen we dat weleens. Ik besef me nu wel beter hoe kwetsbaar degene is die beoordeeld wordt en hoe snel wij artsen door een diagnose/oordeel bril kijken zonder echt te luisteren. En vooral wat de gevolgen kunnen zijn van het oordeel van een arts. Toch merk ik dat het nog steeds moeilijk is om dit objectief te doen. Dit terwijl er vaak zoveel van afhangt.
Misschien moet ik vaker even weer terug naar vroeger toen ik als kind psychiater wilde worden: ik wilde toch vooral ook begrijpen waarom ze deden wat ze deden, de motivatie van mensen en waarom ze rood nu zo mooi vinden. Zonder oordeel.
Roos (pseudoniem) is een arts van 38 jaar en zat in het derde jaar van haar opleiding tot psychiater toen ze zelf psychisch ziek werd. Ze werd eerst depressief en later hypomaan-manisch en licht psychotisch. Nu gebruikt ze Lithium en heeft ze haar leven aangepast, sindsdien is ze stabiel.
Meer informatie:
- Hoe stigma en schaamte mijn herstel in de weg zaten
- Cliënten en hulpverleners: gewone mensen
- Opgeruimd staat netjes
Geef een reactie