Rianne moet eigenlijk wel toegeven dat zij streeft naar de dingen perfect doen, of ‘goed’ doen. Toen zij op de middelbare school zat was zij niet tevreden met een 6, maar ging voor een 8 of een 9. Eigenlijk met alles wilde zij het zo goed mogelijk doen, in de dansles, bij de muziekles, tijdens sport. ‘Ik werd depressief.’
Want ik wilde perfect gelukkig zijn, ik mocht niet boos zijn, ik mocht niet verdrietig zijn. Uiteindelijk wilde ik perfect dun zijn met een perfect figuur. Ik ontwikkelde anorexia, en werd depressief, want het voldoen aan perfectie lukte me niet. Het was een lange worsteling binnen de psychiatrie, wat overigens ook weer niet paste binnen het perfecte beeld van hoe een kind zou moeten zijn.
Tegenwoordig ben ik al lang niet meer zo aan het streven als vroeger
Maar ik besef wel degelijk dat ik een beeld in mijn hoofd maak over wat ik goed of fout vind en wat voor mij perfect is. We maken allemaal een beeld over ‘goed/fout’. Zo vindt de één het heel normaal of goed om te schelden en de ander vindt dat fout. De één vindt het goed om te verzwijgen en de ander vindt dat fout. Of we denken dat er één waarheid is over maatschappelijk goed en fout. Maar zelfs binnen culturen is goed en fout veranderlijk. Zo is het normaal (goed) voor sommige mensen om bloed te drinken en anderen vinden dat fout of een no-go. Het is misschien een beetje een vreemd voorbeeld maar het gaat over de dingen die heel gewoon lijken of vanzelfsprekend goed of fout, terwijl dit niet per se zo is. Neem zoiets als tijdens het avondeten tv kijken. Sommige mensen zullen dit normaal vinden en goed, terwijl anderen het heel belangrijk vinden om samen te eten en voor hen is dit dan ook ‘fout’.
Maar hoe komen we nou eigenlijk aan die ideeën over dingen perfect doen?
En zijn deze ideeën werkelijk overeenkomstig met onszelf? Of hebben we deze ideeën overgenomen van familie, vrienden, of zelfs de maatschappij?
Gisteren zei een collega me: ‘Dus je hebt een beeld gemaakt van hoe perfect eruit ziet’. Uh ja dus eigenlijk… ‘En hoe ziet dat er uit?’ Tja, in mijn plaatje van perfect schreeuwen we niet tegen elkaar, en vliegen we ook niet uit ons plaat. In mijn plaatje van perfect doen we dat ook niet af en toe. Toen ik het mezelf hardop hoorde zeggen, besefte ik dat het een onmogelijke opgave was en ook dat ik eigenlijk nog altijd boosheid het liefst uit de weg ga, wil vermijden.
Die zelfde collega had zelf ook iets met het thema ‘perfectie’ en ik vroeg haar ‘Wat gebeurt er als je niet perfect kan zijn?’. Haar antwoord raakte me diep ‘Dan denk ik dat niemand van me houdt’. Het was de conclusie die ik zelf als kind ook had bedacht, ik moet het goed doen, ik moet een goed kind zijn, want anders houden ze niet van mij. Voorwaardelijke liefde; namelijk als je zus of zo bent, dan ben je lief, als je zus of zo doet, dan ben je lief. Maar welk mens is alleen maar goed? Welk mens maakt geen fouten? En ook dan is weer de vraag wie bepaalt wat goed of fout is?
Regelmatig spreek ik met mensen die worstelen
ze hebben eetproblemen, depressies of angsten. En veelal worden deze ‘stoornissen’ of ‘problemen’ gezien als ‘fout’. Of hun gezin geeft onbewust de boodschap, ‘jouw depressie mag er niet zijn, die moet weg’ of ‘je moet herstellen van je eetstoornis’ of ‘je verlangen naar de dood mag er niet zijn’ ‘jouw psychose, daar schamen wij ons voor.’
Hoe dan ook is er een enorme goed/fout boodschap te voelen die niet bijdraagt aan verandering, wat voor veel mensen wel het doel is. Het vraagt ons naar binnen te kijken. Wat wil deze situatie me vertellen? Welke ideeën, verwachtingen en overtuigingen heb ik? Zowel voor mijzelf als voor de mensen om mij heen.
Voorbij goed en fout, is een veld waar ik je ontmoet. (Rumi)
Onbewust geven we goed/fout boodschappen aan elkaar, en zeker ook, als kinderen, geliefden of familieleden psychisch worstelen. Misschien past het niet in je perfecte plaatje? Ben je je bewust welke boodschap je je naaste geeft? Of ben je je bewust welke boodschap je jezelf geeft? Ik hoop dat we naar het veld durven gaan, voorbij goed en fout. Waar we mogen ‘Zijn’ inclusief alles? (want dat wat we betitelen als fout is er al.) In de diepste kern gaat het over die angst; ‘als dit of dat….dan wordt er niet van me gehouden.’
Sommige mensen denken dat ik schrijf dat je alles maar moet accepteren, of dat er geen ‘goed/fout’ mag zijn. Maar dat is niet wat ik schrijf, wat ik schrijf is dat jouw ‘goed/fout-ideeën’ over jou gaan. En mijn goed/fout-ideeën gaan over mij. Daar waar ik iets veroordeel van de ander, of iets afkeur van mezelf zegt het iets over mijn goed/fout-ideeën. We mogen daar nieuwsgierig naar zijn en met compassie naar kijken.
Soms denk ik wel eens. ‘Rian, wat schrijf je dat toch weer mooi, beetje jammer dat de uitvoering regelmatig niet lukt’ of ‘nou zou je toch wel beter moeten doen, met de kennis die je hebt’. Gedachten waar zo ‘de goed/fout ideeën’ te voelen zijn.
We zijn allemaal ‘slechts’ mens; PERFECT imperfect en IMPERFECT perfect.
Geef een reactie