“Mijn rol van ex-verwarde is nog niet uitgespeeld. Een tijdje meende ik meer te moeten doen met mijn ervaringen. Denk daarbij aan lezingen, voorlichting geven, artikelen en blogs schrijven, deelnemen aan discussies, meedoen met manifestaties”.
Al gauw merkte ik juist daarbij in een hokje terecht te komen: van de ex-verwarde dus. Die zich uit de ellende heeft gewerkt en nu bewondering en meeleven oogst. Die de gang van zaken binnen de psychiatrie aan de kaak stelt. Die lotgenoten tot inspiratie dient. Die bovendien het gevecht aangaat tegen stigma en vooroordeel.
Dat zou allemaal kunnen, maar van mij hoeft het niet. Ik voel me niet geroepen. In het boek dat ik schreef, staat alles wat ik erover te zeggen heb. Ik gaf een interview aan een damesblad in de hoop de verkoop van dat boek wat op te krikken. Daar heb ik nog wel wat voor over, dat meer mensen mijn verhalen lezen. Ze zijn het waard, tuurlijk.
Voor het overige snijd ik de banden met mijn psychiatrische verleden langzaam door
Ik blijf online coach voor mensen die hun herstelverhaal willen schrijven. That’s it.
Daar laat ik het bij, dacht ik. Tot deze week een mail van een radiodocumentairemaker (hierna te noemen ‘de maker’) op de deurmat viel. Of hij me even kon bellen, was de vraag. Mijn nieuwsgierigheid, ijdelheid en de gedachte het maar achter de rug te hebben, deden me snel terugmailen dat het die middag schikte. Of ik mee wilde werken aan een radiodocumentaire, was de volgende vraag. Om de verwarde man, die maar langs blijft komen in de media, een gezicht te geven. Bij wijze van spreken. Het blijft radio.
De maker zei: ‘We werken in de documentaire volgens het principe “show, don’t tell”. De mensen die je begeleid hebben bij het schrijven van je boek, zullen je daar ook wel op hebben gewezen.’
Ja zeg, ik heb in een stoffige uithoek van het gesticht onder toeziend oog van drie therapeuten zitten pennen. Met de dwangbuis binnen handbereik
Oké, het zou aannemelijk kunnen zijn dat psychiatrisch patiënten die een boek schrijven, dat onder begeleiding doen. Ze worden per slot van rekening minder capabel geacht.
Maar dan punt twee. De maker zei: ‘Ik geef je wat bedenktijd, dan kun je het ook thuis overleggen.’ Nou bespreek ik veel met mijn vrouw, eerder te veel dan te weinig. Maar dat is mijn zaak. Of bedoelt hij soms de kinderen? Of zal ik mijn ouders erover bellen? Nog jammer dat we geen huisdier hebben.
Opmerkelijk genoeg is dit na twintig jaar voor het eerst dat ik persoonlijk iets meekrijg van stigma
Het drong pas tot me door toen ik het mijn vrouw vertelde. Ondanks mijn boosheid, kan ik het de maker niet kwalijk nemen. Van mezelf weet ik sinds de zwartepietendiscussie dat ik diep vanbinnen een beetje (of iets meer) racistisch ben, terwijl ik dat helemaal niet wil zijn. Dat zit er nu eenmaal in, dat krijg je er niet zomaar uit. Daar is tijd voor nodig en veel kennis over de andere kant van het vooroordeel.
Toch maar doen, denk ik, die documentaire.
Mark Verhoogt schreef Verwarde man, leed en herstel in 40 verhalen
Geef een reactie