Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

François de Waal

François werkte als tv-maker en jurist. Hij werkte ook als ervaringsdeskundige bij de Depressie Vereniging. Dit is de website van François.

François publiceerde vijf boeken, waaronder het boek ‘Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte’. Zijn nieuwste boek is getiteld: ‘Depressie, de dwangmatige denkziekte’

Je vindt een overzicht met blogs van François via deze link.

Honing, depressie en seks – wat is de waarde van een ervaringsdeskundige?

Honing, depressie en seks - wat is de waarde van een ervaringsdeskundige?van Francois - Honing, depressie en seks

Francois vraagt zich af: mensen helpen met depressie, kan je dat uit boeken leren? Is er een meerwaarde als je het ook zelf hebt meegemaakt? Wat is de waarde van een ervaringsdeskundige?

Toen het iets beter met me ging, of liever gezegd iets minder rampzalig, keek ik op de Franse tv naar een documentaire over depressie. Die documentaire was informatief, zat goed in elkaar (ik heb zelf enkele documentaires gemaakt) en probeerde zoveel mogelijk verschillende mensen aan het woord te laten. Veel wist ik al door eigen ervaring en door luisteren en lezen.

Maar het gaat om de discussie na de documentaire

Iets wat op de Franse tv vaker voorkomt. In de studio zaten een presentator/interviewer, 4 psychiaters en 1 huisarts. Het was interessant, de mensen waren duidelijk intelligent, konden goed uit hun woorden komen en hadden veel patiënten met depressie (gehad). Wat me na enige tijd wel opviel was dat ik eigenlijk alles al wist, er waren geen aha-momenten. Het werd duidelijk dat de interviewer goede vragen stelde en dat de geïnterviewden goede antwoorden gaven. Maar het leek wel alsof ze allemaal dezelfde vijf boeken over depressie hadden gelezen en die navertelden. Ze waren het in principe ook steeds roerend met elkaar eens. Ze wisten waar ze het over hadden.

Ja, het waren niet voor niks deskundigen

Nu, achteraf, na zelf veel meer dan vijf boeken te hebben gelezen over dit onderwerp en erg veel met depressievelingen te hebben gepraat (geluisterd), denk ik zeker niet: wat een onzin werd daar uitgekraamd. In de eerste plaats bedoelden die mensen het goed, bovendien hadden ze zich goed voorbereid en wisten ze ook veel van het onderwerp.

Maar toch. Het was te glad. Te steriel. Te keurig netjes

Te veel vriendelijke knikjes en beleefde glimlachjes. Ik miste iets. Maar wat? Ik kreeg het gevoel dat ik luisterde naar een mooi gesprek tussen vijf professionele imkers, jarenlang enthousiast in de weer met honing. Al die imkers wisten alles van honing, het jaargetijde, de kwaliteit, de kleur, hoe de honing uit Canada is, de ziekte van bijen, enzovoort, enzovoort. Maar nu komt het. Die mensen wisten echt alles van honing maar niet één van die imkers had ooit in zijn of haar leven 1 piepklein likje honing geproefd. Maar als je ze vraagt hoe het smaakt, vertellen ze honderduit: jazeker, het is erg zoet, het is smeuïg, soms slijmerig, het is erg lekker op de boterham en in de yoghurt, niet iedereen maar veel mensen (en dieren) zijn er gek op! Ja, maar da’s allemaal boekenkennis, ze weten alles, maar … niet hoe het smaakt, volgens mij zo ongeveer het allerbelangrijkste aspect als je het over honing hebt.

Ik wil niet zeggen dat je als hulpverlener eerst een depressie moet hebben gehad, maar een depressieveling voelt zich al erg eenzaam en onbegrepen, dus contact met een verstandige ervaringsdeskundige kan misschien wel helpen.

Het lijkt ook op een seksuoloog die nog nooit heeft gevreeën

U hebt al tien jaar seks met uw partner, maar dat gaat op een bepaald moment wat minder en jullie gaan naar een seksuoloog voor advies. De man of vrouw die jullie gaat adviseren weet echt alles van seks … maar hij/zij heeft het nog nooit zelf gedaan. Ja, je kan duizend boeken lezen over seks en duizenden films zien over seks (gebeurt regelmatig), maar het zelf doen is iets geheel anders, dat kan ik u verzekeren. (Ik heb zelf enkele keren gevreeën.)

Gitarist Jan Kuiper zegt: “Je kan vertellen hoe het is om iemand te kussen waar je van houdt, maar je moet het eerst zelf doen, pas dan weet je wat het is, en dat geldt voor alle dingen in het leven”.

Schopenhauer: “Zij die hun leven hebben doorgebracht met lezen, en hun wijsheid hebben geput uit boeken, lijken op mensen die uit allerlei reisbeschrijvingen een nauwkeurige kennis van een bepaald land hebben opgedaan. Over veel dingen kunnen zij informatie verstrekken, maar eigenlijk hebben zij toch geen samenhangende, heldere, grondige kennis van hoe dat land eruitziet”.

Bram Bakker legt in zijn meest recente boek Gevoelsarm uit waarom hij zijn leven als psychiater vaarwel heeft gezegd. Hij schrijft: “Want als je iets aan depressieve mensen adviseert dan is het toch wel handig om ook zelf te erva­ren hoe dat is?” En:

“Er is ook helemaal niets tegen kennis, maar wat is die kennis waard zonder ervaring?”

Ook onze eigen Jim van Os is bescheiden. Het uitgangspunt van zijn nieuwste boek, geschreven met Myrrhe van Spronsen, is dat de hulpverlener samen met de hulpvrager op zoek gaat naar de waarheid, dus er is een gelijkwaardige relatie tussen beiden. De titel zegt alles: We zijn God niet.

Psycholoog Carl Rogers zei midden vorige eeuw al dat hij niet de therapeut maar de cliënt als de deskundige van diens eigen leven zag.

Nogmaals, hulpverleners doen hun best, bedoelen het zeker goed, weten er veel vanaf, en ze kunnen je denk ik best helpen, maar ze praten over iets dat hen wezensvreemd is. Een cardioloog zonder hartproblemen mist denk ik weinig, maar een psychiater/therapeut zonder ervaring met depressie mist denk ik wel degelijk iets. Het kleine jaar dat ik als ervaringsdeskundige aan de Depressielijn werkte, merkte ik de opluchting van bellers.

Eindelijk spraken ze met iemand die hen onmiddellijk begreep en “ik ook” zei

En ik meende het, en dat roken ze, dat voelden ze, het was echt, vreselijk echt, dat maakt minder eenzaam en onbegrepen. Het gaf vaak zo’n opluchting en gevoel van begrip en herkenning dat er na een tijdje zelfs werd gelachen. Niet altijd, er waren ook regelmatig bellers die mij in de rol van deskundige willen duwen en dan moest ik mezelf beperken tot zinnetjes als “Ik ben geen deskundige”. Ze waren na jarenlange depressie(s) zo gewend geraakt om als “patiënten” te praten met vooral op techniek leunende hulpverleners, dat zij onwillekeurig in die rol van patiënt schoten die deskundige hulp zochten.

Mijn advies aan hulpverleners is:

gebruik alle kennis die je hebt, alle middelen die tot je beschikking staan, maar probeer toch in de eerste plaats dit: probeer er te zijn als mens. Dat klinkt zweverig, maar ik bedoel het heel concreet. Het is hetzelfde dat ik zou willen zeggen tegen de mensen in de omgeving van een depressieveling. Laat ze niet in de steek, bel op, bel aan, maar vooral: probeer er te zijn als mens. Luister, stel vragen, luister. Hoe kan je hun leven 1 gram makkelijker maken? Geen goedkope adviezen, die hebben ze zelf al lang bedacht (zie eerste blog). Ze doen er niks mee want ze zijn namelijk … depressief. Geef tijd, aandacht, empathie, hartelijkheid, menselijkheid, bemoediging, hoop, kalmte, compassie, naastenliefde, jezelf.

Volgens Emotionele Intelligentie van Goleman is het beste antidepressivum: met mensen omgaan

Volgens Goleman verdubbelt sociale isolatie de kans op ziekte en dood. Iemand verwaarlozen (laten stikken) is schadelijker dan iemand slecht behandelen, dat geldt voor kinderen, maar ook voor volwassenen.

Psycholoog Jeffrey Wijnberg schrijft over zijn twee jarenlange depressies in zijn boek Gebroken wilskracht. Op blz. 24 zegt hij: “De buitenwacht moet zwijgen – behalve als er een stem van compassie kan klinken.” En op blz. 111: “Zo bekeken doet de buitenwacht er goed aan om geen adviezen te geven, al was het alleen maar om te voorkomen de kous op de kop te krijgen. Wat rest is alleen een luisterend oor, geduldig hetzelfde verhaal aanhoren en het vertrouwen uitspreken dat het allemaal, op termijn, weer goed komt.” Maar Henri Nouwens zegt het het beste:

De vriend is die in stilte bij ons kan zijn

in momenten van wanhoop of verwarring, die bij ons kan blijven in uren van verdriet en verlies, die het niet-weten aankan en het niet-oplossen en het niet-helen, die met ons onder ogen ziet dat onze machteloosheid de realiteit is, dat is een vriend die om ons geeft.

Dit kan alleen iemand die dat heel bewust heeft besloten en belangrijker: iemand die dit eerst bij zichzelf heeft gedaan. Zie blog Begin bij jezelf.

Als afsluiter de geweldige Awee Prins: “het besef van ‘onmogelijke’ en onverdraaglijke werkelijkheden maakt integraal deel uit van de afgrondelijke broosheid van ons bestaan”.

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *