François vraagt zich af: ben je wat je aan de buitenwereld toont? (zoals met facebook.) Of wat je aan niemand laat zien? (Dus stiekem in je eentje.) Of geen van beide? Of allebei?
Wie ben ik? Wie ben ik nog na al die verliezen?
Wie ben ik nog na al die mislukkingen, na al die vernederingen, na al die teleurstellingen, na al die pijn, al die angst, al dat verdriet? Ik voel me een niks, een niksnut, een mislukkeling, een doperwt, ik ben alles kwijt, ik ben mezelf kwijt, ik ben niks en dat doet vreselijk pijn. Een schim van mezelf. Mijn vroegere ik is weg. Ik ben niemand. Een loser, een zielepoot, een depressieve prutser. Die pijn van niks-meer-zijn is ondraaglijk, ik kan die pijn niet stoppen, geen pil of joint of snuif of slok of seks of verliefdheid of relatie of diefstal of andere verslaving kan het stoppen. Ja even, maar de kater doet nog meer pijn. Alsjeblieft, help me, ik smeek je, help me alsjeblieft om dat buikpijn-verdriet, die gekmakende paniek en die hersen-krakende pijn te stoppen. Er is geen hoop meer dat het ooit weer goed komt, ik weet het zeker. Ik zie geen remedie, ik zie maar één remedie. Er is maar één manier om deze vreselijke pijn te stoppen.
In Kikker gaat fietsen zegt Maarten van Buuren over zichzelf: “Ik ben niet meer”.
Ik denk dat identiteit een belangrijk aspect is van depressie
Of liever verlies van identiteit. Je bent niet tevreden met je leven, niet met jezelf, niet met hoe je naar jezelf kijkt, niet met hoe anderen naar jou kijken. En als je dat maar eindeloos herhaalt in je eigen kop, met genoeg heftigheid, dan wordt het een Grote Waarheid, zwaar, serieus, solide, pikzwart, permanent. In steen gebeiteld. Het is zo. Het was altijd zo. Het zal altijd zo blijven. Dan ga je je zo gedragen, dus als ontevreden, als vernederd, als een loser, als mislukt, zeer somber, bang, paniekerig, snel geïrriteerd en boos. Dat wordt je werkelijkheid, dan leef je in die hel. Dat levert chronische, heftige stress op, dat is depressie.
Hee, verdomd, je hebt een nieuwe identiteit: je bent depressief, ja hoor, je hebt een heuse Depressie, je bent ziek, zielig, een slachtoffer, je kan niet meer werken, je kan niks meer, je zit in het hokje “Afgeschreven”. Je bent een grote zak stront en zo voel je je ook. Een dokter met pillen gaat je helpen. Niet.
Als je dit accepteert als je nieuwe identiteit, dan word je boos als men weigert je te zien als een grote zak stront en ga je alles wat positief is in je leven saboteren. Je nieuwe masker is niet lachen maar huilen. Allebei nep.
Laat ik iets over mezelf zeggen
Ik denk dat identiteit een belangrijk aspect is/was van mijn depressie. In 2017 zei ik mijn prachtige huis (op nummer 1, met stip) vaarwel, de stad waar ik was geboren en mijn hele leven had gewoond, mijn financiële veiligheid, mijn dagstructuur, mijn werk, mijn inkomsten, mijn status en last but not least mijn vrienden. Mijn leven. Mijn levenskracht. Mijn identiteit. Mezelf.
Alles weg, alle vertrouwde mensen en dingen uit mijn leven. Ik had alle schepen achter me verbrand. In De kracht van het nu legt Tolle uit wat de gebruikelijkste ego identificaties zijn: bezit, werk en status. In Een nieuwe aarde vertelt hij hoe het verlies van aan prestigieus bezit voelt alsof je arm eraf wordt gerukt. Timothy Miller zegt in Willen wat we hebben hoe bitter voor ons mensen het verlies is van voornamelijk drie dingen: geld/bezit, status en liefde/relaties/vrienden. Nou, hoe dan ook, dat was ik allemaal kwijt.
Wij mensen denken dat wat we zijn = wat we hebben.
Onze identiteit is ons huis, relatie, diploma/titel, erbij-horen, baan, auto, geld, status, roem, aanzien en macht. Mijn depressie, al die verliezen, zie ik als een gezonde reactie op een ongezonde situatie.
In Pil van Mike Boddé vertelt zijn psychiater Leo Timmerman over het enorme belang van de drie pilaren van ons leven: huis, liefde en werk. Nummer 1 en 3 en een deel van 2 van mijn leven waren ineens helemaal foetsie.
Ego is altijd bang voor minder (angst om niemand te zijn, en dus dood te gaan, zo interpreteert ons reptielenbrein). En ego wil (vanwege diezelfde angst) altijd meer om mee te identificeren: kijk eens wat ik heb, kijk eens wie ik ben, ik ben speciaal, ik ben bijzonder, ik ben IEMAND! (=narcisme, inclusief de kijk-mij-eens-baan, het kijk-mij-eens-huis, de kijk-mij-eens-partner, de kijk-mij-eens-auto, enzovoort)
In de boeken van Miller en Tolle wordt er wat schamper gedaan over dat je je identificeert met bijvoorbeeld bezit/geld en status
In onze cultuur en volgens mij in de meeste culturen, door alle eeuwen heen, betekent en betekende (iemand) zijn: hebben. Als je veel had, dus een mooi huis, een mooie bankrekening, een mooie partner, een mooie baan en dito auto en vakanties, nou, dan was je, ben je Iemand. Geld maakt niet gelukkig zegt iedereen, maar iedereen gedraagt zich alsof geld wel degelijk gelukkig maakt (geen daden maar woorden).
Ik ben het trouwens eens met dat geld en spullen helaas niet de eigenschap bezitten om je blijvend gelukkig te maken. Maar – een akelig aspect van ons mens zijn – het verlies van geld en spullen bezit helaas wel de eigenschap om je blijvend ongelukkig te maken = depressie. (Ik noem dat het meewind-effect: bij tegenwind denk je bah, maar bij meewind denk je dat het windstil is.) En helaas, niks meer hebben voelt als niks meer zijn. Ik heb niks, dus ik ben niks. Dat is mijn depressie.
Helaas, zo zit ik in elkaar. Al die dingen zijn wel degelijk belangrijk, vooral als je ze verliest. Sorry, maar mijn huis is belangrijk. Sorry, maar mijn financiële veiligheid ook. Sorry, al die andere dingen ook. Mijn vrienden ook. Ik ben ook maar een mens van vlees en bloed.
Ja, al die dingen maken je niet per se gelukkig, en inderdaad, ik klaagde toen ook al. Maar alles goed en wel, ik heb sindsdien vaak met tranen in de ogen zitten nadenken over alle dingen waar ik vroeger zo over mopperde. Over dingen en mensen zeuren is iets anders dan een depressie hebben, is echt héél iets anders. Iedereen zeurt de hele tijd over van alles en nog wat. Maar niet iedereen heeft een depressie. (Al hoor ik vaak mensen zeggen “Ik voel me depri”, maar godzijdank lullen ze maar wat en hebben ze geen flauw benul wat een depressie is. Depressie is alsof je hersenen continu in brand staan, geen pukkeltje op je kont.)
We zijn mensen van de buitenkant én van de binnenkant, van instinct/ego én van altruïsme/wijsheid
Ik ook. Het masker (status, hee-kijk-mij-eens!) én het vlees (waarheid, pijn, oeps, sorry) eronder. Het is onzin om het ego te ontkennen. Het is goed om ervan bewust te zijn, je bent en blijft een mens van vlees en bloed, je bent geen engel, geen guru, niet “spiritueler dan anderen” (=ook weer een masker, status, buitenkant). Natuurlijk is een mooi huis en al die andere dingen fijn. Je hoeft geen kluizenaar te worden. Ik heet niet Jezus of Boeddha.
Tolle zegt in Een nieuwe aarde dat de kunst van het leven is om een balans te vinden tussen mens en Zijn. Tolle klinkt vaak zweverig, maar hij bedoelt hier volgens mij: je bent je masker EN het kwetsbare vlees eronder. Tolle: “Een gezond, evenwichtig en vruchtbaar menselijk leven is een dans tussen de twee dimensies.”
Wat is mijn identiteit nu?
Ik ben aan de beterende hand, iemand die weet dat-ie “depressie gevoelig” is (gepikt van het “psychose gevoelig” van deze site), iemand die dus openlijk kwetsbaar is, maar ook vaak terecht een masker draagt. Niet of-of, maar en-en. Ego en vrede. Dierlijk instinct en zelfbeheersing. Pijn en liefde. Onbewust en bewust.
Ik ben iemand die elke week een blog over depressie schrijft voor Psychosenet, een blog dat mij helderheid en troost geeft, hopelijk ook aan anderen. Ik ben mijn ego én ik ben de observator van mijn ego. Het masker en het kwetsbare vlees eronder. Soms een rol spelen en soms de waarheid zijn. Ik heb als elk mens op deze aarde die eindeloze stroom automatische, negatieve gedachten EN ik ben de observator daarvan (mindfulness). Het doodsbange ego én wijsheid & gezond verstand.
Yin en yang. Balans. De gulden middenweg. Matigheid.
Tegenwoordig zeggen we “Geniet met mate”. Ik geniet inderdaad het meeste van soms een beetje, dus matigheid. Ik geniet niet van elke dag veel, niet van overdaad, overkill, dat is obsessie, dronken, verslaving, chaos, gekte, psychose, depressie. Oeverloos genieten ≠ genieten.
Zie blog Depressie of rouw: We zoeken onze zelfwaarde onterecht meestal in status, macht, objecten, geld, enzovoort. Dus als je dingen, vooral dingen die status geven (vermogen, baan, huis, maar ook: uiterlijk, relatie, kind), als je die verliest en het voelt alsof je arm er wordt afgerukt (steeds opnieuw), dan is het begin van de oplossing: wees bewust van dat je je identiteit in die dingen zoekt. (Ja, ik zie een relatie en een kind niet als dingen, maar als jij ze ziet als statussymbolen, dan zie jij ze als dingen.)
Je hebt mensen en dingen verloren, niet jezelf (=identiteit). Het eerste is rouw, het laatste is depressie.
Geef een reactie