In een psychose terechtkomen. In deze blogreeks (vier woensdagen) neemt gezondheidsprofessional Mila ons mee in wat ineens niet meer een ver-van-haar-bedshow was. “Een hopeloze toestand, dat was mijn beeld.”
Psychose… Dat was altijd de ver-van-mijn-bedshow. In ieder geval wat mezelf betreft. Tijdens mijn studie geneeskunde kreeg ik er natuurlijk wel mee te maken. Zowel in mijn leerboeken als in de kliniek tijdens mijn co-schap psychiatrie. Ik las over psychose en schizofrenie (en gerelateerde beelden). Maar helemaal duidelijk (wat is het en waar wordt het door veroorzaakt ) werd het niet. Wel was er bij mij een beeld ontstaan dat psychose een hopeloze toestand is. Iets waar je nooit meer helemaal van herstelt en waarvoor je levenslang aan de medicijnen zit. In ieder geval niet iets wat mij als ‘weldenkend’ mens ooit zou overkomen.
Dat beeld werd nog versterkt tijdens de hiervoorgenoemde co-schappen op de afdeling psychiatrie. Namelijk toen ik een patiënt zag die er van overtuigd was dat hij helemaal geen huid had. Ik kon maar niet begrijpen waarom hij niet kon zien dat hij gewoon een huid had, net als ieder ander. En niet wilde luisteren als anderen hem vriendelijk op dit feit wezen. Ik kon me er gewoon niets bij voorstellen, punt. Hoe zoiets je zou kunnen overkomen. Tot aan de zomer van 2019.
Slaapproblemen
Ik was een tijdje in het buitenland voor mijn werk, waarbij ik in een wat ouderwetse hotelkamer verbleef zonder airconditioning. Mijn verblijf verliep voorspoedig totdat de temperaturen buiten steeds verder opliepen tot boven de 30 graden en het ’s nachts ook nauwelijks meer afkoelde. Vanwege de warmte kreeg ik problemen met slapen. Niet een klein beetje, maar heel erg.
Het werd elke nacht steeds slechter totdat ik helemaal niet meer kon slapen, of hooguit 1 of 2 uur met veel onderbrekingen. Ik heb meerdere kinderen grootgebracht en weet dus heel goed wat het is om steeds je bed uit te moeten en te weinig te slapen. Dit was echter van een geheel andere orde. Ik was zo moe en wist gewoon niet meer waar ik het zoeken moest.
Op een gegeven moment ben ik terug naar huis gegaan in de verwachting dat ik in mijn eigen bed in het koelere Nederland gewoon weer in mijn normale slaappatroon zou komen. Even voor de duidelijkheid: ik slaap doorgaans prima. Incidenteel een keer een nachtje wat minder, maar daar heeft vrijwel iedereen wel eens last van. Maar ik heb nooit eerder zulke slaapproblemen gehad.
Grip op werkelijkheid
Helaas loste de terugkeer naar huis het probleem niet op. Het was net of mijn lichaam simpelweg niet meer wist hoe het in slaap moest vallen. Ik ging in de avond op bed liggen en lag daar wakker tot de volgende ochtend. Verschrikkelijk slopend! Ten einde raad ben ik naar de huisarts gegaan waar ik slaapmedicatie voorgeschreven kreeg. De eerste paar nachten hielp dit (heerlijk!) maar gaandeweg had ik steeds hogere doseringen nodig om hetzelfde resultaat te krijgen. Inmiddels waren we al maanden verder en kon ik niet meer werken omdat ik nauwelijks sliep.
In die periode moet het gebeurd zijn dat ik door extreem slaapgebrek langzaam maar zeker mijn grip op de werkelijkheid begon te verliezen. Het enge is dat noch ik noch mijn omgeving echt doorhad wat er aan de hand was. Op bepaalde gebieden (zoals mijn vakgebied) kon ik namelijk nog volledig rationeel spreken en dan kom je ‘geestelijk gezond’ over.
Maar steeds meer raakte ik verstrikt in angstaanjagende waandenkbeelden die mijn leven gingen beheersen. Ik denk dat de mensen in mijn omgeving dachten dat het vanzelf wel weer overging en dat het allemaal wel meeviel (omdat ik immers over bepaalde onderwerpen nog wel aanspreekbaar was). Maar het viel niet mee. Ik zal je de details besparen, omdat deze vreselijk zijn en ik graag wil dat dit vooral een hoopvol verhaal is. Het komt er in ieder geval op neer dat het na 6 maanden niet of nauwelijks slapen zo slecht met me ging dat een acute opname noodzakelijk was.
Medicatie
Ik kreeg meerdere zware medicijnen voorgeschreven. Antipsychotica en langwerkende slaap- en kalmeringsmiddelen. De slaapmiddelen sloegen gelukkig aan en langzaam maar zeker begon ik weer in een slaapritme te komen, wat ervoor zorgde dat ik steeds meer kalmeerde. Hoewel de waandenkbeelden nog steeds aanwezig waren, begonnen ze iets minder de overhand te krijgen.
Na een maand of drie mocht ik gelukkig weer naar huis. Dat deed me veel goed. En ik bleef goed slapen onder invloed van de slaapmedicatie. Alleen was daar nog een laatste restje van die angsten die ik had. Mijn psychiater kwam op een gegeven moment op het idee om mij nog extra een antidepressivum voor te schrijven. Misschien dat dit heeft geholpen in combinatie met het feit dat ik eindelijk fysiek weer hersteld was van die maanden zonder slaap.
Ik weet nog wel dat er in die periode ineens een moment kwam dat ik me realiseerde dat die angstige denkbeelden gewoon niet klopten en ik me weer mezelf voelde. Of nou, niet helemaal, want nu ik qua gedachten en beleving weer ‘de oude’ was, kwamen de heftige bijwerkingen van de medicatie op de voorgrond. En deze zijn niet mals.
Door de medicatie voelde ik me afgevlakt en emotieloos, kon niet stil blijven zitten (had het gevoel dat ik steeds moest bewegen), had nachtmerries, voelde me stoned en vermoeid. Bovendien wist ik door mijn medische achtergrond dat langdurig gebruik van deze medicijnen zeer risicovol kan zijn voor de gezondheid. Ik wilde dus alle medicijnen af gaan bouwen, zodat ik echt weer helemaal mezelf kon zijn en mijn vroegere leven volledig zou kunnen oppakken.
Volgende week het volgende deel in deze blogreeks.
Geef een reactie