François schrijft wekelijks over zijn leven met depressie. Hij vertelt in de blog In een trein in Tokyo het inspirerende verhaal van een jonge, Amerikaanse Aikido meester in Japan.
In mijn blog Doe iets anders probeer ik uit te leggen dat de oplossing van depressie liefde is. Dat is niet erg origineel, ik weet het, want de oplossing van alles is liefde. Dit soort dingen kan je schrijven als journalist, ik dus, maar echte schrijvers maken er een mooi verhaal van. Verhalen maken veel meer indruk dan droge uitleg. De bijbel staat niet voor niks vol met verhalen. In het geweldige Het wezen van spiritualiteit van de Australische hoogleraar in psychiatrie, filosofie en antropologie Roger Walsh vond ik het volgende verhaal van een jonge, Amerikaanse Aikido meester die in een trein zit in Japan. Dit verhaal kan veel beter duidelijk maken wat goedheid is, wat wijsheid is, wat liefde is, naastenliefde, compassie.
Op een kalme avond raast en klettert een trein door de voorsteden van Tokyo
Op een station gaan de deuren open en plotseling wordt de rust ruw verstoord door een agressieve man die keihard vloeken brult. De man stapt wankelend ons rijtuig binnen. Hij is zeer slordig gekleed, groot, forsgebouwd, vies en duidelijk dronken. Schreeuwend haalt hij uit naar een vrouw die een baby vasthoudt en door de klap belandt ze languit op de schoot van een ouder echtpaar. Het is een wonder dat de baby ongedeerd blijft.
Hevig geschrokken springt het oude echtpaar op en vlucht naar de verste uithoek van het rijtuig. De dronken man probeert de weglopende, oude vrouw nog een schop na te geven, maar mist gelukkig net. Hierdoor wordt de dronkelap zo woedend dat hij de paal midden in het rijtuig vastpakt en uit zijn sokkel probeert te rukken. Ik zie dat zijn rechterhand bloedt. De trein schiet in volle vaart vooruit. De passagiers verroeren zich niet van angst.
Ik voel dat ik iets moet doen, ik ben in goeie conditie en dus sta ik op
Ik denk bij mezelf: ik heb drie jaar lang, acht uur per dag Aikido beoefend. Ik ben gek op de oefeningen, maar ik heb wat ik heb geleerd nooit in de praktijk gebracht. Het is voor een Aikido student niet toegestaan om te vechten.
In gedachten hoor ik mijn leraar nog zeggen “Aikido is de kunst van verzoening, hij die wil vechten heeft zijn verbinding met het universum verloren. Als je mensen probeert te domineren, ben je al bij voorbaat verslagen. We onderzoeken hoe conflicten kunnen worden opgelost, niet hoe je ze moet beginnen”.
Deze woorden zitten geramd in mijn hoofd. Het gaat zelfs zover dat ik regelmatig de straat oversteek om luidruchtige raddraaiers te vermijden. Ik voel me zowel stoer als heilig. Maar diep in mijn hart kijk ik toch uit naar een goeie gelegenheid waar ik de onschuldigen kan redden en de schuldigen kan straffen.
“Dit is het moment!” zeg ik tegen mijzelf terwijl ik opsta. “Mensen zijn in gevaar en als ik nu niet snel ingrijp, raken er mensen gewond.”
De dronken man ziet mij opstaan en vindt dat een mooie gelegenheid om zijn woede op mij te richten. “Aha”, buldert hij, “een buitenlander, ik zal je eens een lesje in Japanse manieren leren!”
Ik hou me stevig vast aan een riem boven mijn hoofd, en werp hem een blik vol walging toe. Ik ben van plan om hèm eens een flink lesje te leren! Maar hij moet wel de eerste stap zetten. Ik wil het gevecht heel graag aangaan, dus ik kijk hem strak aan, tuit mijn lippen en maak een kusgebaar.
“Oké!” Hij spuugt de woorden uit. “Ik zal jou een lesje leren!” En hij maakt zich klaar om op mij af te stormen.
Vlak voordat hij zijn eerste stap zet schreeuwt iemand “Hey, hey!”
Het is heel hard maar ik hoor tegelijkertijd een bijzonder vreugdevolle, zangerige klank.
Ik draai mij naar links, de dronken man naar rechts, en we kijken allebei neer op een klein, mager, oud, Japans mannetje, zo rond de 70, keurig zittend in zijn nette kleren. Hij geeft mij geen enkele aandacht, maar kijkt de dronken man stralend aan, alsof hij hem een uiterst belangrijk en bijzonder geheim wil vertellen.
“Kom hier!” roept de oude man op een kameraadschappelijke toon, terwijl hij een wenkend gebaar maakt. “Kom hier even met mij praten.”
De man volgt zijn verzoek op en wankelt op hem af. Hij gaat wijdbeens en vechtlustig voor de oude man staan en brult boven het geraas van de wielen uit “Zo! En waarom zou ik met jou moeten praten?!”
Hij staat nu met zijn rug naar mij toe en als hij ook maar 1 millimeter met zijn arm richting de oude man beweegt, dan haal ik hem direct neer!
De oude man blijft de dronken man stralend aankijken. “Wat heb je gedronken?” vraagt hij met sprankelende ogen. “Ik heb sake gedronken!” antwoordt hij luid “en dat gaat jou geen moer aan!” Spetters spuug spatten op de oude man.
“Oh, heerlijk, zegt de oude man, dat is geweldig, echt geweldig. Weet je, ik hou ook van sake, mijn vrouw en ik, ze is 76, warmen iedere avond een flesje sake op, nemen het mee naar buiten in onze tuin en gaan zitten op een oud bankje en dan kijken we samen hoe de zon onder gaat. En we kijken hoe onze pruimenboom erbij staat. Mijn grootvader heeft deze boom geplant en we maken ons zorgen of het zal herstellen van de ijzel die we vorig jaar hebben gehad. De boom doet het gelukkig beter dan we dachten, zeker gezien de slechte kwaliteit van de aarde. Het geeft veel voldoening om naar te kijken, als we een klein glaasje sake nemen en genieten van de stilte in de avond, zelfs als het regent.”
En hij kijkt in de ogen van de dronken man, terwijl zijn eigen ogen vreugdevol schitteren. De grote forse man doet moeite om de monoloog van de oude man te volgen terwijl zijn lichaam en vuisten langzaam beginnen te ontspannen.
“Ja, ik hou ook van pruimen … ” Zijn stem zakt weg.
“Oh ja? En je hebt vast ook een lieve vrouw!”
“Nee … mijn vrouw is dood.”
En, heel voorzichtig, langzaam met de beweging van de trein, begint de grote, forse man te huilen.
“Ik heb geen vrouw… ik heb geen huis … ik heb geen baan … ik schaam me zo…”
En de tranen rollen over zijn wangen, terwijl zijn grote lichaam schokt van pijn en verdriet.
Ik begin me vreselijk te schamen, ik zie mijn misplaatste arrogantie, mijn prachtige rechtschapenheid en mijn ik-ben-veel-beter-dan-jij-houding. Ik voel me plotseling viezer dan hij.
De trein arriveert bij mijn halte en de deuren gaan open
Ik hoor de oude man meelevend sussen. “Ach, ach, ach, wat een moeilijke situatie. Kom hier, en vertel mij er alles over.” Ik draai mijn hoofd voor een laatste maal om als ik de trein uitstap. De dronken man ligt languit op de stoel, met zijn hoofd op de schoot van de oude man. De oude man streelt zachtjes het verwarde, vieze haar.
Als de trein wegrijdt ga ik op een bankje zitten. Wat ik had willen doen met spierkracht is bereikt met vriendelijke woorden. Ik ben zojuist getuige van Aikido in een gevecht, en de essentie is liefde.
Meer lezen over liefde?
Geef een reactie