Met elkaar in gesprek blijven. Ook als het moeilijk is of wordt binnen de hulpverlening. Hoe doen hulpverleners dat? Cas schrijft in deze blog over 9 jaar werken aan herstel. Hij vraagt zich af hoe je omgaat met de gevolgen van psychose binnen de hulpverlening? Hoe kom je weer met elkaar in gesprek?
Psychosenet wordt volgens mij goed gelezen door zorgverleners. Daar zou men in ieder geval goed aan doen want ik ben vaak goed ondersteund en heb hier al veel hoopvolle adviezen opgedaan!
Ik werk als chefkok in de horeca. Ik ben dit jaar negen jaar psychosegevoelig gebleken.
Sinds kort heb ik (online) toegang tot mijn zorgdossier
Ik heb al veel inzichten ingezien om eventuele vragen na afloop van mijn drievoudige opnames te kunnen plaatsen. Daar staan ook een aantal dingen in die je liever niet over jezelf terugleest. Onaangepast gedrag, agressief gedrag en grensoverschrijdende gedragingen. Ik begrijp prima dat dit gedrag voortgekomen is uit een psychose. Ik ben het misschien wel zelf, maar op het slechtst van mijn kunnen. En dan nog in wanen waar medicatie voor bestaat. Kortom: ik trek het mijzelf niet zo aan.
De persoon vs. het dossier
Mijn negenjarige ervaring in de GGZ heeft mij geleerd dat hulpverleners hier in driekwart van de voorbeelden die ik uit eigen beeldbepaling op kan noemen heel anders in staan. Het dossier en de rapportages zijn in een aantal klinieken een gouden leidraad. Ter vergelijking: op de HIC in Haarlem kijkt men naar de persoon voor zich en daarna naar het dossier. Als dit omgedraaid is kun je nog wel eens 2-0 achterstaan voor je je mond opendoet. Ook is open dialogue hen niet vreemd. Wat heb ik daar een goed herstel doorgemaakt.
Ik slikte voor die periode (te) weinig medicatie en heb daar in sociale kring veel last van gehad. Eindelijk werden de problemen eens goed aangepakt en ik ben de laatste anderhalf jaar nog nooit zo stabiel geweest. Ik heb fantastisch werk om handen en mijn sociale netwerk is, naast mijn horeca bestaan, wat dun, maar zeker ontvankelijk voor meer invloeden. Pure winst, als je het mij vraagt.
Echter staat de Amsterdamse binnenstad vol van, in ieder geval twee initiatieven, waar ik niet meer welkom ben. Eèn is een FACT-team. Daar was ik knal psychotisch en had ik de psychiater telefonisch bedreigd. Als je dan weer stabiel bent lijkt mij dat een reden om weer eens koffie te gaan drinken. Dit blog leent zich misschien niet voor het verhaal van A tot Z, maar ik zou dit niet schrijven als ik ook de feedback gehad zou hebben dat ik hondstrouw ben met mijn medicatie inname en het dus niet enkel gaat over de verdwenen psychose.
Ik vind het schrijnend dat er onder hulpverleners en hulpverlenende instanties (dus bij beleidsmakers) zo rigide en met een hoop argwaan wordt gekeken naar voorvallen waarbij grenzen zijn overschreden in een psychotische hoedanigheid. Ik begrijp zeker dat er, weliswaar opgetrokken, grenzen gelden in een hulpverlenende instantie. Met nadruk op grenzen. Maar dit soort samenkom plekken draaien toch op mensen die door ervaring wijzer zijn geworden?
Medicatie
Van mijn negen jaar herstel wou ik er zeven afbouwen naar het nulpunt op medicatie niveau. Na overleg met Jim van Os, schreef hij terug dat minder medicatie ‘niet heilig’ is. Mits je uiteraard een passend, werkend medicijn hebt gevonden met verwaarloosbare of goed beheersbare bijwerkingen. Op wat vermoeidheid na ’s ochtends merk ik niks van deze medicatie.
Mijn verleden zit me dwars
Maar in de praktijk wordt ik achtervolgd door mijn verleden. Ik lig in conflict met een verhurende partij, de toegang tot het FACT-team is mij ontzegd en ik ben uit zorg gezet door de grootste zorginstelling van Amsterdam. Allemaal met een gemene deler: psychotisch.
Het rijtje wat ik opsom gaat ook in zijn geheel over instellingen die zouden moeten weten hoe dit in zijn werk gaat en wat een goed medicament voor een wereld aan verschil kan maken. Anderzijds snap ik best dat sommige situaties indruk op een hulpverlener kunnen maken en je niet altijd staat te springen om iemand weer te ontmoeten. Maar zoals ik stabiel blijf en contact onderhoud met de zorg in mijn stabiele dagelijks leven, werkt dit omgekeerd ook. Je kunt niet iemand elders de halve stad doorsturen omdat je een vervelende ervaring hebt gehad.
Voor een hulpverlener zou het onderdeel van zijn of haar werk moeten zijn om in gesprek te blijven gaan met een cliënt. Ook als het moeilijk wordt of is geweest. Na veel spiegelen met professionals elders kwamen we tot de gezamenlijke conclusie dat er in mijn persoonlijke gevallen vaak is gereageerd vanuit angst en misverstanden. Dat vind ik ontzettend kwalijk.
Klopt dit idee? Of zit ik ernaast?
Een psychose overwinnen, zo voelt dat voor mij, is een hele bezigheid. Als je dan eindelijk stabiel bent en je de brokstukken uit de professionele zorg kan gaan oprapen is het dweilen met de kraan open.
Kan er binnen zorginstellingen niet meer gedaan worden met intervisie in dergelijke kwesties? Of een kundig en professioneel aanspreekpunt waarin je (vervelende) situaties leert te managen? Dit zou toch een basis ingrediënt moeten wezen op elke plek waar er met psychose of diagnose gewerkt wordt?
Dat hulpverleners zo onwelwillend op je kunnen reageren vind ik enorm stigmatiserend. Ik nodig professionals vooral uit in de reacties of ik er met mijn perceptie zo ontzettend naast zit, of dat een beetje empathie geen kwaad kan.
Cas werkt vier avonden in de week als chefkok in de horeca. Na 9 jaar intensief herstel kent hij zijn gevoeligheden een stuk beter en dat biedt veel mogelijkheden.
Meer lezen over psychose?
- Innovatie in de Hulpverlening – PsychoseNet.nl
- Ingrediënten voor een betere behandeling van psychose – 9 tips
- De betekenis van psychose
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Wil je PsychoseNet steunen?
Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.
Geef een reactie