Eigenlijk denkt Rianne dat iedereen het wel kent, aan de ene kant zeggen je gedachten dit, en de andere kant zeggen je gedachten iets anders, vaak het tegenovergestelde. Een innerlijke gedachtenstrijd. Alsof er een duiveltje en engeltje op je schouders zitten. “Het maakte mij dood- en doodmoe.”
Mensen die verslaafd zijn zullen dit ongetwijfeld herkennen, mensen met eetstoornissen, mensen met depressies. Aan de ene kant weet je dat je nu toch echt uit bed moet komen, maar aan de andere kant, ligt het zo warm en veilig in je bed, en voel je de puf niet om op te staan. Of als je stemmen hoort die je opdrachten geven, en je voelt je verdeeld over wat je moet doen. Gedachten over dat je wel wilt eten want je weet dat je het nodig hebt om in leven te blijven, en gedachten die zeggen dat je niet mag eten omdat je vet bent en het niet verdient.
Innerlijke gedachtenstrijd het maakte mij dood- en doodmoe. De hele tijd dat getouwtrek in me, verdeeldheid. Ik wist niet naar wie ik moest luisteren en ik wist niet wat ik nu werkelijk wilde. Door de 3 principes mocht ik leren dat ik mijn gedachten niet ben, en dat ik eigenlijk überhaupt niets met mijn gedachten hoef. Ik heb ze leren aanschouwen (wat me echt niet altijd lukt hoor). Maar ook heeft het praten in delen me veel inzicht gegeven voor wat er destijds gebeurde. Niet omdat ik in delen ben, want ik ben 1, maar omdat het metaforische taal is die kan helpen te verwoorden wat er intern gebeurt.
Soms hebben we te maken met daders
in ons leven, mensen die anderen mishandelen, domineren, denigreren of uitschelden, eigenlijk denk ik dat we allemaal wel eens in het daderschap schieten in meer of mindere mate. Soms worden kinderen echter langdurig gepest. Of geven ouders langdurig geen aandacht aan hun kinderen. Of erger nog maken opmerkingen als ‘rot jong, je bent een slecht kind.’ Fysiek geweld komt voor of welke soortgelijke boodschap dan ook. In dat geval kunnen de woorden van de dader onze eigen innerlijke overtuigingen worden. Kinderen zullen denken dat het aan hen ligt, dat andere zo tegen hen doen. Op de basisschool werd ik ook gepest, en het werden mijn eigen innerlijke overtuigingen. Ik was raar, te gevoelig, te diepzinnig. Mijn lichaam was nogal vroeg rijp en ik kreeg regelmatig opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Of non-verbaal; er werd gestaard naar mijn borsten in plaats van dat ik werd aangekeken in mijn gezicht. Ongewenst werd ik gekust, en kreeg ik een klap op mijn bil, ongewenst dacht een volwassen man dat-ie wel even mijn billen kon voelen.
Het werd de basis voor mijn gedachtenstrijd, ik vond dat ik sterk moest zijn en me niet moest aanstellen. En tegelijk wilde ik nooit meer vrouwelijk zijn om mezelf te beschermen en werden deze en andere gebeurtenissen de basis om radicaal te gaan afvallen zodat ik geen vormen meer zou hebben.
De gedachtenstrijd zette zich voort
naar gelang ik niet kon praten over wat er zich werkelijk in mij afspeelde. De eenzaamheid met deze strijd in mij maakte dat ik op zoek ging naar coping, en ik begon met extreem hardlopen, eten en braken, en snijden (automutilatie).
Het praten in delen kan helpen inzicht te krijgen. Ondanks al deze ervaringen gedachten en gevoelens was en ben ik heel, al wist ik dat toen niet en leerde niemand mij dit. Ik dacht dat er iets mis was met mij. Maar ik ben mijn ervaringen niet, en ook niet mijn gevoel en gedachten. Ik ben de bezieling. Altijd is er een gezond deel, het is de veerkracht in ons, de levenskracht die wil groeien, de bezieling, of essentie.
Maar ook was er een trauma deel, dit deel had pijn en verdriet van de situaties die mij overkwamen. Dit deel voelde zich alleen, gekwetst. Het overlevingsdeel wilde het zelf beschermen en wilde niet voelen wat pijn deed. Zo ging ik afvallen, braken, hardlopen en snijden, om mezelf te beschermen, om de pijn van het trauma niet te hoeven voelen.
De gedachten strijd ging tussen deze delen
waar een gezond deel wilde leven, en zijn. Waar een trauma deel zich zo eenzaam voelde en verscheurd met alle gedachten van dien, en een overlevingsdeel die liever wilde ontkennen, vluchten, vechten en niet voelen en alle gedachten van dien. Het heeft me geholpen inzicht te krijgen in mijn gedachten en gevoelens van destijds. Ik kreeg zoveel meer compassie voor mijzelf ipv de hardheid die ik altijd naar mezelf had geuit. Deze manier van kijken kunnen we op zoveel situaties toepassen. Neem gedachtenstijd bij depressie, over uit bed komen bijvoorbeeld. Een depressie is eigenlijk het onderdrukken van alle gevoelens, het is een overlevingsstrategie om niet te voelen wat werkelijk zoveel pijn doet, en in bed blijven liggen beschermt je tegen nieuwe pijn die je kunt oplopen in het leven. Het gaat niet over goed of fout, maar over nieuwsgierig worden naar onszelf, waar overtuigingen vandaan komen.
Ik had destijds een vrij heftige gedachte namelijk dat ik er beter niet moest zijn. En hoorde stemmen die zeiden dat ik vernietigd moest. Eigenlijk was deze gedachte of stem (die soms daden voortbracht) ook een overlevingsstrategie. Ik wilde niet voelen de diepe pijn en trauma van er niet mogen zijn zoals ik ben. Het was tevens de geïnternaliseerde daderstem. Als ik er niet meer zou zijn, dan zou ik deze pijn ook niet meer voelen.
Je kunt dit trauma model in alle situaties gebruiken om inzicht te krijgen in je gedachten en gevoelens.
Inmiddels ben ik al 12 jaar gelukkig en gezond, door het leren over trauma begrijp ik zoveel meer van mijn jeugd. Waar dingen uit voorkwamen, en hoe verdeelde gedachten en gevoelens in mij werkten.
Wat ik mooi vind om te zien
om echt tot ons door te laten dringen diep in onze ziel, is dat wij onze gedachten niet zijn. We hebben gedachten, wij zijn degene die de gedachten kan aanhoren. In elk moment kunnen we voelen met welke gedachten we wel of niet mee willen bewegen. We zijn vrij! We zijn gedragen door onze veerkracht, autonomie, essentie. Inzicht in de werking van je gedachten, je traumatische ervaringen en je werkelijk zijn, geeft je de vrijheid in elk moment.
Geef een reactie