Ik heb een fijne jeugd gehad. Dacht ik. Toen ik dertig was en net gediagnosticeerd was met manisch depressiviteit, ofwel bipolaire stoornis, snapte ik eigenlijk niet waar het vandaan kwam.
Ja, ik verloor mijn moeder plotseling, al op mijn eenentwintigste. Dat was wel erg traumatisch. En rond die tijd had ik nog wat meer dingen meegemaakt die traumatisch kunnen worden genoemd, maar die had ik ook al wel behoorlijk goed verwerkt inmiddels.
In mijn jeugd kon toch niet zoveel zitten dat ik daar gek van moest worden? Ik had zo’n lieve moeder gehad, een lieve opa als vervangende vader en een lieve oma.
Een paar jaar later ging ik een opleiding bewegingsexpressietherapie doen. Ik wilde altijd al iets met dans gaan doen. Dans als ontwikkeling, als therapie, dit leek me een geweldig uitgangspunt.
Wat mijn beroepsopleiding had moeten worden, werd in feite een eerste stap op de weg van emotionele bewustwording. Mijn hemel, wat was ik onbewust van wat een mens eigenlijk aan emotionele behoefte heeft.
Wat was ik me onbewust van mijn emotionele ontwikkeling, vanaf de dag dat ik geboren werd
Het begint al met welkom zijn. De meesten van ons worden geboren als jongen of als meisje. Je zult niet de eerste zijn waarvan papa of mama bij de geboorte denken: “Wat jammer. Ik had liever die andere soort gehad.” Dat zeggen ouders meestal niet. Maar baby’s staan gevoelsmatig honderd procent open… dus BAM: dan hebt je je eerste trauma al te pakken.
De teleurstelling van je ouders over jou als baby! Zelden wordt het uitgesproken, want het is nog steeds een taboe – je moet blij zijn met je kind.
Of…je hebt een moeder, die – zoals bij mij – zoveel eigen onverwerkt leed met zich meedroeg dat ze er niet helemaal kon zijn voor mij. Maar wel heel erg ‘lief’ voor me is geweest.
‘Lief’ is echter iets heel anders dan als moeder ‘emotioneel beschikbaar zijn’ voor de behoeften van je kind en daar goed op reageren
Of – en ook dat overkwam mij, zo ontdekte ik vijftig jaar later – er blijkt iemand met zijn handen aan je te hebben gezeten op een verkeerde manier, nog voordat je kon praten. En geen mens die dat geweten heeft. Maar dat is wel al het moment geweest dat ik mijzelf heb afgesplitst van mijn diepere behoeften, afgesplitst van mezelf eigenlijk.
Niemand die ik dat nu nog verwijt.
Ik kan hooguit zeggen: wat zat er een hoop scheef in mijn familie en wat een leed droeg iedereen mee. Het is echt een zegen dat ik de gelegenheid heb gekregen om alles uit te werken: om therapieën aan te gaan, lichaamswerk, familieopstellingen, psychotherapie en EMDR.
Zoveel mogelijkheden heb ik aangegrepen om mijn eigen onbewuste verleden uit te werken met een beetje van de rest van de familie erbij.
Nu de trauma’s grotendeels zijn uitgewerkt, zijn ook de stemmingswisselingen uitgewerkt en verdwenen
Alleen de gevoeligheid voor psychose, die heb ik nog steeds, daar leef ik dan maar mee. De rust in mijn hart en hoofd is uitermate welkom.
Trauma’s zijn niet altijd alleen maar de grote dingen: incest, geweld, scheiding, verlating. Emotionele verwaarlozing van de emoties die jij als klein kind hebt gehad, kan er toe leiden dat je onder water gaat. Jouw eigen behoeften verdwijnen onder water.
Je weet misschien niet eens meer wat het was… maar er is niet goed op gereageerd. Dan kun je jezelf al afsplitsen van je eigen gevoel, ergens heel vroeg als kind al. Zo was het bij mij. Ik heb mijn manisch depressiviteit eigenlijk vrij snel geaccepteerd toen ik dertig was.
Maar wat ik nooit accepteerde, was het idee dat het een onveranderbare ziekte is. Als je ziek bent, kun je ook weer beter worden, dacht ik met mijn kinderlogica. Is het dat? Kinderlogica? Dat zou toch gek zijn?
Geef een reactie