Leven in kwetsbaarheid. Het behouden, koesteren, omarmen van stabiliteit blijkt steeds niet alleen te kunnen op wilskracht. Echter ik leef in dankbaarheid en tevredenheid. Ik ben okay.
Soms zou ik meer invloed willen hebben op de kwetsbaarheid, de gevoeligheid die ik blijk te hebben.Het balanceren, check, check, dubbelcheck… ben ik echt nog okay? Wat heb ik nodig? Waarbij ik mezelf altijd herinner aan de eerste les: Niet lamlendig op de bank gaan zitten. Dat is het slechtste wat ik kan gaan doen. Dan zal ik ziek worden. Steeds weer nadenken en handelen.
Nadenken, maar niet te lang.
Keuzes durven maken. Grenzen voelen (wat echt ontzettend confronterend en naar is: positief denken, er dwars doorheen gaan, blokken, kies het leven). Handelen. Meestal moet het iets fysieks afleidend zijn. Bijvoorbeeld de vaatwasser in- of uitruimen, de was ophangen of opvouwen. Naar de winkel lopen. Ik ben deze repeterende terugkerende dagelijkse activiteiten gaan waarderen. Uiteraard is er ook pijn: ooit deed ik dat alles als bijzaak en nu is het hoofdzaak geworden. Het werkelijk fysiek reguleren van mijn kwetsbaarheid wint het van die pijn. Het is goed.
Zeggen wat ik nodig heb. In één zin benoem ik soms hardop dat ik bang ben. Ik vraag soms om het uitspreken van het vertrouwen dat het goed zal gaan. Ik weet dat ik de kwetsbaarheid niet mag inbedden in onzekerheid. Ik moet het geen voedingsbodem geven. Daar wordt het erger van. Tegelijk, logisch dat het onzeker maakt (pffff, omarmen maar weer). Een actief proces van blijven reflecteren. Dit is niet zozeer een proces van het hoofd (denken), maar evenzo van gevoel en lijf. Inmiddels gaat het me natuurlijk af. Het is keihard werken om daadwerkelijk afleiding in regulatie te vinden. Passiviteit lonkt.
De kwetsbaarheid is al handelend voor mij enigszins te temmen.
Waarmee ik bedoel: hij vliegt niet dusdanig uit de bocht dat een psychose volgt. Ondertussen is de prijs ook dan soms nog zo hoog. Van het een op het andere moment kan ik ervaren dat de grens van m’n kwetsbaarheid bereikt is. Dat is absoluut niet leuk. In een gesprek bijvoorbeeld, kan ineens m’n concentratie weg zijn, dan komt er niet meer bij me binnen wat gezegd wordt. Ik kan het dan ook niet meer verwerken, laat staan onthouden. Dit bewust ervaren is akelig. Want ik weet op dat moment (de mond van de ander praat nog) dat het teveel is voor me/het geen zin heeft in de situatie te blijven en de ander mijn luisteren overschat.
Nou zijn dit nog momenten die na een nacht slapen weer uit de kreukels zijn. Het leven met kwetsbaarheid is voor mij ook dat te ver gaan betekent: dagen alert actief balanceren. Het op deze wijze zorgdragen voor mezelf, ik kan er van alles van vinden. Feit is dat het moet. Het is uiteindelijk leven met gevoeligheid.
Meer mensen leven met een soort emotionele gevoeligheid. Grenzen aangeven en zeggen wat je nodig hebt, is in deze tijd niet raar. Het grote verschil is dat er best wat mensen zijn die dit doen, terwijl ze (ten opzichte van mij) vrij makkelijk herstellen als ze de grens eens overgaan. Dat maakt mijn gevoeligheid in deze wereld tot een kwetsbaarheid.
Laatst kwam voor het eerst een gevoel van boosheid in me op; wees toch blij met de mogelijkheden die je hebt! Hoe komen mensen erbij dat het leven makkelijk zou moeten gaan?
In mijn terugveren probeer ik elke keer kracht te zien.
Geef een reactie