Schoorl, 19 december 2014, zaterdagnacht, 03.55 uur. Wij wachten tot de kerkklok vier uur slaat. Dan gaan wij hardlopen, eerst het klimduin op, daarna naar Camperduin, langs het strand naar Bergen aan Zee en met een paar omwegen weer naar het klimduin waar wij precies om 0.8.00 uur het klimduin weer zullen aflopen. Wij hebben dan ruim dertig kilometer gelopen.
In het boek “Het Blauwe Uur” van Hans Koeleman (Tienvoudig Nederlands hardloopkampioen, ook heeft hij deelgenomen aan twee Olympiades) beschrijft hij deze loop die hij ieder jaar op de laatste zaterdag in december organiseert. Hij eindigt het boek met: “Wie gaat er mee?” Ik dus, destijds vierenzeventig jaar, de anderen jonger en ervaren langeafstandlopers.
Uitdagingen boeien mij, blijf zoeken naar grenzen in voor mij onbekende gebieden, ik neem risico’s voor lief
Op de middelbare school las ik het boek: “Knock on any door” van Willard Motley. Een ontroerend verhaal van Nick Romano, opgegroeid in de sloppen van Chicago en dat eindigt met de elektrische stoel. Eén van de motto’s van hem: “Leef er op los, sterf jong dan ben je een mooi lijk!” Ik had de spreuk met grote zwarte letters op mijn schoolagenda geschreven.
De overgang van het verlichte plein naar het zwarte gat, aan het einde van het klimduin, is groot, wij kunnen elkaar nauwelijks meer zien, horen alleen het ademen dat zwaarder wordt. Hans kent de route goed, in het bos houden we elkaar vast. We hebben geen licht bij ons, geen eten en drinken. In de duinen op weg naar Camperduin is er meer zicht en vinden wij ons ritme. Soms wordt er in tweetallen met elkaar gesproken, meestal lopen wij in stilte.
Ik voel mij verbonden, met de anderen en met het andere
Lopend ga ik terug in de tijd. Naar nachten die, op deze uren, anders verliepen doordat ik dronk. Het zijn gedachten en gevoelens die ik met moeite kan verwoorden. Schaamte en schuld zijn grote thema’s in die terugblik. Op 10 augustus 2010 ben ik gestopt met drinken.
Wij lopen nu op het strand naar Bergen aan Zee. Het is hoogwater, het zand is rul op de paar meter tegen de duinrand aan waar wij op zijn aangewezen. Er zijn verschillen in niveau, de groepsleden die langzamer zijn geven het tempo aan. Ik kan goed meekomen en ervaar wat ‘runner’s high’ wordt genoemd. Het lopen kost geen moeite, ik val samen met de anderen en de omgeving, heb het gevoel dat ik uren zo kan doorlopen.
Deze roesachtige staat van zijn, staat ver af van onder invloed zijn van alcohol
Dit is niet ego-gericht, het is niet manipulerend. Die reacties waren vaak mijn deel met de strekking: “Je bent iemand anders als je gedronken hebt.”
In Bergen aan Zee is ergens een schat begraven. Wij vinden mueslirepen en water. In een kring staand eten en drinken we. Daarna gaan wij weer richting Klimduin. Bovenaan wachten wij tot de kerkklok acht uur slaat, rennend, joelend en buitelend komen wij weer op het plein en omhelzen elkaar. In het bungalowpark waar wij die nacht een paar uur geslapen hebben ontbijten wij en delen we onze ervaringen.
Ik besloot over deze loop het volgende te schrijven:
Voorafgaand aan de zon
Kleurt zichtbaar de lucht.
De kleur die lijkt op fluweel,
Op viooltjes, op verlangen.
De kleur die de overgang
Van nacht naar dag tekent:
Het Blauwe Uur.
De titel van dit blog is “Lopen naar het licht”.
Ik heb deze ervaring beleefd als een nieuwe stap in mijn herstel. Naar een lichter leven
Naschrift: in september 2016 heb ik als loper meegedaan aan de Socialrun. Ook hier effectueerde de gezamenlijkheid, de onderlinge verbondenheid en de sfeergevoelens die door geen enkel middel bereikt zou kunnen worden. Als 24 september de Socialrun in Heiloo bij de Willibrord Stichting in de nachtelijke uren langs komt, vraag ik aan een van de teams of ik een aantal kilometers met hen samen mag oplopen.
Geef een reactie