Vanaf mijn 16e heb ik allerlei stempels vanuit de psychiatrie opgeplakt gekregen. Gelukkig houd ik van variatie, want anders was ik vast horendol geworden. Er lijkt wel een rode draad zichtbaar tussen alle etiketten die ik heb verzameld. Tegelijkertijd is het ook de grootste vloek.
Een paniekstoornis is nog uit te leggen. Irreële angsten, wie heeft ze niet? Een beetje conflict-mijdende persoonlijkheidsproblematiek is ook nog goed uit te leggen. Want wie houdt er nu van ruzie? Hoogbegaafdheid wordt veelal als zegen gezien in plaats van problematisch – tel uit je winst.
Maar manisch-depressief? Nee, dat is niet uit te leggen
Natuurlijk heb ik een poging gedaan het uit te leggen, nadat het in een manie in een werksituatie uit de hand liep. Twee ziekenhuisopnames in verband met ernstige vermoeidheid behoefde enige uitleg. En hoewel ik mijn omgeving gerust kon stellen in het gegeven dat mijn medicatie nu wél goed was ingesteld, bleef de spanning rondom mijn manisch-depressiviteit aanwezig. Als ik vrolijk was, was ik vast manisch. Bij een vloek neigde ik naar depressiviteit. Successen werden met argwaan bekeken, want misschien zag ik het te optimistisch in en vice versa uiteraard.
Dat ik in de gezondheidszorg werk, maakt hierin weinig verschil. Zelfs collega’s die direct betrokken waren bij mensen met psychische problematiek vonden het stempel maar moeilijk te duiden. Voor mij een reden om er over te gaan zwijgen.
Inmiddels zwijg ik al meer dan 10 jaar en doorleef ik mijn inmiddels hypomane periodes alleen
Niet helemaal alleen, want in mijn hypomane buien ben ik erg sociaal 😉 In mijn depressieve episodes lig ik veel in bed tussen het werk door. Niemand weet ervan. Mijn psycholoog zegt dat het een geluk bij een ongeluk is dat ik slim ben. Hierdoor red ik me overal uit. Ik denk en schakel snel, dus alles wat met ratio geregeld moet worden, gaat keurig door. Dat ik soms ’s middags op bed moet liggen om puzzelstukjes te laten landen, weet alleen mijn psycholoog.
Graag zou ik openheid geven over mijn “ziekte”. Laten zien aan de buitenwereld dat je ondanks een dergelijke aandoening echt gewoon een leuk leven kan hebben. Dat manisch depressiviteit (of andere stoornissen) ook voordelen met zich mee kan brengen. Creativiteit, sensitiviteit, anders kunnen denken en handelen en in geval van hypomanie bergen werk kunnen verzetten. Maar het stigma is te groot. Het lijkt wel of mensen me niet toerekeningsvatbaar verklaren terwijl ik donders goed weet wat ik doe en situaties nog prima kan inschatten. Ook al lijkt mijn label iets anders te beweren. Belachelijk dat ik mezelf erom zou moeten verdedigen.
Mocht je dit lezen en collega’s hebben die de moed hebben om te vertellen over een eventueel psychisch probleem: veroordeel hen niet
Sta open voor het verhaal en denk niet dat jij het beter weet of dat je hem/ haar moet betuttelen. Nergens voor nodig.
Ik twijfel nog, maar ik denk niet dat ik de stap durf te zetten. Soms probeer ik er met mijn vriendinnen, vriend of ouders over te praten, maar het haalt weinig uit. Ik denk dat ik het zo maar laat en noem het mijn verborgen leefwereld…
Gastblogger
Geef een reactie