Manie is vaak een onderdeel van een cyclus, de manisch-depressieve schommeling, ook wel bipolaire stoornis genoemd. De druk die de depressieve mens op zichzelf uitoefent kan zo groot worden dat een kleinigheid aanleiding kan zijn om te ontploffen, het hermetisch gesloten vat scheurt open. Functioneerde de persoon eerst zowel geestelijk als lichamelijk op een laag pitje, hij lijkt nu wel een steekvlam. Maar manisch zijn is zo gek nog niet, schrijft Drs. Bert Henning.
(Hypo) manie
We spreken van hypomaan, wanneer er sprake is van een jubelend gevoel, van nieuwe inzichten, van een gevoel van grandeur, van eindelijk zichzelf gevonden hebben.
We noemen het een manie, als er sprake is van een verlies aan ‘reality testing’, het contact met de werkelijkheid is verbroken. Zoals wanneer iemand bijvoorbeeld aan achtervolgingswaan lijdt, of vreemde stemmen hoort in zijn hoofd.
Er is een glijdende schaal tussen hypomanie en een echte manie. Wat niet wil zeggen dat je van een hypomanie automatisch in een manie komt. De hypomanie kan zich net als een verliefdheid weer vanzelf uitdoven.
In het onderstaande ga ik er vanuit dat de reality testing nog goeddeels in tact is.
Hypomanicus
De hypomanicus doet precies het omgekeerde van wat hij daarvoor deed toen hij depressief was: hij slaapt nauwelijks of niet i.p.v. veel te lang, hij praat “als een bezetene” tegen iedereen die maar even wil luisteren, waar er vroeger nauwelijks een woord uit hem te krijgen viel. Hij blaakt van energie. De hypomanicus wil zijn invallen onmiddellijk uitvoeren, waar hij vroeger eerst alle mogelijke consequenties overdacht en er dan maar van afzag. Hij houdt geen rekening meer met de gevolgen van zijn gedrag voor anderen of zichzelf. En heeft het ene flitsende idee na het andere, en ook lichamelijk is hij in een superconditie, zoals o.a. uit zijn versnelde baardgroei blijkt.
Manisch zijn is zo gek nog niet
Hij voelt zich in de wolken, vergelijkbaar met wat mensen wel eens voelen als ze verliefd zijn, maar dan veel sterker. Ook het contact met de buitenwereld, zowel als met zijn eigen gevoel is optimaal. Hij geniet van alles wat de zintuigen hem kunnen bieden, kan zich ongeremd in seksuele avonturen begeven. De manicus heeft een ander vaak ‘feilloos in de peiling’, zijn intuïtie staat op een hoog niveau. En heeft zijn eigen gevoelens onmiddellijk bij de hand en schroomt niet om ernaar te handelen.
Met die openheid naar zichzelf komen vaak ook onverwerkte conflicten naar buiten, soms in droombeelden bij vol bewustzijn. Vaak is er sprake van woede tegen familieleden of de maatschappij, omdat hij ineens in alle helderheid meent te zien hoe die hem altijd afgekeurd en onderdrukt hebben.
Omgeving wordt bang
De omgeving wordt ondertussen bang, de (hypo)manicus is absoluut vrij, houdt zich niet meer aan de codes en maatschappelijke gedragsregels. Iedere poging om hem weer in het gareel te krijgen maakt hem boos. Voor hem is het immers alles of niets. Zich een beetje aantrekken van de kritiek van een ander kan hij niet. Als hij dat wel doet valt hij terug in zijn oude patroon van depressief zijn.
Wanneer het hypomane gedrag in een echte manie verandert kan dat leiden tot gedwongen opname en platspuiten. De buitenwereld vindt hem gek.
Toppunt van zijn gevoelens
Maar de manicus leeft volop, op het toppunt van zijn gevoelens, intuïtie en kunnen, zij het rücksichtslos, terwijl de evenwichtige mens misschien eerder een middelmatig bestaan leidt, zoekend naar een compromis tussen eigen verlangens en risico’s en tussen eigen belangen en die van anderen.
(Men bedenke ook dat vele kunstwerken in no time door manici zijn voortgebracht: de Messiah van Händel bijv. en de Barbier van Sevilla van Rossini.)
Klinisch zou je kunnen zeggen dat de manisch-depressieve mens het compromisspel niet beheerst: hij trekt zich ofwel van de wereld terug, ofwel hij houdt er totaal geen rekening mee.
Opgespaarde energie
Positiever geformuleerd kun je zeggen dat hij in zijn depressieve fase zoveel energie heeft opgespaard dat het hem voor kortere tijd mogelijk is om meer dan normaal te zijn, het menselijk potentieel optimaal te benutten. Hij voelt zich dan ook vaak uitverkoren, heeft een gevoel van grandeur, hij voelt een mystieke eenheid met het universum, voelt soms contact met God. In zijn wanhoop om de wereld zijn mystieke gevoelens duidelijk te maken beweert hij soms dat hij Jezus is. Slaat hij met deze vergelijking helemaal de plank mis? Het is de vraag.
Was Jezus manisch?
De manicus die vaak nachten achtereen niet slaapt heeft beelden die wij in onze dromen hebben. ‘Hij hallucineert’ zegt de psychiatrie dan. Wat zien we bij Jezus? Hij ging veertig dagen en nachten de woestijn in. (Waarom worden de nachten zo uitdrukkelijk genoemd? Zou hij wakker gebleven zijn?). Mensen die tijdelijk in nachtdienst werken weten dat je van gebrek aan slaap ‘high’ kunt worden. Daarnaast biedt een woestijn weinig sensorische prikkels. En sensorische deprivatie (te weinig stimuli voor de zintuigen) is, zoals bekend bij mensen die mediteren, een middel om allerlei onbewuste beelden naar boven te krijgen. Jezus heeft gebrek aan afleiding en gebrek aan slaap: hij gaat ‘hallucineren’, hij raakt in gevecht met de duivel. Misschien knokt hij tegen zijn eigen onbewuste aandrang om de bijzonder capaciteiten die hij bij zichzelf heeft ontdekt ten eigen voordele te benutten, en projecteert hij dit, als scènes met de duivel, naar buiten.
(Door slaapdeprivatie wordt iedereen, vroeg of laat psychotisch Edel Maex, psychiater.)
Vergelijking met uitspraken uit de bijbel
Ik wil nog een aantal uitspraken over de manicus (overgenomen van de Witte,*) vergelijken met uitspraken uit de bijbel, ik gebruik Mattheus.
De Witte: Mattheus:
De manicus kan alles wegschenken wat hij bezit.
Verzamelt U geen schatten op aarde. (6:19) Indien gij volmaakt wilt zijn, verkoop Uw bezit en geef het aan de armen. (19:21)
De manicus wordt vaak boos op de domme mensen die hem niet begrijpen.
Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken. (13:14)
Gij dwazen en blinden. (3:17)
De manicus trekt zich vaak niets meer aan van zijn eigen familieleden
En iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. (10:13)
De manicus heeft soms charisma en straalt een overweldigende liefde uit
Heb Uw vijanden lief. (25:6)
De manicus kan rücksichtslos zijn baan opgeven.
Let op de leliën des velds, zij arbeiden niet. (6:8)
Tijd om in te grijpen
Ik wil niet zeggen dat het manisch zijn alleen maar goed is. Zoals ik al schreef, wanneer de realiteit van de manicus niet meer navoelbaar is, voor ons duidelijk onjuist is, wordt het tijd om in te grijpen.
Net zoals Jezus tegen het eind van zijn leven de vijgenboom vervloekt, die daarop de volgende dag dood is, kunnen ook maatschappelijk gezien afschuwelijke eigenschappen naar voren komen, zoals m.i. het geval was bij de Sharon Tate moorden waar de dader veel manische trekken had, zoals valt na te lezen in het boek “Helterskelter“. Of denk aan de enorme financiële schulden die een manicus soms veroorzaakt.
Volle menselijke potentie
Misschien zou je kunnen zeggen dat de manicus in aanraking komt met de volle menselijke potentie en een spirituele wereld zonder daar klaar voor te zijn. Hij is als Icarus die naar de zon vliegt maar zijn vleugels verbrandt.
* de Witte, H. Hemelhoog juichend. Deventer; Van Loghum Slaterus,1982
© Drs. Bert Henning, psycholoog, 1983.
Meer lezen over manisch depressiviteit?
- Alles over Bipolariteit, (hypo)Manie en Depressie
- Mijn hypomanie – over hypomane periodes en leven met bipolariteit
- Vragenlijst Manie
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Wil je PsychoseNet steunen?
Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.
Geef een reactie