Waarop moet je letten als je arts medicatie voorschrijft? Het probleem met psychofarmacologie is dat er geen algoritme is dat gaat voorspellen hoe middel X bij persoon Y gaat aanslaan. De een reageert er op als een wondermiddel, de ander wordt er doodziek van.
Hier lees je waar het om draait in de psychofarmacologie. Psychofarmacologie is de leer van de werking van medicijnen op psychische functies.
Alle psychofarmacologie is in feite experimenteel
Alle medicamenten die worden gebruikt in de psychiatrie zijn in feite experimenteel. We weten niet hoe ze werken en we weten niet goed wat ze gaan doen bij de persoon (positief EN negatief).
Waar het om draait in de psychofarmacologie is:
Regel 1
De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt, en is zich bewust van, het experimentele karakter van het voorschrijven van een antipsychoticum / antidepressivum / stemmingsstabilisator. Hij laat zich niet misleiden door het idee dat alles veilig is vastgelegd in richtlijnen en protocollen die altijd bij iedereen geldig en valide zijn.
Regel 2
Als de voorschrijvende arts/psychiater een antipsychoticum / antidepressivum / stemmingsstabilisator voorschrijft, dan zorgt hij er voor dat de effecten nauwkeurig worden bijgehouden, geëvalueerd en serieus genomen. Vooral vanuit het perspectief van de patiënt en zijn netwerk.
Regel 3
De voorschrijvende arts/psychiater is zich er terdege van bewust dat er naast therapeutische effecten ook ongewenste bijwerkingen kunnen optreden die allerlei vormen kunnen aannemen. Inclusief de vorm van mentale symptomen zoals depressie, psychose, manie, angst en vele andere dingen.
Regel 4
De voorschrijvende arts/psychiater aarzelt niet om het medicament weer te stoppen als blijkt dat het niet werkt. Of maar minimaal, en/of als er teveel ongewenste bijwerkingen zijn.
Regel 5
De voorschrijvende arts/psychiater begrijpt goed dat veel van de therapeutische effecten die optreden bij het voorschrijven van een medicament, niet zozeer causaal worden veroorzaakt door het medicament zelf, maar door de hoop, perspectief, positieve verwachtingen en het helende effect van het medische ritueel en de begeleidende relatie met de hulpverlener (“placebo-effect“).
Dit is belangrijk, want als het placebo-effect een grote rol speelt kan de dosis van de medicatie worden geminimaliseerd of zelfs gestopt.
Regel 6
De voorschrijvende arts/psychiater begrijp dat langdurig gebruik van antipsychoticum / antidepressivum / stemmingsstabilisator veranderingen teweeg brengt in het brein. Hierdoor kunnen mensen niet zomaar meer stoppen en kunnen prompt “rebound” krijgen als de medicatie wordt gereduceerd of gestopt.
De arts begrijpt dan dat dit geen terugval is van de oorspronkelijke kwetsbaarheid. Maar begrijpt het gevolg van breinveranderingen die kunnen worden samengevat on de noemer “oppositional tolerance“.
Regel 7
De voorschrijvende arts/psychiater is niet alleen expert in het voorschrijven van medicatie, maar ook in het afbouwen van medicatie. De-prescribing: Mensen veilig van medicatie afhelpen zonder ze terug te jagen in een psychose, depressie, manie of angstaanval.
Heb je een vraag?
Onze experts beantwoorden jouw vraag in het online Spreekuur van PsychoseNet. Gratis en anoniem.
Wil je PsychoseNet steunen?
Wordt donateur en help ons om mooie projecten te realiseren.