In deze blog deelt Roel zijn beleving van psychose aan de hand van twee herinneringen, waarin hij beschrijft hoe hij vanuit een verwarrende crisis weer in de realiteit terugkwam.
Eerste herinnering:
Het was een enorme trip. Ik weet nog goed dat ik de kliniek uitliep na mijn ontslag op weg naar huis. Het was mij net daarvoor gelukt om mijn psychiater ervan te overtuigen dat ik weer op aarde was. Het tegendeel was echter waar. De uitgang van de kliniek bestond uit twee schuifdeuren. Pas toen ik de tweede deur doorliep kwam ik tot het besef dat ik mijzelf had voorgelogen. De drie minuten die het duurde om naar de auto te lopen voelden als een enorme waas. Ik zag mijn vader voorovergebogen met een deel van mijn bagage onder de bomen doorlopen. Ook hij was zichtbaar uitgeput.
Ongeveer een jaar ervoor begon het gevoel dat ik werd afgetapt en afgeluisterd via mijn laptop en telefoon. Die beleving mondde uit in het idee dat iemand een techniek had uitgevonden waarmee mijn gedachten konden worden afgetapt. Deze werden vervolgens via een App gedeeld met de hele wereld.
Mijn gedachten waren in mijn beleving bijna een jaar niet meer veilig geweest
De meest intieme dingen in mijn leven waren zonder pardon een publieke zaak geworden. Ik was een half jaar lang uitgelachen en publiekelijk voor schut gezet. Naar welk TV programma ik ook keek en waar ik ook liep, alles draaide om mij en wat ik ook deed: het stopte maar niet. Ik had bijna een jaar lang in de opperste staat van paraatheid doorgebracht. Een gevoel dat je niet veilig bent en niet weet waar dat gevoel vandaan komt. Tijdens die reis heb ik bijzondere dingen meegemaakt. Maar de reis was op verschillende momenten ook zo extreem dat ik op het punt stond om de trein naar huis te pakken. Het moment dat je wakker wordt en beseft dat alles inderdaad een bizarre film is geweest zorgt in de eerste plaats voor opluchting vanwege het feit dat de wereld toch niet zo wreed is in mijn beleving.
Tegelijkertijd slaat de realiteit ook in als een bom
Ik had mijzelf voor de gek gehouden en ik was – op het behalen van mijn diploma in mijn psychose na – letterlijk alles waarvoor ik gevochten en gestreden had kwijtgeraakt. Ik realiseerde me dat ik door medici op papier letterlijk geestelijk gestoord was verklaard. Dat mijn medepatiënten in de kliniek geen figuranten waren geweest maar mensen die hetzelfde was overkomen.
Ik realiseerde mij dat ik diep in het rood stond bij mijn bank
Ook bezocht ik verschillende mensen in mijn omgeving om mijn excuses aan te bieden voor wat ik had aangericht. In diezelfde week probeerde ik nog te solliciteren op verschillende functies in Amsterdam om alles zo spoedig mogelijk te vergeten. Ook om uit het rood te komen en mijn uitschrijving bij de Kamer van Koophandel te voorkomen. Tijdens het eerste gesprek met mijn psychiater na de kliniek leek het hem handig om nog maar niet aan het werk te gaan. Op dat moment voelde ik ook dat dit verstandig was. Door de medicijnen en de enorme hoeveelheid stress hadden mijn hersenen de afgelopen jaren veel te verduren gehad.
Ik was totaal uitgeput
Ik sliep de eerste weken denk ik wel zestien uur per dag. In overleg met mijn boekhouder heb ik besloten om me uit te schrijven bij de Kamer van Koophandel om een bijstandsuitkering aan te kunnen vragen. Mijn website moest offline en ik mocht ook via sociale media niet meer over mijn bedrijf communiceren. Bij de aanvraag van mijn uitkering kwam ik terecht in een hokje waar twee dames mij als politieagenten bevroegen over de bedragen die ik de afgelopen maanden had verbruikt. Ik bedacht me dat ik op dat moment letterlijk de bodem had geraakt.
Tweede herinnering:
Compleet machteloos voelde ik me met oudjaarsnacht. Ik was woedend. Ik zat daar onterecht vast in de kliniek tussen allemaal mensen die mij het leven zuur probeerden te maken. Mijn vrienden en familie waren vast een groot feest aan het vieren met z’n allen. Omdat ik de beschikking had over een telefoon belde ik die nacht verschillende keren het alarmnummer. Ik vroeg naar de politie en vroeg of zij het normaal vonden om me met oud en nieuw zo gevangen te houden binnen dit project en of ze mij snel wilden bevrijden. Toen ze vroegen naar het adres waar ik vastzat en ik antwoordde met het adres van de kliniek, werd het even stil aan de andere kant van de lijn. Na de vele belletjes die volgden en de bordjes die sneuvelden kwam uiteindelijk de politie en belandde ik met een injectie in de isoleercel. Over die bewuste nacht heb ik later nog veel nagedacht. Het moment dat je het adres van de kliniek moet doorgeven en bij jezelf denkt van nu loopt ik echt vast.
Achteraf was dat ook het moment dat ik aan mezelf en de film waarin ik dacht te zitten begon te twijfelen
Zo sluimerend als een psychose in werking treedt, zo onbewust was ook het moment dat de realiteit in mijn beleving het langzaam weer van de psychose begon te winnen. Toen ik echt uit mijn psychose kwam, besefte ik ook dat mijn familie en vrienden helemaal geen feest hadden gevierd. Mijn ouders hadden oudjaarsavond de gordijnen gesloten en vooral gehuild. Mijn vrienden hadden geen feest gevierd maar waren vroeg naar bed gegaan. Pas na mijn opname hoorde ik voor het eerst het woord ‘psychose’.
Ik had al wel eens eerder over verwarde personen gehoord maar dan voornamelijk in het nieuws
Mensen die zichzelf van het leven hadden beroofd of een geweldsdelict hadden begaan. Ik had daar voor mijn psychose (en nu soms nog steeds) een apart gevoel bij: “Hoe kun je nou niet verantwoordelijk zijn voor een daad die je hebt begaan?” Ook die opname was raar. Je wordt gedwongen vastgezet maar krijgt niet te maken met bewakers maar verplegers en je hebt gewoon de beschikking over een laptop en telefoon. Na mijn psychose gaf ik vooral mezelf de schuld van alles. Ik probeerde van de dingen die ik had meegemaakt vooral richting mijn omgeving maar de humor in te zien.
Van binnen ontstond er een diepe identiteitscrisis
Van een ondernemende creatieveling die veel partijen samenbracht naar de bakken van de bijstand, op eenendertigjarige leeftijd weer bij zijn ouders thuis beland. Ik was uitgeput en uitgeteld. Tegelijkertijd ontstond er van binnen een enorme bewijsdrang. In mijn beleving wilde ik alles wat ik was verloren zo snel mogelijk inhalen. Ik probeerde van mijn gevoel weg te lopen en de contacten met zorginstanties zo kort mogelijk te houden. Mijn leven ging alleen nog maar om werk. Alleen voelde ik aan mijn omgeving dat er na wat er was gebeurd niet veel vertrouwen meer was in iets innovatiefs en ambitieus.
Na een korte tijd vrijwillig op een afdeling P&O te hebben gewerkt, organiseerde ik redelijk succesvol een evenement. Daarna kreeg ik de kans om als intercedent aan de slag te gaan, overigens een functie die ik nooit heb geambieerd. Helaas ging dit al snel weer mis. Door fulltime te starten in combinatie met een verhuizing naar een eigen appartement ging er al snel weer veel mis. Ik had jarenlang defensief mijn gevoel uitgeschakeld en dat gevoel kwam in de vorm van angst en paniekaanvallen keihard terug.
(Wordt vervolgd)
Geef een reactie