De dosering van antipsychotica is lang niet altijd optimaal en waarschijnlijk vaak hoger dan noodzakelijk. Die te hoge doseringen brengen ongewenste en onnodige bijwerkingen met zich mee. Hoe moeten artsen en patiënten daar in de praktijk mee omgaan?
Tijdens een bijeenkomst van de VMDB (Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokken) vertelde iemand dat ze al een aantal keren aan haar psychiater had gevraagd of ze de dosering van haar antipsychotica mocht verlagen. Ze hoopte dat ze dan minder last zou hebben van bijwerkingen. Haar psychiater zei dat ze dat vooral niet moest doen omdat ze anders de kans liep om weer psychotisch te worden.
Was dat een verstandig advies?
Die psychiater dacht misschien als volgt: het gaat goed met mijn patiënte want ze is niet psychotisch. Ik wil graag dat dat zo blijft en neem geen risico.
Zo geredeneerd zou je kunnen zeggen dat die psychiater, die immers goed voor zijn patiënte wilde zorgen, goede zorg leverde.
Hoe was dat voor zijn patiënte? Als zij de dosis niet verlaagde dan zou ze waarschijnlijk niet opnieuw psychotisch worden. Maar ze zou er dan ook nooit achter komen of ze zich bij een lager dosis beter zou voelen (minder bijwerkingen).
Een dilemma waarin voor beide standpunten iets te zeggen valt. Omdat de psychiater in zijn standpunt volhardde besloot die mevrouw uiteindelijk, zonder dat ze dat aan haar psychiater vertelde, om op eigen houtje de dosis te verlagen. Het resultaat van die verlaging was dat ze niet psychotisch werd en dat ze zich duidelijk beter ging voelen.
Wie heeft gelijk?
Had die psychiater nu ongelijk en moet hij in de toekomst bij andere patiënten die zo’n verzoek doen onmiddellijk ja zeggen? Ik denk van niet. Want die mevrouw nam wel degelijk een risico. Ze had opnieuw psychotisch kunnen worden. Moet die psychiater dan in de toekomst in soortgelijke gevallen opnieuw zeggen dat dosisverlaging niet mogelijk is? Ook dat denk ik niet.
Risicomijdend gedrag en therapieontrouw
Wat die psychiater deed zou ik risicomijdend gedrag willen noemen. Daar is een goede verklaring voor. Door geen risico’s te nemen vermijden we ongelukken. Maar we kunnen daarin te ver gaan. Zwemmen leer je alleen in het water en dan kun je verdrinken, fietsen leer je alleen op de fiets en dan kun je vallen. Bij alles wat we doen nemen we voortdurend risico’s. Meestal zijn we ons dat helemaal niet bewust en in de meeste gevallen vinden we die risico’s acceptabel. Als we nooit risico’s namen zouden we nooit iets leren en uiteindelijk helemaal geen leven hebben.
Therapieontrouw is in de klinische praktijk een groot probleem. Ik denk dat risicomijdende gedrag daaraan bijdraagt. Een patiënt verbieden om de dosering van een antipsychoticum te verlagen kan ertoe leiden dat die patiënt wegloopt en op eigen houtje verder gaat.
Goede bedoelingen kunnen onbedoelde gevolgen hebben. Griekse tragedies zitten daar vol mee. Hier zien we dat ook. Een arts die zijn patiënt wil beschermen en die juist daardoor precies het omgekeerde bereikt. De patiënt voelt zich niet beschermd maar in de steek gelaten en neemt dat risico toch. Alleen, zonder steun van de arts.
Hoe moet het dan wel?
Volgens mij is dat helemaal niet zo ingewikkeld. Toen ik mijn zoon leerde fietsen wist ik dat hij kon vallen. Hij viel ook, dat deed ook pijn en dat zorgde ook voor tranen. Dan raapte ik hem op, troostte hem en zette hem opnieuw op de fiets. En zo heeft hij prima leren fietsen, en zwemmen en nog een heleboel andere dingen die allemaal risico’s met zich meebrachten. We kunnen niet alle risico’s vermijden en dat moeten we ook helemaal niet willen. Ook niet als het om medicijnen gaat. Wat we moeten leren is om op een goede manier met die risico’s om te gaan.
Wat zou een arts tegen een patiënt kunnen zeggen?
Je wilt de dosis verlagen? Dat kan, maar weet wat de risico’s zijn. Doe het heel geleidelijk, dan kijken we samen hoe dat uitpakt. Wees voorbereid op wat er allemaal kan gebeuren. Dat kunnen mooie dingen zijn (minder bijwerkingen) maar ook minder mooie dingen (je kunt weer psychotisch worden).
Het allerbelangrijkste
De arts moet laten weten dat de patiënt wordt opgevangen en geholpen als die dosisverlaging onverhoopt niet goed uitpakt. Zoals ik klaarstond toen mijn zoon van zijn fiets viel. Alleen dán heeft een patiënt de kans om te leren en om meer zelfregie te krijgen.
Geef een reactie